Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sadrach.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sadrach.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijding, dat Sadra, c.h opi hoogen leeftijd is gestorven, roept met kracht de geschiedenis van de gereformeerde zending in de tweede helft van de vorige eeuw voor onze aandacht.

Sadrach's axbeid, zelfs zijn naam, zijn onder de jongere generatie weinig bekend. Wellicht kmiiien wij zeggen, dat hij zijn roem overleefd heeft. Met zijn benoeming tot Apostel der Apöstolischeii bereikte hij zijn einddoel en hoogtepunt, en sinds dien tijd doofde zijn , expansiezuclit, waaxdoor hij als een echte evangelist duizenden voox het Christendom won.

Zonder overdrijving mogen wij Sadracih een genialen Javaan noemen, en een ma.n van karakter.

Een halve eeuw geleden lag over het algemeen de Javaan aan de voeten van den Hollander in gedweeë onderwerping. Maax S, a, drach ma, a, kte een gunstige uitzondering. Hij voelde zich van den blanken man de gelijke.

Men komt onder den indruk van de geestelijke kracht van dezen mensch, als men leest van zijn strijd tegen mohammedaansche santri's en hadji's, tegen de heeren van het gouvernement, tegen da predikanten van de Indische kerk, tegen sommige zendelingen van de Nederl. Ger. Zend. Ver., en ten slotte ook nog tegen den zendingsinspector, die hem vernedert en als een sluwen en baatzuchtigen Javaan, als een zoeker van eigen voordeel en eere, als een leugenaax en bedrieger uitbant en voox het Geref. volk in Nederland aa, n de kaak stelt!

Als jongeling kwam Sadrach in aanraking met Toenggoel-Woeloeng, die het christendom op zijn manier had opgevat en propageerde. Deze korts omgang heeft op Sadrach voor heel zijn verdei) leven een onuitwischbaar stempel gedrukt. Het schijnt veel, alsof deze Toenggoel-Woeloeng voor hem het na te volgen idea, al bleef; èn in het streven èn in de leer van Sadrach vinden ^wii telkens de dwaalgedachten van Toenggoel-Woeloeng terug.

Dit is diep te betreuren. Er mag dan ook wel worden aangenomen, dat Sadrach niet opzettelijk de christelijke leer heeft verdraaid en vervormd. Hij heeft het verkeerd geleerd, en er was niemand, die hem schriftuurlijk onderwijs gaf. Toen eindelijk in de tachtiger jaren zendeling Wilhelm met hem saam ging werken en op hem invloed (Uitoefenen kon, bleef de , opzettelijke onderrichting toch uit; en dit is verklaarbaar; men staat eenvoudig versteld, dat Wilhelm tijd vond en kracht had, om zijn veelomvattende zendingstaak te verrichten; van onderwijs geven kon reeds daarom geen sprake zijn.

De geschiedenis der zending op Midden-Java lezende, kan men zich niet aan de gedachte ontworstelen, dat, indien de zendelingen van de Ned. Ger. Zend. Ver. anders tegen Sadrach waren opgetreden, en men, naar het voorbeeld van Aquilla en Priscilla, hem den weg Gods zuiverder had geleerd, wellicht deze groote Javaan ware te winnen en te leiden geweest. Hij zelf zocht de gemeenschap met de zending en had ze noodig. Maar er zijn groote fouten begaan.

Zullen wij billijk zijn in ons oordeel, dan hebben wij te bedenken, dat 50 jaax geleden als algemeene overtuiging leefde (ook bij de zendelingen), dat de Javaan verreweg de mindere van den Europeaan was. Het was da, n ook voor zendeling Bieger, als deze in de zeventiger jaren naar Bagelen trekt, omdat daax het Christendom zoo grooten ingang had gevonden, koxtweg onmogelijk, om Sadra, ch als zijn gelijke te beschouwen. Hij, Bieger, hoorde op den stoel, en Sadrach op het mailje te zitten; en tevens paste het den Java, an voox hem, den Hollander, sembah te maken! De duizenden christenen, door Sadrach met voorbeeldigen ijver gewonnen, moesten aan hem worden overgegeven; alle gemeenten behoorden onder zijn leiding te worden gesteld, en Sadrach kon dan als zijn helper optreden! En dan te bedenken, dat al die gemeenten vrucht van Sadraich's arbeid waren, en de zending er geheel buiten stond!

Met deze houding, die ook zendeling Vermeer tegenover Sadrach heeft aangenomen, brak' zendeling Wilhelm radicaal. • Hij werkte, op diens verzoek, mei; hem samen, zoO' zelfs, dat er vaxi een „vennootschap" gesproken is geworden!

Het valt bezwaarlijk tegen te spreken, dat Wilhelm de dwalingen van S^jdrach niet genoegza, am heeft gekend en dooxzien, en hem meer gevolgd is dan geleid heeft. De reuzentaak van de verzorging der duizenden Sadrach's christenen eischten al zijn kracht op. Wa; ar vijf g'eschoolde krachten overvloedig werk zouden gehad hebben, stond Wilhelm alleen.

En toen kwam de breuk.

Ds Lion Cachet verscheen als inspector der Ned..

Ger. Zend. Ver. op hét toóneel. Met onvoldoende; kennis van zaken toegerust, en zonder een voldoend onderzoek in te stellen, bant hij Sadraich vyegens ketterij en dwaalleer uit. Hij zag echter fliet in, dat mét het verdrijven van den herder ; , ook de kudde verloren ging; de gemeenten, door ïSadrach gesticht, bleven hem ook nu getrouw, gelijk zij vroeger in moeilijke omstandigheden hem niet verlaten hadden. Met één slag raakte alzoo' de Ned. Ger. Zend. Ver. haar voorwerp van zendingszorg kwijt; de kring van Sadrach sloot nu voor de zendelingen de poort.

Het is een tragedie, heel de historie dezer jaren.

Maar het scheen, dat het licht weer zou doorbreken.

Ds L. Adriaanse wordt in de plaats van den inmiddels overleden zendeling Wilhelm naar Poerworedjo gezonden. Met wijs beleid en verstandig overleg weet hij Sadrach tegemoiet te treden, die, • vreezend het gevaar om in de Indische kerk .te worden ingelijfd, bij hem een toevlucht zoekt. Maar geleerd door de ervaring der andere broeders wil hij zonder meer de voorgestelde personen niet •doopen; hij zelf zal ze laten onderrichten, opdat de doop niet bediend •voorde dan nadat genoegzame kennis en godsvrucht bleken aanwezig te zijn.

Voor Sadrach was dit een bewijs, dat de teugels door den nieuwen pandita in handen werden genomen. En als hij verneemt, dat de Apostolische gemeente hem wel tot apostel uitroepen wil, slaat hij onmiddellijk dezen weg in; hij laat zich itot apostel ordenen, en ontvangt daarmee het recht tot het bedienen van het Woord en het Sacrament. Ds Adriaanse heeft hij nu niet meer noodig; alle band met de Ger. zending wordt verbroken, ten sinds die ure (April 1899) behoort de gemeenschap tusschen Sadrach en zijn kring eenerzijds en de Ger. zending anderzijds voor goed tot het verleden.

Hoezeer deze breuk te betreuren valt, toch is het niet alleen verlies geweest. Immers, van nu voortaan kon de zending op eigen gelegden grondslag bouwen, en de voor het Christendom gewonnen Inlanders dadelijk leiden in het zuivere spoor der waarheid. De geschiedenis leert dan ook, dat van nu af de aibeid krachtig wordt aangevat en voortgezet, en de Heere gaf en geeft rijken zegen.

Wat moet nu van Sadrach worden gezegd?

Wij wezen er reeds op, dat hij in zijn jongelingsjaren verkeerd werd onderwezen. In navolging van zijn letrmc-ester Toenggoel-Woeloeng voegde hij bij de. hoofdgedachten van het Evangelie allerlei Javaansche gedachten, en maakte alzoo van dit mengsel een dusgenaamd Javaansch Christendom.

Dat hij door het Evangelie den Javaa, n niet tot "Westerling wilde maken, moet hem to't een deugd worden aangerekend. Meer dan vroeger wordt trouwens ook door de zending ingezien, dat het Christendom den Oosterling niet als een Westersch kleed moet worden omgehangen; de Javaan moet Javaan blijven. Maar dit mag er weer niet toebrengen, om den Javaanschen godsdienst met een christelijk tintje te voorzien. Ook de Javaan moet worden wedergeboren, en dus breken in hart en leven met den valschen godsdienst van zijn volk.

Sadrach wilde het Jayanisme; den gelmoe (de Boeddhistische geheimleer) wordt overgebracht op de christelijke leer; de Hatoe-hadil (de machtige koning, waarvan de Java, ansöhe overlevering profetisch spreekt als een aanbrenger van tijdelijke verlossing en aardsch geluk) is de Christus; ook Mohammedaansche werkheiligheid wordt in het christelijk leven ingelijfd; de Javaansche adat, ook in zijn heidensche vormen, wordt vastgehouden; de slametaais .(offermaaltijden) blijven als heilaairbrengend gevierd, enz.

Het staat wel vast, dat, al is er eerst schromelijk overdreven, Sadrach en zijn gemeenten volstrekt niet in het rechte spoor liepen. Het was alles zoo heel anders, als wij v^n de Christ, kerk onder de Javanen, d.i.-van de Javaaiisch Christelijke kerk begeeren.

De meening van sommigen, dat Sajdrach zichzelf voor den Ratoe-hadil uitgaf, kunnen wij gerust laten rusten. Het was al erg genoeg.

Alles samenvattend kunnen wij, met groote waardeering voor hetgeen Sadrach voor zijn volk gedaan heeft, als ons oordeel uitspreken, dat Sadrach is een typisch voorbeeld van de voorstanders van een Ja.vaansch Christendom, die bij het mengsel van Heidendom, Boeddhisme, Mohammedanisme enz. eenige christelijke gedachten heeft gevoegd, Christus vereenzelvigt met den te verwachten Ratoe-hadil, en het Christendom aannemelijk wilde maken voor den Javaanschen geest. Zijn Christendom is het ware niet, maar slechts de schijn ervan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Sadrach.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1925

De Reformatie | 8 Pagina's