Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synode Christian Reformed Church in N.-A.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode Christian Reformed Church in N.-A.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In mijn vorig schrijven, aan de „Reformatie"-lezers gericht, beb ik geschetst, hoe (de Synode der Christian ReDormed Church in Noord-Amerika gezeteld is in het kerkgebouw der Tweede Gemeente te Englewood, in het Zuidehjk deel van Chicago. Nu dient hier eigenlijk aan te worden toegevoegd, dat de zaal door de Synode in beslag genomen, bet „auditorium" is der voornoemde berk. Het kan misschien 500 personen een plaats verschaffen in de mooie banken die het gebouw vullen — de vloer aïhellende naar het „platform" .— of zooals wij dit in Amerika riioemen, een „slanting floor". Vóór de gehoorzaal is een fhnke vestibule, waar de kerkgangers elkaar kunnen ontmoeten desgewensclit, om groeten te wisselen vóór en na den dienst. En omdeB het auditorium is een flink „basement" of „sousterrain" zooals men in Kederlanid misschien zegt. Daarin is een groote zaal voor de Zondagsschool enz. Tsestemd, met een drietal kleinere vertrekken, waaronder er lêén gebruikt wordt voor een bibliotheek. En de Tweede Englewood Kerk heeft denkelijk de beste boekerij van al de Chr. Hef. Kerken, die schrijver dezes ooit beeft bezocht — en er zijn er niet velen in ons land, waarmede hij geen kennis heeft gemaald.

En dan — niet te vergeten — er is een wel-ingericbt^i keuken in dit basement, een heusche keuken met flinke groote fcookkacbel en allerlei gerief, zoodat de gemeenteleden hunne sociale samenkomsten Ininnen houden in eigen kerkgebouw ... Schrik hier niet van, waarde Nederlandscbe lezers, maar wij in Amerika meenen, dat er in het gemeentelijk leven óók eene plaats is voo^r gezellig verkeer, of, wat wij hier noemen „sociaal intercourse". De jeugd der gemeente, zoowel als hot oudere volk, heeft behoefte aan zooiets — ook als tegenhanger van wat de wereld zoo lokkend aanbiedt. Hadden de Korinthische Christenen trouwens al niet hunne „agapae" of lief de-maaltijd en? Het lezen van Nederlandsch-Indische bladen leert schrijver dezes, dat ons Geref. volk op Java en Sumatra óók zulke bijeenkomsten organiseert. Als men eenigszins in de „verstrooiing" leeft gelijk onze Gereformeerde menschen in Indië, en tot op zekere hoogte ons volk ia het groote Amerika, dan gevoelJ het christenhart soms beshste behoefte aan een ontmoeten van elkaar als zonen en dochteren van hetzelfde huis — als eene „gemeenschap der heiligen)". Daarom speet het mij, dat de roepende Kerken in En.g'lewood niet, evenals b.v. de Utrechtsche Kerk , jn 1923, een „ontmoetingsavond" hadden geoiiganiseerd, na het synodale biduur dat, zooals reeds medegedeeld, ditmaal geleid werd door Ds I. van Dellen, president der Synode van 1924, en zoon van een voormalig, pastor der Eerste Cbr. Ref. Church van Englewood, wijlen Ds L. van Dellen, in Nederland welbekend. Nog behoort schrijver dezes toe te voegen aan de teekeniag van bet kerkgebouw der Tweede Gemeente, dat het is opgetrokken van rooden baksteen (red brick) in een bouwstijl, die wel wat al te gemengd is — apowat tusscben het Gothische en Romaansclie in, terwijl de toren, waarmede de voorgevel is voorzien, doet denken aan de tprentransen van een middeleeuwsch kasteel. Het gebouw kostte 75.000 dollar. Doch genoeg over interieur en exterieur. Reden waarom wij er bij stil stonden zoolang, is, om ons medelevend volk in Nederland mede te deelen boe het bij ons in Amerika is gesteld, ook wat de inrichting enz.-wan. kerkgebouwen aangaat. "^^Kf

Om nu tot de Synode terug te keeren — wat werd er alzoo verhandeld? Benevens de zaak der zending onder de heidenen, .waarover ik in den vorigen brief schreef, werd die der Theologische School met het daaraan verbonden Calvin College besproken. Van' de voorgestelde, vaak begeerde scheiding dezer twee inrichtingen komt voorloopig niets. Zooals de lezers van dit blad wellicbt weten, is Calvin College gegroeid alt het literarisch departement der Theologische School, m 1876 te Grand Rapids geopend. Langzamerhand is het College een beele inrichting geworden. Ongeveer twintig leeraren zijn er aan verbonden, er zich geheel aan wijdend, behalve enkele professoren van het Theologisch Seminarie die er enkele lessen in geven.

De loopende uitgaven voor zulk een school stijgen bij bet-jaar. Gedurende 1925 werd er uitgegeven voor het onderhotid van College en Seminarie te samen, 98.075.00 dollar of bijna honderd duizend dollars, waarvan 62.120 Toor salarissen alleen.

Het budget voor 1926 is vastgesteld op 109.300 dollar. Het gestadig stijgen dezer uitgaven doet sommigen onzes volks wel eens wat tegenstribbelen, vooral omdat zooveel van het opgebrachte besteed wordt aan het College, waarvan het meerendeel der studenten bestaat uit jongemenschen, die niet voornemens zijn, zich te •vijden aan het ambt van predikant of aan dat van.' missionaire dienaar des Woords.

Ook zijn er heel wat vrouwelijke studenten aan Calvin College. Men meent, dat het niet billijk is, dat heel de Kerk wordt „belast", voor meer, veel meer, dan wat „de School der Kerk" eigenlijk zou eischen. Vandaaj; dat er telkens stemmen opgingen, op scheiding van College en Seminarie aandringend. Te meer daar Synoden meer dan eens hadden verklaard, dat het principieel zuiverder is om twee inrichtingen als hier bedoeld, te separeeren. Doch — de praktijk heeft óók wat te zeggen. College en Seminarie zijn gedurende den loop der tijden zóó innig te samen gegroeid, dat eene operatie om ze van elkaar te krijgen, gevreesd wordt als eene ondernemiag, die zou uiüoopen op den dood van bet College. Er is nog niet genoeg liefde onder ons volk, voor de idealen der hoogere opleiding, en de afstanden zijn veel te enorm, om de separatie te durven ondernemen. De Synode van 1926 besloot daarom om bij het oude te blijven in deze. Zeker wel de veiligst^' weg op heden. Ik meen echter, dat men het hier niet bij laten mag. Om des beginsels wil. Een beginseï werkt ook dóór. Daarom heeft schrijver dezes in T li e Banner er op gewezen, dat men de solutie van het probleem moet beginnen te zioeken in de richting van een „endowment fund", i.e. een grondkapitaal, veiliglijk belegd, waarvan men de rente gebruikt om het Colïege te onderhouden. Daar is wel kans dat men, in die richting sturend, ten slotte aankomt in de gewenschte haven: bet College eene onafhankelijke, dat is niet-officiëel-kerkelijke, inrichting. Ons volk in Amerika wordt steeds meer welgesteld — ten minste heel wat ervan. Nog onlangs gaf ééne familie in Grand Rapids 60.000 dollar voor een nieuw bibliotheekgebouw. Er zijh er nog wel meer, die heel wat zouden kunnen doen — en zeker wel zullen doen mettertijd. Een steeds toenemend getal onzer HoUanidscb-Amerikaans'che Christenen — zoowel in de Geref. Kerk (Dutch Reformed) als in de Christian Reformed Church, zonderen een-iiiendeï van^hun inkomen af voor kerkelijk^ en liefdadige inrichtingen. De bikomstenbelastiug laat zelfs toe, om vijftien procent van iemands inkomeni, mite voor bovengenoemde doeleinden bestemd, belastingvrij te hebben. Waar ongekende voorspoed .heerscht in ons land, met uitzondering van den landbouwstand op heden, kan er dus mettertijd heel wat kapitaal worden terzijde gezet om een „endowment" fonds te erlangen. Hope College van de Geref, Kerk, (te Holland, Michigan gevestigd), heeft reeds heel wat in vaste fondsen belegd. Als „Hope" en „Calvin" het eens met elkaar eens konden worden om te amal, gameer6n —. ja, wat kon er dan al niet worden gedaan voor het Hooger onderwijs onder leiding van het Geref. volk in Amerika en op Gereformeerden grondslag, naar de belijdenis onzer gezamenlijke Vaderen. Maar er zal nog heel wat water door de Grand en Black rivieren loopen, (de rivieren waaraan Grand Rapids en Holland respectievebjk liggen) eer bet zoover komt. En bet kome maar nooit, als die amalgamatie zou inhouden „snelle afloop der wateren".

Terugkeerend tot de Grand Rapids School zij nog gemeld, dat de Synode besloot om aan het vijftal professoren nu aan het Seminarie verbonden, nog een zesde toe te voegen. In plaats van de ééne leerstoel; van Dogmatiek en Ethiek met aanverwante vakken, zuUen er twee katheders zijn voor deze takken vart godgeleerd onderwijs. De apologetiek zal meer op den voorgrond worden geschoven door hem, die de Ethiek zal onderwijzen. Ook op de zendingswetenschap zal door hem nadruk worden gelegd.

In zake de publieke eeredienst was een rapport ter tafel. Dat rapport raakt • het actueele leven onzes Volks. Wij zijn omringd aan alle zijden door Kerkengroepen, die heel wat liturgische handelingen verrichten. Tot zooverre ging het er bij ons wat voorl naar HoUandsiche overgeërfde zede — een sober ingerichte eeredienst. Reeds jaren geleden weird er geroep vernomen, om het volk meer deel te doen nemen in den, ; dienst op de Zondagen, behalve zingein en offeren.-' Een flink plan werd ontwerpen, naar wenken, tendeele door Dr Kuyper en anderen gegeven. Eén onzer kerken voerde reeds de belijdenis van zonden en de daaraan' verbonden „absolutie" in.

Doch de groote meerderheid onzer kerken wilden van geene „innovatie" weten, ook al was die innovatie conform aan wat er reeds lang geleden geschiedde te Genève en elders. Het ontbreekt bij ons wel - u-at veel aan de gewenschte uniformiteit wat de bijzonder heden aangaat van de inrichting van den publiekca', eeredienst. De Synode van 1926 echter sprak zich weer' uit teS gunste van meer eenheid in deze. Toch voegde zij het woord „flexible", dat is „buigbaar", toe aan barei resolutie ten gunste van meer uniformiteit. Eiijidi' bestaande commissie zal haar arbeid mogen.; r.: i|ttii nueeren. "-^^#'^ ^

Van den publieken eeredienst gesproken zij-iró'g'ge-^ meld, dat er enkele Chr. Ref. Kerken zijn die er eeïf zangkoor (choir) op nahouden. Op heel bescheiden voet —^dit zij ter geruststelling gezegd. Een vroeger synodaal besluit omtrent het zangkoor bij de gemeente-Ujke samenkomsten was wel wat dubieus gesteld.

Daarom werd de zaak wederom ter synodale tafel gebracht. En wat werd er besloten? Haar over te laten aan te kerkeraden, evenals dat vroeger gedaan werd omtrent de aparte bekertjes bij bet Heilig Avondmaal, Evenwel, wat het Zangkoor betreft, met de bijgevoegde verklaring „that Synod would discourage the introduction of choir singing in public worship, except as an aid in congregational singing".

Bet scheen mij enkele weken geleden toe, dat ook de vraag van het zingen van gezangen, (hymns) eea actueel onderwerp van bespreking zou worden. Misschien wel van heel wat discussie. Want in ons land is de Chr. Ref. Church, wat het gezang in den eeredienst aangaat, een uitzondering op den regel. Wij zijn nog steeds een Psalmzingende Kerk. Bij de Unie met de „Ware HoU. Geref. Kerk" (Classis Hacfcensack), in 1890, werd die kleine groep toegestaan om hare 52 gezangen, de onderwerpen van den HeidelbergachenJ Catechismus volgend, te behouden. Die gezangen zijnl achter onze Psalmen gevoegd in ons Amerikaansch kerkboek. Ze werden ook wel eens gebruikt zoo nu en dan, hier en daar, in Kerken, die niet onder de Classis Hackensack ressiorteerden. Nu 'werd de uitgever van het kerkboek echter verzocht om ook „Psalters" uit te geven zonder die 52 hymns. Dat zal wel gebeuren. Dat dit echter een eind maakt aan het ge-, ^ zangen-probleem onder ons, betwijfelt schrijver dezes-S zeer sterk. Een steeds aangroeiend getal onzes volks ' is niet tevreden met deze „vrijwillige armoede", zooals men het in Nederland noemde, in betrekking tot onzen eeredienst. Men heeft er geen vrede mede, dat wij den naam des Zaligmakers, Jezus, wel mogen en moe-a ten noemen in prediking en gebed, doch dat hij uit-i| gesloten is van het gezang. Dat schijnt inconsequeiiit. "' Het is echter te verwachten, dat het nog heel wat tijd zal nemen, vóór het - vraagstuk brandend woridt. Wij zijn een conservatief volkje. En velen onder ons hebben óók oog voor het feit, dat er aan het invoeren van het „vrije lied" soms heel wat vast zit

Nog ééne zaak noem ik in dit artikel. De „Unions''^! of vereenigingen van werklieden zijn een-geweldigep macht in onze Unie. Duizenden onzes volks in de groote-^ steden bebooren er toe, nolens volens. Toch is er ontevredenheid omtrent deze zaak. Men is er niet gerust over. Er zijn heel wat schaduwzijden aa.n deze op zijn best „neutrale" unions. En eene beweging als die welke in Nederland leidde tot de formatie van „Patrimonium" en „Boaz", wil hier maar niet leiden t»t gewenschte resultaten. De Synode van 1926 stelde de beslissing weer uit tot die van 1928. Er zal dus wel werk overblijven en elk probleem kan ook in Amerika maar-niet-dadeliik opgelost wonden.

HENRY BEETS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Synode Christian Reformed Church in N.-A.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1926

De Reformatie | 8 Pagina's