Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PEBS-SGHODW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PEBS-SGHODW.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over Bavinck.

Dr H. W. V. d. Vaart Smit zegt in het „Geref. Theol. Tijdschr.": , ./, „ ,

Laat ik tevens hierbij, als ©eiKsfeiff leerlingen van (lezen groo|eu Gereformeerden theoldog, mogen uitspreken, hoe stuitend liet is, dat zoo aan den naa'm! en de nagedachtenis^ van Prof. Bavinck gelurfd wordt om hem aan_ de zijde van de „Ned. Geref." broeders .en zusters te krijgen. Ging dit nog op grond van publieke geschriften, ©r zou, alhoewel met leedwezen, in berust moeten 'worden. Nu echter verborgen, oncontroleerbare en persoonlijke gesprekken het snijmes vormen, ^vaarmee Prof. B a v i n o k eii zijn werk zoo mogelijk van den arbeid der Geref. Kerken moet worden losgesneden om tegenover deze kerken te worden uitgespeeld, is het bedrijf tegenover Prof. B a V i n c k s nagedachtenis onverantwoordelijk en des te meer stuitend, nu het voortkomt uit kringen, die tegenover de onderstelde overschatting van het intellect zeggen nadruk te leggen op de zuiverheid van handel en. wandel en op den eisch van het gemoedsleven. Mij althans beeft deze handelwijze méér pijn gedaan, dan alle andere ellende, welke het jaar 1926 in' onze Geref. kerken tengevolge van het conflict heeft gezien. En ik weet, dat zeer vel© oud-leerlingen van Prof. Bavinck dit gevoelen met mij doelen. En wat Prof. B a v i n c k s standpunt betreft — ook ik zou van persoonlijke gesprekken en mededeelingen van de zijde van Prof. Bavinck zoowel vóór als na mijn promotie het een en ander kunnen zeggen. Natuurlijk doe ik dit niet. Prof. Bavinck heeft zijn overtuigingen in vele geschriften to boek gesteld en deze geschriften spreken van hem, ook nadat hij gestorven is. Wij, hebben' niet het recht daar iets aan tos te voegen, noch iets van af ta doen. En bovendien, in persoonlijke gesprekken kreeg men eigenlijk nimmer den echten Bavinck te hooren. Deze geleerde Christen was zóó ontzaglijk waardeerend en teer ten opzichte van gedachten en gevoelens dergenen met wie hij sprak, dat hij steeds twee mijlen met U ging, als gij hem dwoiigt één mijl met U te gaan. Daardoor kreegt ge in persoonlijke gesprefclven vaak den indruk alsof gij gelijk hadt en Prof. Bavinck dit met ü beaamde. En toch — de ervaring is meer dan één van .zijn leerlingen niet ^Teemd gebleven, dat als daarna Prof. Bavinck weer alleen was en in plaats van de persoon tegenover hem de waarheid boven hem haar klare eischen deed hooren, hij schriftelijk zijn contra's op Uw opinie's deed hooren en er van Uw eersten indruk niets nieer overbleef, maar ge er dan toe kwaamt den geleerde voor Uw opinie excuus te vragen en den Christen lief te hebben. Ik denk, dat het zóó met vele van die persoonlijke g'esprekken, op welke men zich beroept, gesteld is, wellicht zelfs met alle.

En verder, wat de vraag betreft, hoe Prof. Bavinck in het conflict van 1926 g^estaan zou hebben? Ik ben ten volle overtuigd, dat hij inzake de dogmatische uitspraken ten volle aaa de zijde der Synode gestaan zou hebben. Zijn geschriften bewijzen dit nog dag aan dag. En de persoon was niet anders dan de geschriften. Alleenlijk dit — het ware niettemin wel mogelijk geweest, dat hij het heele conflict had kunnen voorkomen. Doch dan niet doordat hij iets zou hebben afgedaan van den 'dogmatischen inhoud der Asser uitspraken. Maar dan wèl, doordat hij de eenige man was, die in staat was Dr G e e 1 k e r - k e n te overtuigen en naar wien waarschijnlijk D r Geelkerken ook geluisterd zou hebben. Het heeft niet miogen zijn. De Heere nam hem weg. En bet is ook van den Heero' dat wij door den strijd heen moeten. Wellicht, ja zeker, zal dit ten slotte blijken ten goede geweest te ? ijn. Als de Heere God den rijkdom van Zijn Woord aan het menscbengeslacht scJienkt, doet Hij' dit steeds door het scheppen der togenstellingen. Eerst dan komt de mensch tot den van God gewilden geestelijken arbeid. Zoo is het met elk dogma geweest. Zoo is het ook met het nog in den strijd begrepen dogma der Heiligs Schrift.

Kerkbouw en gereformeerde gedachte.

„Op den Uitkijk" geecEt den laatsten tijd interessante artikelen over kerkbouw, opgevat naar de gereformeerde gedachte en daardoor beheersöht. De artikelen zijn van de hand van den heer .fac. P'h. Wormser. Uit het laatste artikel knippen we enkele dealen. Over het liturgisch besef, dat in den kerkbouw zijn rechten vraagt, zegt de schrijver;

Zonder liturgisch besef kan van w.aarachtige kerkelijke bouwkunst geen sprake zijn. De Roomsche liturgie vereischt een geheel andere kerkinrichting dan de liturgie, voorgestaan door de Liturgische Vereeniging. En daarvan A\-eer verschillend is de inrichting der kerkgebouwen naar de Gereformeerde liturgie, zooals die in gebruik is in de Hervormde Kerk, in de Gereformeerde Kerkea en ook in de kleinere Kerken van Gereform-eerden stempel.

Met deze liturgie in het nauv/ste verband staat de geheele vormgeving, ten eerste van den plattegrond. Uit dezen plattegrond groeit de opbouw. En dat kerkgebouw zal het beste geslaagd zijn, dat ook in de uitwrendige structuur het zuiverste beeld geeft van de ruimte, die het omsluit.

Opvallend is het, dat steeds de liturgische, symbolische en practische eischen samenvallen, wanneer het gegeven slechts geheel en al doordacht is. Alleen met de avondmaalstafel staan we nog voor ee'ne moeilijkheid, wanneer men die om symljoiische redenen wil laten staan gedurende den Dienst des Woords. Dan moet men de tafel aanmierfcelijk inkorten, .^ooals Dr Kuyper voorstelde (zie - kerk te Dordt) en komt men ten slotte tot de Lutherscbe Avondmaalstafel, — of men moet het H. Avond-, maal niet symboliseeren In de nachtmaals disc h, maar in de drager van brood en wijn, schotel en beker, geplaatst op een voetstuk, tegenover d e n drager van het water des Doops, den doopvont.

Heeft men echter daartegen bezwaar, 4an plaatse men het doopvont in het midden, vóóraan op het podium.

Doch in dezen zal ook, naar Calvijn's woord, „de liefde wel oordeelen, wat schaadt en sticht, en zoo we haar het beleid laten hebben, zoo zullen alle dingen wèl gaan."

Enkele praJctiscbe wenken besluiten het artikel:

Ie. In een roomsche kerk mag een mystieke sfeer zijn, maar het protestantsche kerkgebouw moet niet te spaarzaam zijn verlicht: op elke plaats moet men in zijn zakbijbeltje de voorlezing der Schrift goed kunnen volgen. Wanneer zelfs des zomers in do morgengO'dsdienst-oefening in sommige gedeelten der kerk het kunstlicht mioet worden ontstolcen, (en dit komt voor) is aan dezen praktischen eisch niet voldaan. Het streven van de moderne bouwkunst om laag aangebrachte ramen te maken is bij kerkbouw zeker niet te verdedigen.

2e. Dt: luchtverversching laat, ook in sommige nieuwgebouwde kerken, veel te weiischen over. Ik zou het Robert Evans, den mijnwerker die in 1905 in Wales de geestelijke opwekking leidde; , niet durven nazeggen: „Zet alle ramen open, in d& ze benauwde lucht kan de Heilige Geest niet werken!" Alaar wel weet ik, dat een bedompte atmosfeer nadeelig zal werken op spreker en hoorder beiden, , en daardoor veel zegen kan wegnemen. Door een flinke, doorgaande veatitetie in de kap kan gezorgd worden voor een zuivere atmosfeer; zonder tocht.

„Stilstaande, wetenschap".

Amandi zegt in de „Westlamdsche Kerkb.":

De Kerknieuwsredacteur van de „N. R. C." heeft het tegenwoordig nog al druk over de haren van S i m s o n.

Nu hadden we in onzen studententijd met elkaar een bevlieging den toen zoo bekenden „Bijbel voor Jongelieden van Gort en Hooykaas" door te werken.

Daar werd de Simsongeschiedenis verklaard als een zonnelegende. Simson was de zon. Zijne haren hare stralen. Werden de stralen kort, dan week de zonnekracht. Als de zon stond in het sterrenbeeld van den Leeuw, dan maken de bijen hunne honing. Dat is dan , de verklaring van het verslaan van den Leeuw, en het vinden later van den honing en het raadsel van Simson.

Wat lezen we nu in de „N. R. C." van 10 Febr. l.L? Als een kersversche vinding en eene spiksplinternieuwe oplossing van het Simson-raadsel, die nu den bijbellezer tot wegneming van alle moeilijkheid wordt aangeboden, staat daar de volgende „wetenschappelijkheid":

„Als jnen veronderstelt, dat wij hier te doen hebben met een verwerkte en op een mensch overgebrachte zonnemythe, wordt de zaak duidelijk. Daar de aarde zich beweegt om de zon, schijnt de zon aan den hemel voortdurend van plaats te veranderen, wat blijkt uit haar verhouding tot verschillende sterrengroepen. In de twaalf maanden van het jaar gaan twaalf onderscheiden sterrenbeelden tegelijk met de zon op en onder. Men noemt ze de teekenen van den dierenriem, en één daarvan heet de Leeuw. Dat Simson een leeuw verscheurt, kan dan oorspronkelijk hebben beteekend, dat de zon midden door het sterrenbeeld de Leeuw heengaat. Ook het zoogenaamde raadsel wordt dan begrijpelijk, want het wordt een werkelijk raadsel. Er is namelijk, wat den tijd betreft, verband tusschen den loop der zon en het maken van honing door de bijen, want de bijen plegen haar raten te maken in den tijd, dat de zon door den Leeuw gaat, sn de honing is gereed, als zij dat sterrenbeeld verlaat".

In ruim dertig jaar niets geleerd en niets vergeten. Is dat. niet een stilstaande w^ e t e n s c h a p?

Ds Lingbeek, Dr Kromsigt, Chr. Verzorging van Krankzinnigen en Assen.

In het., , Noord-Holl. Kbl." lezen we:

De Kerk er buiten. In „de Gereformeerde Kerk", het orgaan der confessioneelen in de Hervormde Kerk, komen de Gereformeerde Kerken nog al eens ter sprake en lang niet altijd in gunstigen zin. Dikwijls ook worden over onze Kerken onjuiste opmerkingen gemaakt of wordt het standpunt der Gereformeerden eenzijdig weergegeven. Inzonderheid de redacteur van de rubriek „Vragenbus", het Tweede Kamerlid, Ds C. A. Lingbeek, maakt zich daaraan nog-al eens schuldig. Vroeger vestigden wij daar in deze rubriek meermalen ' de aandacht op. Terwijl wij er dan steeds voor zorgden, onze meening met het noemen van feiten te staven. En nooit werden deze weerlegd. Tot op den huldigen dag meenen de lezers van „De Gereformeerde Kerk", dat tegen wat Ds Lingbeek schrijft, eenvoudig niets in te brengen is. Want zij werden onkundig gehouden van wat er tegen ingebracht werd.

Ook de tegenwoordige eindredacteur van dit blad. Dr J. Oh. Kromsigt, van Oostwold, doet „Kuyper's Kerk" nog wel eens onrecht. De vorige week moest daarvoor, in een artikel: „De Kerk er buiten", zelfs dienen „het feit, dat de hervormde burgemeester van Veenendaalop de candidatenlijst zijn plaats moest inruimen voor een professor van Kuyper's universiteit".

Sancta simplicitas! De persoon, die Dr Kromsigt vermoedelijk houdt voor een professor van Kuyper's Universiteit en no. 1 op de A.-R. lijst in Utrecht staat, i s advocaat in Rotterdam en woont in Driebergen. En — verder, voor den burgemeester van Veenendaal werd door sommige Hervormden niet de eerste, maar de v ij f d e plaats gevraagd. In hetzelfde artikel wordt beweerd, dat de Hervormden de Kerk er buiten willen hebbeu. Dat blijkt door dit voorbeeld al dadelijk heel duidelijk!

In hetzelfde artikel durft Dr Kromsigt ook nog het volgende neer te schrijven: „In „de vereeniging voor christelijke verzorging van krankzinnigen" zijn in een kring van leden van verschillende kerkgemeenschap de besluiten van de Asser S-jmode bindend verklaard voor allen". Dit wordt, zonder eenig onderzoek, ontleend aan „de Waarheidsvriend". Want de hoofdredacteur van dit blad. Ds IVI. van Grieken, zond dit bericht de wereld in. Maar Ds van Grieken las blijkbaar nooit de officiëele mededeeling van het Bestuur van het punt in kwestie en verzuimde te voren inlichtingen in te winnen bij de bestuursleden van genoemde vereeniging, die evenals hfj, lid zijn van den Gereformeerden Hond. Want dan had hij deze onjuiste mededeeling zeker niet kunnen doen! De fout van Dr Kromsigt is grooter. Want sindsdien zette Ds L. H. van der Meiden, Christ. Geref. pred. te Dordrecht, ten overvloede de zaak in de pers nog eens recht.

We stemmen van harte in met den zin, waarmede Dr Kromsigt zijn artikel eindigt: „Ja, ja: „de Kerk er buiten", dat geeft in de practfjk z'n moeilijkheden".

Vooral, als men niet op de hoogte is en zich ook niet op de hoogte stelt.... of wil stellen.

Wat de vereeniging v. Chr. verzorging v. krankzinnigen betreft (propaganda voor de richting-Geelkerken werd daar verboden, evenals b.v. pro'paganda voor een bepaalde kerk), het onjuiste bericht heeft ook in d'e pers van Dr Geelkerken, de ronde gedaan. Het art. van Ds v. d. Meiden nam ik over in „De Bazuin". Het weerlegt een onjuiste klacht over het rigorismei, da, t tegen vrienden van Dr G. zou woeden, naar hef heette.

Een Hervormde stem.

K. schrijft in de „Geref. Kb. v. Rotterdam":

Eenigen tfjd geleden werd in Hervormden kring te Leeuwarden een vergadering van de Evangelisatievereeniging gehouden. Aan de orde werd gesteld de regeling der predikbeurten. In het verslag lezen we er dit van: In den vroegeren kerkelijken toestand, die voor de orthodoxie in het algemeen niet gunstig was; , bracht Ds Groot Enzerink verandering, door de oprichting der Evangelisatie-vereeniging, nadat geweigerd was, hier een tweeden confessioneelen predikant te benoemen. Inmiddels ontstond in de evangelische richting een splitsingsproces en kwam er een andere lijn, zooals die te zien is in de predikanten de Buck, Oberman, Norel. Daarover kunnen wij ons verheugen, evenals het beroepen van een zoo bekwaam ethisch

predikant in een evangelische vacature een vooruitgang genoemd mag worden. Ofschoon de historische orthodoxie daarbij niet gebaat is.

Deze merkwaardige woorden nu: „ofschoon de historische orthodoxie daarbij niet gebaat is", n.l. door het laten optreden van een ethisch predikant, worden aldus nader verklaard en toegelicht: „de ziel dezer orthodoxie staat op een andere basis dan de ethische, dan dat ze gevoed zou kunnen worden door een ethische prediking".

Dit is veelzeggend en leerrijk. Wat wij in onze Gereformeerde Kerken al zoo lang hebben geweten en aan de gemeente hebben voorgehouden, wordt ook in den kring der Hervormden duidelijk en onomwonden uitgesproken dat er tusschen de historische orthodoxie en de ethische richting een klove gaapt, die op kerkelijk gebied niet is te overbruggen.

Merkwaardig is het krasse woord dat te Leeuwarden gesproken werd door den voorzitter der vergadering, over het pogen om de historische orthodoxie met het ethische te vereenigen. Hij zeide daarover: „er mag tusschen beide geen sprake zijn van unificatie, omdat dit op een mystificatie zou uitloopen".

Dit is kras gezegd, maar volkomen naar waarheid. Onder die unificatie heeft men te verstaan het zoeken naar synthese tusschen gereformeerd en ethisch. Het is een andere naam voor dezelfde zaak.

Maar bewust of onbewust, hier achter ligt een mystificatie.

Wij zijn dankbaar voor dit te Leeuwarden in Hervormden kring gesproken woord, en zijn van oordeel, dat het ook voor Gereformeerden, die eenigszins wankel staan, goed is dit te hooren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PEBS-SGHODW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's