Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat de Heilige Geest voorbijging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat de Heilige Geest voorbijging.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als de dag van het Pinkster(leest)vervuld was.... Hand. 2:1.

Waar hebben wij Pinksterfeest gevierd?

Op het doode Sion?

Of in de levende Kerk?

Op den Pinksterdag hebben wij opnieuw gezien waar de Heilige Geest vandaan kwam en waar hij heenging, waar het eindpunt - was van zijn weg.

Hij kwam uit den hemel. Hij ging naar het hart der discipelen. Om dat te vervullen. Om er te blijven.

Wij vergeten daarbij meest er op te letten wat die Geest v o o r b ij g i n g, namelijk het volk Israël, dat bezig was den Heere te dienen in den tempel. Het uitwendige volk. Met zijn eigenwilligen godsdienst.

Maa, r toch: een schijnschoone wereld van religieus leven en religieuze handeling, vol heilige wijding en prachtig, plechtig ceremonieel.

't Was tegen het eind van den korenoogst.

De sikkels waren ingeslagen en de-gai-ven verzameld.

Nu was het feest. Hoogtij en vierdag. Heilig was de samenkomst op Sion. Bijzonder het offer. Eerst het gewone, dagelijksche offer, volgens voorschrift. Dan een geitenbok ten zondoffer, twee varren, een ram en zeven eenjairige lammeren ten brandoffer, vergezeld van spijs-en drankoffers. V^ervolgens twee beweegbrooden van twee tienden epha, "uit Israels woningen aangebracht, gedeesemde eerstelingen, als ieen dankoffer, symboJiseerend den geheelen vollen oogst, dien men uit 's Heeren hand hoopte te ontvangen. Die broeden werden voox den Heere bewogen in het heiligdom, als om uit te laten komen: alles is uwe oi Heere, en wij ontvangen het van U alleen. ,

Vele en groof waren daarbij de verplichte offers. En niet minder de vrijwillige brand-en dankoffers. Vele en. kostelijke varren waren gekocht, 't Kostte wel duur geld. Maar voor üeii Heere was het beste niet goed genoeg! 't Ging om Zijn eer. Om God den Koning te eeren.

Lange tafels stonden gereed voor de offermaaltijden: kinderen, dienstknechten en maagden, armen en vreemdelingen, weduw en wees mochten daar aanzitten en zich vroolijk maken voor het aangezicht des Heeren.

D; aar zongen de koren. De duizenden stonden geschaard in den voorhof. Cajaphas was er met Annas. En de vele priesters en Levieten.

Daar klonk het lied: Bindt d'offerdieren dan met touwen tot aan de hoornen van 't altaar.

Wat een heerlijk feest!

Welnu, waarom komt de Heilige Geest daar niet ? Daar is alles godsdiefist, offer, dank, lied. Daar heerscht de religieuze stemming, Daar is de dienst van Jehövah, den Heere des hemels en der aarde. Daar rocken Zijn altaren.

Waa.rom gaat de Geest dit alles voorbij, zonder er zelfs met een tonge vuurs langs te ritselen? Waarom maakt : de G'eest deze offers tot Kaïns offers ? '

Waarom komt Gods. Geest niet in dien statigen marmeren tempel, bij de pracht van goud en brons, van gordijnen en gewaden, van altaren en offerrcok, waar de lofzang uit Sions tempelzalen weerklinkt?

De sectarist heeft een antwoord. Maar, een verkeerd. Hij zegt: Gods Geest komt nooit in de officiëele kerk, bij de breede schare der duizenden; Hij laat den vromen hoop links liggen, hij zoekt het kleine groepje, dat zich afgescheiden heeft van de velen.

Neen, dat is niet waar! De Heere had wel degelijk gewoond te midden van de lofzangen Israels, bij de groote gemeente, die Zijn lof vertelde. Toen was da, ar de Kerke Gods. Nu is zij er niet meer.

Bij Christus' dood is het voorhangsel g e-scheurd. En daarmee is de dood van. 's Heeren wege geschreven op dezen eigenwilligen offerdienst, achter het door den mensch weer toegehechte voorhangsel. Nu is dat alles ijdel vertoon, kleederen zonder lichaam. Vorm zonder wezen. De menschen zijn gebleven. Maar de Heere is heengegaan. Het is nu een naglimp • en naklank «van wat vroeger religie en eeredienst was.

Maar nu is het valsch. Imitatie. Leugenvverk. Versteende vormendienst.

Een prachtig praalgraf, bedeksel voor den dood. Christus is er niet. En daarom komt er de Heilige Geest niet.

Laat ons deze les verstaan, voor onszelf, voor ons kerkelijk leven.

Als wij Christus missen, hem niet hebben door het geloof, dan mogen we. den Geest niet verwachten. Dan is onze religie vo^rm, zonder , wez en. Maar dan kan ook geen klatergoud onze armoede bedekken. •

Al zouden de grootste kerken opgepiakt zitten en staan met menschen, en' statige psalmen worden gezongen bij daverende orgelklanken, en welsprekende dienaren ons in pracht van taal het Pinksterevangelie prediken, al zou ons goud Oipgestapeld worden ten offerande, dan zou het alles nog den Heere een gruwel zijn.

Versteende godsdienst, doode rechtzinnigheid, ingewikkeld in .de windselen van een op zichzelf zuivere belijdenis — dat is al een heel armelijke mummie - al ligt zij in een kerkelijk Koningsgraf.

Daar gaat de Heilige Geest voorbij.

Want die Geest komt alleen naaf het levende lichaam van Christus.

Naar de waarachtige belijders, de sterken en de zwakken. De oprechten van hart en weg.

Daar is zijn rustplaats.

De fonteinen des levens klateren daar en de stroomen bruisen op' het droge.

Waar hebben wij Pinksterfeest gevierd?

Op het doode Sion?

Of in de levende Kerk?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Wat de Heilige Geest voorbijging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's