Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei Bidden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei Bidden.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lukas 18:9—14.

III.

De Farizeër en de Tollenaar.

Twee menschen gingen op' in den tempel om te bidden.

De een was een. Farizeër en de ander een tollenaar.

De Farizeër bad, en dankte alleen.

De tollenaar bad, en hij' riep, om genade.

De Farizeër bad staande.

De tollenaar hie'f zelfs niet de oogen naar den hemel.

De Farizeër bad bij zichzelven. De tollenaar sloeg zich op de borst en bad overluid.

De Farizeër bad hoogmoedig.

De tollenaar deed het ootmoedig.

Daarom ging ook de tollenaar gerechtvaardigd af in zijn, huis, meer dan de Farizeër.

Lukas zegt in zijii inleiding O'p deze gelijkenis, dat zij bestemd was vo'or menschen, die b ij zie h-zelven vertro^uwden, dat zij redhtvaardig waren en de anderen niets achtten, (vs. 9).

En nu, na de parabel te hebben gegeven zegt hij', dat de één meer gerechtvaardigd'** naar huis ging dan de ander.

Het is geen wonder, dat Lukas deze bewoording kiest.

Immers hij, was een, vriend 'en leerling van [Paulus, die zulk een diep inzicht haJd in de rechtvaardigingl des gelo'ofs en in wiens onderwij's 'deze weldaad zulk een groote plaats innam.

Maar wèl lijkt het verwonderlijk, dat beiden, zoowel de Farizeër als de Tollenaar, gerèQhtvfl, ardigd afgingen naar hun huis, al was dit dan bij den laatste meer dan bij! den eerste.

Is de Farizeër dan ook gerechtvaardigd heengegaan?

Neen, zegt Luther, hij, is veroordeeld heengegaan, de huichelaar!

En zoo oordeelen reeds Van ouds vele kerkvaders. Inderdaad, als we hier de genade der redhtvaar-'liging zoeken, zooals Raulus met name ons die heeft geleerd, dan is deze Farizeër niet gerechtraardigd.

Van een zalig worden uit genade en een rechtvaardiging door het geloof is bij' hem volstrekt geen sprake. ' :

Maar hij ontving wel een symbolische, een schaduwachtige, een Joodsche rechtvaardigheid.

Jezus erkent de waarde idaarvan, al is zijl in het licht der eeuwigheid onvoldoende.

Waarom Hiji den eisch stelde, dat de gerech-'igheid van dé kinderen des koninkrijks overvloeier zou zijn dan die van de Farizieën ©n de Schriftgeleerden.

Deze Farizeër was een rechtvaardige naar dei *et van Mozes en van het schaduwachtig Israël. . De tollenaar was rechtvaardig voor 'G-od. En dat IS het meerdere.

De schuldige gestalte van den Farizeër was, dat H öp zijn Israëlitische rechtvaardigheid vertro'uw-*e; dat hijl zichzelVen verhoogde en er zich op veriiief, dat hij! stipt naar de wet leefde.

Hij meende daarmee oo'k rechtvaardig te zijn ^oor God.

Hoe hij zich bedroog!

Het vonnis lag voor hem gereed.

Want die zichzelven verhoogt zial vernederd wc-rden.

In zijn bidden toonde hij wie hi| was.

En daarom zou hij zóó het leven' niet zien.

Maar de tollenaar, tot God vluchtend als een ootmoedige, vond genade bij' den Heere.

Hij vond God als arm zondaar en 2; ijn ziel is gered.

En straks ging hij gerechtvaardigd af naa, r zijn eeuwig huis.

Er is tweeërlei bidden want er zijn tweeërlei menschen.

Lezer, hoe bidt gij!?

De meesten zullen niét licht de woO'rden van den Farizeër in hun bidden overnemen uit vrees van te worden aangezien vO'Or een werkheilige.

Maar het gevaar is niet denkbeeldig, dat men zijn oo'tmoed aan anderen 'toonen wil en wel loslippig de woorden van iden tollenaar overneemt maar toch in zijn hart op den Farizeër gelijkt.

Geestelijke hoogmoed openbaart zich volstrekt niet alleen in woorden als van den Farizeër, maar soms ook wel in betuigingen als van den tollenaar, als het er om te doen is om daardoor op anderen een indruk te maken.

Hier beslist of we in ons leven 'God ontmoet hebben en klein gewordevt zijin voor Hem.

Het kan ons gegaan zijLjjv als dien tollenaar.

Dat we uit godvruchtige ouders zijln geboren en een godsdienstige opvoeding hebben ontvangen.

Een vader, die ons in den dienst van God voorging; een mo'cder, die ons bidden leerde.

Maar dat we later in verkeerd gezelschap afgedo'old zijn van het rechte pad.

Dan kunnen we voor God niet verschijnen met onze goede werken.

En onszelven rechtvaardigen kunnen we evenmin.

Maar dan staat de tempel nog voor ons open als misschien de vromen niet vO'Or ons toegankelijk zijn.

Dan is er in de kerk des Heeren en in Zijn Woprd troost voor een sohuldgevoelen'd zondaar.

Als wij maar komen met het offer van een verbroken hart en een verslagen geest.

Dan gaan we af gerechtvaardigd in ons huis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Tweeërlei Bidden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's