Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De stad Gods.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De stad Gods.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jerusalem zal dorpswijze bevTOonii worden. En Ik zal haar wezen, spreekt de Heere, een ©en vurige muur rondom; •en Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar. Zach. 2:5.

Het machtige woord van Haggaï den profeet had onder de weergekeerden uit de 'Babylonisclie ballingschap 'bezieling ' gewekt.

Naast dezen ouderen Godsman zien we den jongen Zacharia op'treden. i

Beiden vur'ten zij het volk des Heeren aan om stad en tempel te herbouwen uit het stof.

Doch telkens worden de bouwlieden moedeloos als zij het meetsnoer spannen opi de met groen en bloemen overgroeide, met doornen en distelen overwoekerde ruïneh'euvels.

Daarom laat de Heere in een nachtgezicht aan Zacharia zien hoe de Engel des Verbonds, de groote Bouwheer der Gemeente Gods, óók met het meetsnoer r.ondgaat, om de lengte en breedte van'het geestelijk Sion af te spannen, dat in de herbouwde stad als de ziel in het lichaam wonen zal.

Hierin schuilt schaduwachtig het schoone beeld der gemeente van Christus, als de stad Gods, welker kunstenaar en bouwmeester de Heere Zelf is.

'God verlaat Zijn gemeente nooit, ook niet in de meest zorgvolle tijden. Ook piet, vooral niet, als wij met gebogen hoofd treuren op de bouwvallen van vroegere heerhjkheid.

Hij onderbreekt eVenmin Zijn bouwwerk.

Naar Zijn gemaakt bestek doet Hij het rijzen in eeuwigheid.

En welk een schoone toekomst heeft God dan voor Zijn Kerk weggelegd!

Jeruzalem zal dorpsgewijze bewoond worden. In deze schoone belofte laat de Heere duidelijk uitkomen, dat het hem minder te doen is om dein herbouw der steenen stad dan wel om den opbouw Zijner geestelijke gemeente.

Hier wordt toch voorspeld dat Jeruzalem zoozeer zal toenemen In menschen en in bezit, dat hel buiten zijn muren zal uitgroeien, gehjk een wassende rivier, die buiten hare oevers treedt.

Niet als een ingesloten, omwalde vesting, maar als een open dorp zal het bewoond worden.

Zoo wordt de kracht van het Woord Gods getoond, waardoor de Kerk zich zal uitbreiden over het rond der aarde, als de middelmuur der afscheiding tusschen Jood en heiden zal neergewoirp'en zijn en de heidenen in Israël 'ingelpd, den naam van van Sions kinderen zïullen dragen.

Laat ons dan in ongeloof niet klein denken Van het groote werk Gods, doch volharden bij het gebed, dat de vreeze Zijns Naams den aardbodem veiTuUe.

Want, ofschoon Jeruzalem dorpswijze zal bewoond worden, dus zonder muur, als een ontmantelde vesting, toch zal het volkomen veilig zijn. Immers, de Heere Zelf zal haar wezen een yurige muur rondom.

Dit beeld herinnert ons aan wat reizigers in de wildernis doen om zich bij nacht tegen het roofgedierte te beveiligen: zij leggen een kring van vuren om hun kamp heen en houden zoo het woeste gedierte op een afstand.

Zulk een veilige, vurige muur is de Heere, de trouwe God des Verbonds voor Zijn duurgekochte gemeente.

Zijn Almacht en hoede bewaren haar.

Hij ^verspreidt Zijn volk met Zijne vleugelen.

Hij is Sions wachter, die sluimert noch slaapt.

Geen vijand kan de stad Gods genaken.

Zelfs de Satan, \le briesende leeuw, vreest dit verterend vuur van den Heilige Israels.

O, hoe zondig is dan ons ongeloof als wij klagen: we zullen nog eenmaal door de hand onzer vijanden omkomen.

Eindelijk, niet alleen dat de Heere rondom Zijne gemeente zal zijn als een muur van vuur, maar Hij zal binnen in haar wonen en daar tot heerlijkheid zijn.

Dit ziet op de eenheid van God met Zijn volk» waarop Jezus doelde, toen Hij zeide, dat de Vader woning zou maken in het midden 3er Zijnen.

Ook Johannes spreekt er van als hij opgetogen uitroept: „de Tabernakel Gods is bij de menschen!' In de tijden der schaduwen woonde de Heers

met Zijn heiligheid tusschen de Cherubim, en liet heilige der heiligen.

Maar onder het Nieuwe Verbond is die inniger gemeenschap er gekomen door de inwoning des H. Geestes iti de harten van a, l de kinderen Gods, wien de Heere in Christus een verzoend Vader geworden is.

Daar woont de Heiland Zelf met Zijn godheid, genade, majesteit en geest, om de harten voor de heerlijkheid toe te bereiden, om ze bekwaam te maken om deel te hebben aan de erve Aev lieihgen in het licht.

Hoe zalig is dus het deel v; an dit geestelijk Sion. Hoe groot is het goed burgersohap: in dit Jeruzalem door genade ontvangen te hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1926

De Reformatie | 6 Pagina's

De stad Gods.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1926

De Reformatie | 6 Pagina's