Persstemmen.

Reformatie in den eeredienst In de Clir. Ger. Kerk inAmeriica. II. (Slot).

Gelijk wij zeiden volgen nu eerst de regelingen, welke dieper ingrijpen.

Met zijn inzonderheid de „Behjdenis van Zondem: " en de „Absolutie" (hier om gevoeligheden te ontzien terecht met een ander woord aangeduid, n.l. „Verzekeiring van Vergeving") — te Utrecht (1923) werd voorgesteld: „Verkondiging van vergeving der zonden", welke het meest de aandacht trekken:

5. BELIJDENIS VAN ZONDEN.

De Gemeente volge in hunne harten eerbiedig den Leeraar als hij hen voorgaat in de Belijdenis der Zonden, daartoe gebruikende een van de volgende formules:

Eeuwige God en genadige Vader: Wij belijden voor Uwe Goddelijke Majesteit, dat wij arme, ellendige zondaren zijn, ontvangen en geboren in ongerechtigheid, onbekwaam in ons zelven tot eenig goed en geneigd tot alle boosheid. Onze zonden staan tegen ons op en getuigen tegen ons. Al Uwe geboden hebbeo wij overtreden met gedachten, woorden en werken-Wij allen hebben gedwaald als schapen, en zijn onwaardig Uwe kinderen genaamd te worden. Maar, o Heere, wij hebben berouw; het is ons een oorzaak van leedwezen, dat wij U vertoornd hebben, en wij nemeu onze toevlucht tot Uwe oneindige genade en ontferming. U van harte aanroepend «n vertrouwend op de verdiensten van onzen Middelaar, Jezus Christus, smeeken wij U om Zijnentwil ons al onze zonden te vei'geven. Wasch ons in de zuivere fontein' van Zijn bloed, opdat wij rein mogen worden, en wit als de sneeuw. Bedek onze naaktheid met het kleed van Zijn onschuld en gerechtigheid tot verheerlijking van Uwen Naam en tot blijdschap onzer harten. Dit bidden wij van U, O Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, .Vmeu.

Almachtige God en Vader van onzen Heere Jezus Christus: Zie op ons neer, wij bidden U, met een oog van barmhartigheid, en wees ons genadig, nu wij ons nederbuigen voor U met oprechte behjdenis van onze zonden. Wij h©bb©n Uwe geboden overtreden met gedachten, woorden en werken, en ons afgekeerd van den weg des levens. Bij U o Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons is de beschaamdheid der aangezichten. Maar bij U, o Heere, onze God, zijn ook de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen U gerebelleerd hebben. Want Gij, Here, zijt goed en gaarne vergevende, en van groote goedertierenheid allen, die U aanroepen. Spreek tot onze zielen van vergeving en vrede om Uws Zoons, onzes Middelaars en onzes Heeren wil-Uwe go©d©rtier©nheid, Heere, zij over ons; gelijk als wij op U hopen. En laat het U behagen, met de schenking van volle vergeving onzer zonden, ons ook te sterken in deri weg der gerechtigheid-Help ons de wereld te verzaken, onze oude natuur te dooden, en in een nieuw en heilig leven te wandelen door Jezus Christus onzen Heere. Amen.

Almachtige en zeer barmhartige Vader: Uw heilige Wet leert ons, dat wij een diep zondig volk zijn-Wij belijden voor U al ons gebrek en onze overtredingen-Wat wij doen moesten, hebben wij ongedaan gelaten, en wat wij niet moesten doen, hebben wij gedaan-Met berouwvolle harten verootmoedigen wij onszelve voor ü-Wees ons genadig, o God, naar Uwe gO'cdertierenheid-Verberg Uw aangezicht van onze zonden, en 'delg uit al onze ongerechtigheden-Verwerp ons niet van Uw aangezicht en neem Uwen Heiligen Geest niet van ons. Geef ons weder de vreugde Uws heils, gelijk Gij ons beloofd hebt in Christus Jezus, onzen Heere. En verleen ons om Zijnentwil, o Vader, die vol ontferming zijt, dat wij voortaan matig', rechtvaardig en Godzalig mogen leven, tot eere en verheerlijking van Uwen heüigen Naam. Amen.

Desverkiezende dan, hetzij in de plaats van-de Behjdenis der zonden of daarna, een Boetpsalm worden gezongen (terwijl zulk een Psalm gezongen wordt in langzamer tempo dan het gewone, blijve de Gemeente zitten). Benevens andere Psalmverzen is hier-'Voor bijzonder geschikt Psahn 130:2:

Zoo Gij in 't recht wilt treden, enz.

6. VERZEKERING VAN VERGEVING.

Na d© Belijdenis der zonden spreke de Dienlaar des Woords (do Gemeente blijve onder deze aankondiging zitten) pJdus:

Aan allen die aldus berouw hebben en hunne zaligheid in Jezus Christus zoeken, verkondig ik, op grond van de zekere beloften Gods; dat alle hunne zonden hun vergeven zijn om wille van de verdiensten van Christus.

Aan allen daarentegen, die zich niet van hkrte bekeeren, en zich andere middelen ter zaligheid zoeken, verkondig ik uit den Woorde Gods, dat de toorn

Gods en de eeuwige verdoemenis op hen ligt, zoolang zij zich niet wenden tot God met hartelijk berouw.

7. DE APOSTOLISCHE GELOOFSBELIJDENIS,

Deze handeling geschiede bij voorteur zoodanig, , dat de Gemeente eenstemmig met den Leeraar de Twaalf Artikelen uitspreekt.

Ter inleiding (nadat de Gemeente opgestaan is) 'gebruike de Leeraar deze of dergelijke woorden:

Laat ons nu tezamen ons algemeen, ongetwijfeld, Christelijk geloof belijden in de woorden der Apostolische Belijdenis. Een iegelijk spreke in zijh hart (en niet met den mond):

Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des homels en der aarde. enz.

8. PSALMGEZANG.

De Gemeente blijve staande, de Leeraar geT© liet Psalmyers op zonder het te lezen, en de organist spelt-een zeer kort voorspel. Een Psalinvers worde gekozen, dat blijde erkentenis uitdrukt van de vergeving der zonden en de verzekering des geloofs.

III. Dienst der Dankbaarheid.

9. ALGEMEEN GEBED, BESLOTEN MET HET GE­ BED DES HEEREN.

Het uitspreken van het Onze Vader kan geschieden door den Leeraar alleen óf eenstemmig dooa" Gemeente en Leeraar te zamen. Onze Vader, die in de hemelen zijt; enz.

10. HET OFFEREN DER LIEFDEGAVEN EN PSALMGEZANG.

De gekozen Psalm zij uitdrukking van dezelfde gezindheid als die welke den geioovigen gever beweegt zijne gave der dankbaarheid te brengen.

'il. DANKZEGGING VOOR DE GEOFFERDE LIFFDEGAVFN.

Wanneer een Kerkeraad deze Dankzegging liever wil weglaten, heeft hij vrijheid dit te doen. Het opnemen ervan in den dienst is echter aan te bevelen, omdat het de beteekenis van het Liefdeoffer, als een wezenlijk element van den dienst sterker doet uitkomen. Zeer gepast is het dat de Diakenen, nadat zij de collecte ter tafel hebben gebracht, staande blijven^ tenvijl de Leeraar een korte Dankzegging uitspreekt, daartO'e gebruikende een der volgende formules:

O God die zoo rijk zijt in barmhartigheid en gejiade, uit Wiens milden overvloed wij alles hebben ontvangen: Wij smeeken U dat Gij dit offer van Uw volk wilt aannemen. Wil hen die het brachten en hen voor wie het gebracht werd in Uwe liefde gedenken. En wil het zoodanig bekronen met Uwen zegen, dat het moge dienen tot vervulling der behoeften van nooddruftigen, en tot bevordering van het Koninkrijk van onzen Heere en Heiland, Jezus Christus, Amen,

Barmhartige God en Vader: Wij loven U die uit, Uw volheid al onze behoeften hebt vervuld naar den rijkdom van Uwe genade in Christus Jezus onzen Heere. Wij bidden U ons offer te willen aannemen, en ons door Uwen Heiligen Geest meer en meer te bekwamen om getrouwe rentmeesters te zijn van Uwe menigvuldige genade. Moge dit offer strekken tot een zegen voior onze zielen, tot beweldadiging van •onze medemenschen, en bovenal tot bevordering van de komst van Uw koninkrijk, tot verheerlijking en eere van Uwen heiligen Naam; om Jezus wil. Amen.

Uwe, o Heere, is do aarde on haar volheid. Uwe is al het goud en zilver, het gedierte der wouden en het vee op duizend bergen. Van alle dingen zijt Gij de Gever, en van wat het Uwe is hebben wij U onze gaven gebracht. Het behage U, wij bidden U, liat offer dat wij U nu brengen aan' te nemen, en het te gebruiken ter bevordering van Uw. heerlijk koninkrijk en tot het welzijn en de zaligheid van ménschen. Wij vragen U dit in Jezus naam, Amen,

i.a Onze Vader die in de hemelen zijt: Wij danken U voor alle goede gaven en alle volmaakte giften, die van U tot ons afkomen, U kunnen wij slechts ten offer brengen wat Uwe hand ons eerst geschonl^en heeft. Wij smeeken U dit dankoffer aan te nemen. Doe ons die het brachten ondervinden, dat Gij, o Heere, den blijmoedigen gever liefhebt. Geef dat zij voor wie het gebracht werd, zich verheugen mogen in Uw barmhartigheid, en Uwen Naam mogen verheerlijken; door Jezus Christus onzen Heere. Amen.

IV. Dienst des W oor ds.

12 SCHRIFTLEZING.

1, 3. PREDIKING.

V. S1 u i t i n g s d i e n s t.

14. SLOTGEBED.

1, 5. SLOTGEZANG.

Een doxologie (als Psalm 72:11; 134:3; 136:26) kan gezongen worden in aansluiting aan dezen Slotzang, of ook, indien de Kerkeraad daaraan de, voorkeur geeft, na het uitspreken van den zegen.

16. ZEGEN.

Hiervoor is de Aaronietisclie of de Apostolische zegen te gebruiken.

De Heere zegene U en behoede U.

De jEeere do© Zijn alangezioht over U lichten en zij U genadig.

De Heere verheffe Zijn aangezicht over U en geve U vrede. (Numeri 6:24—26.)

De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met U a; llen. Amen. (2 Koiinthen 13:13.)

Vergelijking met de voorstellen, welke op onze Synode te Utrecht in 1923 ter tafel waren, doet zien, dat men in Amerika in menig opzicht ver-der is gegaan.

Als ten onzent de za; ak nog eens aan de orde komt, zouden wij wel eenige Avenschen hebben, weUte afwijken, van wat in de Chr. Ger. Kerk in Amerika werd aanvaard. Maar dat is nu niet aan de orde.

Als geheel genomen leverde de Commissie uitnemend werk.

Streltke het tot opbouwing van het lichaam van Christus.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen