Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De Bijbel als boek van Scboonheid”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Bijbel als boek van Scboonheid”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Slot.)

In het vorig artikel wezen we op het inleidend gedeelte van Dr Wielenga's boek, de behandeling van datgene, wat gekend en erkend behoort te worden, zal men den Bijbel als boek van schoonheid kunnen zien. Thans komen we tot de beschouwing van het tweede deel, de bespreking van het onderwerp zelf.

Tot dez© bespreking leidt de Auteur ons in met deze woorden:

„ (Wij) staan thans voor het praotisch deel van onze taak: de schoonheid in den Bijbel zelf door het voorbeeld aan 'te wijzen! WïJ' willen dit Goddelijk boek doorwandelen als een landschap, waarin de Naam des Heeren heerlijk is, als een paradijs, waar ons nergens de toegang wordt verboden. Ook het meest verborgen hoekje noodigt ons: kom en zie! Van allen boom dezes hofs mag de geloovige vrijelijk eten....

In den Bijbel is, niet minder dan in de natuur, alle verscheidenheid van schoonheid, ge komt nooit uitgekeken: Ieder onderzoek leidt tot nieuwe verrassingen. Hier geen kans op teleurstellingen, maar wel een prikkel om voort te gaan van heerlijkheid tot heerlijkheid.”

En dan volgt de Schrijver, den Bijbel beschouwende „als een letterkundig fenomeen", de gewone indeeling van literaire kunst. Hij beziet de poëzie in haar natuurlijke vertakkingen Vaxi episch, didactisch en lyrisch, en het proza in dezelfde openbaringen. Daarbij merkt Mj opl, dat we het dramatische element missert, althans als kunstvorm, maar hij verklaart dit uit de gesteldheid' der Israëlitische volksziel, die door en "door lyrisch is." Maar het letterkundige is echter niet d© eenige factor, die de schoenheid van een boek bepaalt en vooral niet van een boek als de Bijbel. Bij d© opperste kmist, die de Bijbel ten toon spreidt, gaat de kunst zelve schuil, vervalt alle gedachte aan' „artistiek© bijzakelijkheden". Zonder daarom 'deze te verwaarloozen in z'n beschouwing („wat trouwens onmogelijk zou zijn, want de taalziel is zonder de woord-en stijlincamatie ondenkbaar") kiest Dr Wielenga een anderen weg ter benadering van de schoonheid des Bijbels, een weg, dien de Schrift zelf ons wijst. „God zelf gaf den mensch een drievoudig ambt, in verband met ©en, hem ingeschapen, drievondig vermogen." Hij gaf hem een redehjlc verstand en de gave, de idaai'door verkregen kennis in woorden weer te geven: een profetisch ambt; hetgevoelsvermogen, dat in staat stelt zich in liefde te wijden aan de mystieke heerlijkheid der dingen: een 'priesterlijk ambt; het wilsvermogen, dat bewarendenen bouwenden invloed oefenen kan: ©en koninklijk ambt. En in aansluiting bij dit drieërlei vermogen, dat den heiligen Schrijvers is toebedeeld' geweest, spreekt Dr Wielenga over de profetische schoonheid, d.i. de schoonheid, waarin het verstandelijk element overheerscht, de priesterlijke schoonheid, waarin het eigenlijk schoonheidsgevoel zijn mystiek werk doet, de koninklijk e schoonheid, de triomfantelijke openbaring van de macht en de majesteit van den wil. Dit „driedeelig princiep van beoordeeling" is dJaarbiJ echter niet een verdeeling van de schoonheid des Bijbels in drie groepen, want, herhaaldelijk bereikt de schoonheidsharmbnie zoo groote hoogte, „dat de drie elementen gelijkelijk vertegenwoordigd zijn”.

Maar 'tis „het goede middel, om d'en rijkdom van schoonheid in zijn volheid en veelsoortigheid te bezien en aesthetisch .toe te 'eigenen". En dat tot heiliging van Gods Naam!

Naar deze hoofdlijnen dan wordt de stof bewerkt, met voortdurende verwijzing naar 'den Bijbel zelf, om de schoonheid, waarover gesproken wordt, te doen zien. Daardoor is het U, als ge leest of ge gaat door een bloeienden hof, vol van kleuren, door een overvloeiende weelde van zon-overgoten pracht.

In regelmatigen gang onze lezers te leiden door 'dezen hof van schoonheid, door nader opmerkzaam te maken op. al de onderdeelen van elk d'er drie hoofdstukken, zou meer ruimte vragen, dan beschikbaar is. Daarom wijzen we slechts op de voornaamste punten, zooals die in opschriften door 'den Schrijver zelf zijn aangegevlen.

De profetische schoonheid wordt ontvouwd door een beschouwen van „de schoonheid van bet Evangelie"j „de schoone architectuur Van het boek" (in welk stuk bijzonder mooi geteekend wordt 'de organische orde van den Bijbel in de schijnbaar zoo ver-uiteenliggende deelen) „de schoonheid' der bijzondere gedachten", zooals die in de Heilige historie verwerkelijking vinden.

De priesterlijke schoonheid, die immers aansluit bij het gevoelsvermogen, wordt geteekend in „liet gevoelselement in de taal des Bijbels" en in „het schoone proza" en „de schoone poëzie". Dit gedeelte is naar ons oordeel het mooiste van heel dit mooie werk. Hier toont 'de Schrijver zich in z-n volle kracht: schoonheidsgenieter zelf, , en staande in eerbiedige bewondering voor de heerlijkheid, die hij anderen wil doen zien. Er zijn vele fragmenten in dit hoofdstuk, die zelf proeven zijn van het schoone proza, rijk van taaikracht en in rhytmiek der woorden melodieuze klanken-kunst. Men leze maar eens de stukken oVer „het lyrische proza", „het volksdicht", „de religieuze lyriek". .Dan pas gaat men verstaan, welk een weelde-overvloed! van schoonheid in den Bijbel ligt uitgespreid voor het eerbiedig-bewonderend oog. De koninklijke schoonheid wordt aangegeven in de ontleding van „het koninklijk karakter der taal", „de koninklijlke zekerheid", „de koninklijke activiteit", „de koninklijke majesteit”.

Meer dan een dorre opsomming kunnen wij niet geven. Maar ze moge voldoende zijn, om te doen verstaan, welk een rijkdom van gedachten Dr Wielenga in dezen arbeid heeft neergelegd en ©eni prikkel, om dit pracht-boek zelf te lezen, te genieten.

Want dat is voor alles de waarde van deze studie: zij verrijkt en verdiept.

Ze verrijkt, omdat een goudglans van schoonheid valt over gansch den Bijbel, die, stralend in zijii heerlijkheid als Woord van God, bovendien ook gezien wordt als de openbaring van het opperste schoon, dat alleen is in God. Meer dan eens zal elke Bijbellezer de schoonheid van de dichterUjfce taal hebben gevoeld, vooral wanneei" hij overluid las, maar door dit boek wordt men tot een welbewuste onderscheiding van het schoon© opgeleid en leert men haar zóó zien, dat men haar anderen kan doen zien. Door deze kracht beteekent dit boek een verrijking voor onze christelijke gemeenschapi in haar geheel, die de Bijbel in het centrum stelt van haar onderwijs, en voor ieder onzer in 't bijzonder.

En ze verdiept, omdat oVer tal van pnnten Verklarend licht opgaat, waardoor we'te beter den zin van het verhaalde l©©ren verstaan. Door de uiteenzetting b.v. van het schoone paralellism© worden vele psalmen en dichterlijke fragmenten in hun samenstelling duidelijk, door het ondierricht betreffende het wezen der schoone beeldspraak' gaat men

allerlei stoute tropen zieu in 'huii kiacèt ai de beschouwing over het volksdicht als uiting van de Yolkspsyche leert tal van poëtische gedeelten in hun wezenlijke beteekenis kennen. Deze voörbeelden-rceks kan men naar believen uitbreiden. Altijd vfeev zal blijken, hoezeer de lectuur v; an dit boek onze kennis van de Heilige Schrift verdiept.

Verrijkend dus en verdiepend! is de toegewijd© lectuur van deze studie. Maar ook in hooge mate onderrichtend in aesthetischen zin. Heel het boek immers is gewijd aan een beschouwen van de schoonheid en onder de bevoegde leiding van Dr Wielenga, schoonheidskemier als weinigen onder ons, wordt de lezer nader gebracht tot die kennis van het schoone, zooals dat in het licht eener christelijke levensbeschouwing moet worden gezien.

En ten slotte is dit boek vormend ook voor ons inzicht in de schoonheid van taal. Want, we zeiden het al hji herhaling, Dr Wielenga is styHst bij uitnemendheid, een sclirijver, die het instrument der taal met benijdenswaardige virtuositeit hanteert.

Met dankbare erkenning van haar veelzijdige beteekenis aanyaarden we deze studie, die in wijden kring belangstellende lezers moge Vinden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

„De Bijbel als boek van Scboonheid”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's