Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pers-stemmen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pers-stemmen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De besluiten inzake de „Unions”.

Op de Synode van de Christelijke Geref. Kerk in Amerika werden inzake de „Unions" en andere maatschappelijke organisaties belangrijke beslissin-.gen genomen.

De „Acta" stellen ons in staat deze vollediger mede te deelen, dan voor eenige weken in de pers geschiedde.

Wij citeeren hier het voornaamste:

„Uwe Commissie adviseert der Synode als volgt:

A. De Synode aanvaarde eenigszins gewijzigd de conclusies van het'rapport, ingediend bij de Synode van 1926.

I. Op de vraag of het in strijd is met ons Christelijk heginsel, dat de leden der Kerk tevens leden zijn van organisaties op maatscliappelij'k terrein, waar deze organisaties niet op Christelijk standpunt staan, en niet vanuit Christelijke beginselen werken, dient als antwoord:

Dat ieder Christen vrij moet worden geacht samen te werken met zijne naasten op elk wettig terrein der samenleving, en dat hij als lid der maatschappij volkomen recht heeft mee te doen aan een gemeenschappelijke onderneming, of zich met anderen vereenigen in een organisatie, wanneer het welbegrepen doel van zulk een ondernemiing niet in strijd ds met de algemeene rechtsbeginselen, in Gods Woord neergelegd. (Agendum 1926 pp. 115, 117.)

Aangenomen.

II. De vragen: Van welken aard is de solidariteit van de Unions en gelijksoortige groepen? Is elk lid van zulk een vereeniging verantwoordelijk voor de besluiten en handelingen van zulk een organisatie of niet? worden als volgt beantwoord:

1. Dat een Christen die lid is van een maatschappelijke organisatie, van welken aard ook, van Godswege gehouden is getrouw zijn invloed als Christen te doen gelden en voor recht en billijkheid te strijden.

2. Dat hij door instemmen of ook door ledig toezien, ten volle persoonlijk verantwoordelijk wordt voor het zondige in de besluiten en de praktijken der vereeniging waartoe liij behoort.

3. Dat hij, om isersoonlijk vrij te zijn van schuld, eerst met allen ernst heeft te protesteeren tegen zulke handelingen die de perken des rechts te buiten gaan en naar vermogen moet trachten het kwaad te stuiten; en indien de organisatie, ondanks dit protesteeren, volhardt in het plegen van het kwaad, dan wordt het des Christens plicht, zijn lidmaatschap in zulk eene vereeniging op te zeggen (cf. Agendum, 1926, p.p. 118, 122.)

Aangenomen.

III. Op de vragen: Welke is de roeping der Kerk metbetrekking tot deze zijde van het leven, en, meer in het bijzonder: Hoe heeft de Kerk te handelen ten opzichte van leden, die zich geplaatst zien voor de pro-Memen die opkomen uit den strijd van het maatschappelijk leven, en zich hebben aangesloten bij een of andere organisatie? luidt het antwoord der Synode;

1. Dat de Kerk van Christus geroepen is door haar sleutelmacht zichzelve zuiver te tonden van dezulken die zich hebben aangesloten bij vereenigingen die ia haar wezen in strijd zijn met Gods Woord. Zulke vereenigingen zijn niet alleen de geheime genootschappen, maar ook die organisaties op maatschappelijk gebied, die hetzij in hare statuten, hare officieele propaganda, of in hare doorloopende praktijken, zich openbaren als antichristelijk.

2. Dat de Kerk tegenover hen die zich aangesloten hebben bij organisaties die niet in haar wezen in strijd zijn met Gods Woord, maar in welke toch veel gevonden wordt dat afkeurenswaardig is en in strijd met onze christelijke beginselen (zooals vele werkgevers-en werklieden-vereenigingen) steeds onderwijzend en vermanend heeft op te treden. De Kerk, die alijtd de roeping heeft om het licht van Gods Woord te laten vallen op elk levensgebied, hare leden te waar-• schuwen tegen het kwade, de rechte beginselen aan te wijzen, en tot 'handhaving daarvan aan-te sporen, verzuime die taa'k niet voor het terrein van den arbeid, en dringe er bij hare leden op aan, dat zij hunne kracht vooral zoeken in Christelijke organisaties.

3. Dat van kerkelijke tucht over leden die tevens leden zijn van organisaties, die niet in haar wezen in strijd zijn met Gods Woord, maar in welke toch veel gevonden wordt dat afkeurenswaardig is en in strijd met onze christelijke beginselen, dan alleen sprake kan zijn wanneer blijkt dat zij medeplichtig zijn en medeschuldig staan aan handelingen die in strijd zijn met het gebod Gods. Met andere woorden, wanneer het doel van eene vereeniging op zichzelf wettig is en de organisatie in haar reglement niet iets van hare leden eischt dat in strijd is met het recht, kan de Kerk niet tegen iemand, jjloot vanwege lidmaatschap in zulk een organisatie, beide wat beginsel en praktijk aangaat, vele gebreken zijn aan te wijzen. Hier geldt dus ook de regel dat slechts liet persoonlijk schuldig staan aan censurable zonde iemand tot voorwerp maakt van kerkelijke tucht (cf. Agendum, 1926, p.p. 122, 123). Aangenome n."

Men ziet hieruit, dat deze kwestie niet voor het eerst ter Synode was.

Volkomen juist is hier het gehuldigde beginsel, dal de kerk bij haar tuchtosfening slechts te vragen heeft of iemand persoonlijk schuldig staat.

Toch benoemde-de Synode ook een commissie om onderzoek te doen naar het karakter van een bepaalde arbeidersvereeniging.

De „Acta" vermelden:

„De Synode geve 'gevolg aan de instructie van de Classis Grand Rapids West dat de Synode eene com-, missie benoeme om te onderzoeken of T h e American Federation of Labor gerekend kan worden tot de zoogenaamde neutrale vereenigingen te behooren.

Gronden:

a. Het rapport, aan de Synode van 1926 voorgelegd, geeft op deze vraag geen antwoord;

b. Omtrent deze vraag is er weinig 'helderheid in onze kerken;

c. Deze zaak geldt het belang der kerken in ''t algemeen, omdat genoemde „Federation" over geheel ons land is verbreid.

Alzoo besloten."

Zelfs wil de Synode de vraag onder OQgen zien wat kan worden gedaan om christelijke sociale organisaties tot , , herleving" te brengen.

„In verband met (het slot van conclusie A, III, 2, dringt de Commissie er bij de Synode op aan om eene Commissie te benoemen, die de vraag indenkt wat zou kunnen worden gedaan tot herleving van christelijke organisaties op maatschappelijk gebied.... Alzoo besloten."

Natuurlijk^ wil de kerk als instituut hierdoor niet de taak van de kerk als organisme overnemen. Maar evenals de kerk als instituut de overheid op haar roeping mag wijzen, mag zij dit ook de kerk als organisme doen.

HEPP.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1928

De Reformatie | 4 Pagina's

Pers-stemmen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1928

De Reformatie | 4 Pagina's