Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Vrije Kerklied.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Vrije Kerklied.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Het laatste deel van het rapport geeft

DE CONCLUSIES.

Hiermede zijn uwe deputaten gekomen aan het einde van hun onderzoek naar hetgeen de historie der kerk ons leert omtrent het zoogenaamde „vrije kerklied" en naar de gegevens, dielde Heilige Schrift ons biedt aangaande den zang in de gemeente. Zoo blijft dan nog alleen de taak over om volgens de opdracht uwer Synode haar van advies 'te dienen over het principieel© vraagstuk zelf, of het invoeren van het vrije kerklied in den eeredienst der gemeente al dan niet geoorloofd is.

Op grond van him onderzoek meenen deputaten, dat deze vraag niet anders dan in bevéstigeaden zin moet beantwoord worden. Een principiëele veroordeeling van het vrije kerklied hebben onze Gereformeerde kerken nooit ^gegeven en zou ook op grond van de Heilige Schrift niet te geven zijn. Het argument, dat in Gods huis alleen jezongen mag worden wat door den 'Heiliggen Geest is geïnspireerd of door God den Heere voor den ©eredienst onder Israël is gegeven, acht uwe Commissie niet juist. Terecht is opgemerkt, dat niemand zal beweren, dat men in de gemeente alleen zou mogen bidden met gebeden, die in de Heilige Schrift voorkomen. Indien de gemeente het recht heeft haar gebed zelf te formuleeren, dan geldt dit ook ten opzichte van het lied, dat aanbidding is. Wel rrioet hierbij in het oog worden gehouden, dat een „gebedenboek", voor den eeredienst bestemd, in de Heilige Schrift ons niet is geboden, terwijl dit wél het geval is met«i©n Psalmenbundel. Maar al volgt hieruit, dat de Psalmenbundel, dien God ons 'in de Heilige Schrift heeft gegeven, 'in den eeredienst der gemeente om God te loven en te prijzen ©en ©ereplaats heeft te behouden^ — gelijk dit door onze G©r©form©erd© kerken in Jiaar zuiverder periode dan ook steeds is gedaan, — toch biedt d© Heilige Schrift ons geen grond om te stellen^ dat naast dezen Psalmenbundel de gemeente met door het vrije kerklied God zou mogen verheerlijken. Slechts ©en uitdrukkelijk gebod om alleen Psalmen te .'.ingen of een verbod om daarnaast ook „menschelijke liederen" in te voeren, zou hier beslissend kunnen zïjn. En zulk een gebod of verbod geeft het Nieuwe Testament ons niet. Onze Gereformeerde Kerken hebben, zooals het historisch onderzoek toonde, vaa dit vraagstuk dan ook nooit ©en b©ginsel-quaestie gemaakt. Verschillend© Gereformeerde Kerken hebben naast den Psalmbundel ook gezangenbundels ingevoerd en ook die Gereformeerd© K©rken, die hierin ©en str©nger standpunt innamen, hebben toch getoond door naast de Psalmen ook „eenige gezangen" 'toe te laten, dat ze hiermede geen principiëele veroordeeling van het vrije kerklied bedoelden.

Maar evenmin als uw© Commissie het standpunt kan deelen van hen, die alleen het zingen van Psalmen geoorloofd achten, evenmin kan zij medegaan met hen, die de invoering van het vrije kerklied als een Goddelijken eisch voor den Nieuw-Testamentischen ©eredienst beschouwen en daarom die Kerken, die zich alleen of schier uitsluitend tot het zingen der Psalmen hebben bepaald, veroordeelen. Z© zou dan ook niet gaarne uw© Synode aanraden een beslissing te nemen, waardoor een dergelijke uitspraak werd gedaan. Immers ook hier geldt, dat een Goddelijk gebod of voorschrift om zulke gezangen te zingen in de Schrift niet is te vinden. De teksten uit het Nieuw© T©stament, waarop de voorstanders van het vrije kerklied zich beroepen, bieden, zooals uit het onderzoek bleek, hiervoor geen genoegzamen grond. En waar er geen Goddelijk voorschrift is, behoort het al of niet zingen van gezangen aan de vrijheid der kerken t© word©n overgelaten. De historie heeft bovendien genoegzaam geleerd, dat het invoeren van deze gezangen geen geringe gevaren meebrengt ©n het standpunt d©r Kerken, die om "deze gevaren te vermijden, zich uitsluitend tot de Psalmen hebben beperlct, kan daarom niet worden veroordeeld.

Hiermede wil uwe Commissie echter geenszins te kort doen aan de argumenten, die ook onder ons, blijkens d© ingezonden adr©ss©n, voor het „vrije kerklied" worden aangevoerd, en di© zeker niet zonder beteekenis zijn. Hoe rijk de Psalmenbundel ook is en al zal de Psalmenbundel, omdat hij Gods werk 'is, altoos alle gezangen, die men-

schenwerk zijn, overtreffen, toch blijft voor de Nieuw-Testamentische gemeente de behoefte bestaan om daarnaast ook een lied te hebben, waarin meer rechtstreeks de aanbidding aan Christus wordt toegebracht, voor hetgeen Hij voor ons gedaan heeft en de groote heiïsfeiten uit het Nieuwe Testament worden herdacht. In zooverre heeft het beroep, dat gedaan wordt op de lofzangen, die de gemeente in den hemel aan Christus toezingt, zeiker beteekenis. Indien de triumfeerende Kerk dit nieuwe lied zingt ter eere van het Lam, "dat voor ons geslacht is, dan heeft de Kerk op aarde daarin een aanwijzing, hoe ook zij deze aanbidding Christus heeft toe te brengen. Op onze Christelijke feestdagen wordt het gemis van zulke gezangen dan ook het meest gevoeld. Al wordt de Geest van Christus in de Psalmen niet gemist, want het is Zijn Geest door wien de Psalmen zijn geïnspireerd, en al getuigeai deze Psalmen ook van Christus' lijden en heerlijkheid, zoodat van een tegenstelling tusschen de , Oud-Testamentische en de Nieuw-Testamentische openbaring of van de „Psalmen" en het „Christelijk lied" geen sprake mag wezen, toch neemt dit niet weg, dat de Psalmen deze "Christusverkondi-'ging ons bieden in profetisch-schaduwachtigen vorm, terwijl het Nieuv/e Testament ons eerst de vervulling heeft gebracht. Liederen ter eere van Christus' geboorte. Zijn opstanding uit de dooden en van de uitstorting des Heiligen Geestes "op den Pinksterdag worden in den Psalmbundel ons niet geboden. Niet ten onrechte heeft daarom Dr Kuyper in „Onze Eeredienst" gezegd: „we hebben voor onze Christelijke feestdagen, we 'hebben voor de verheffing van onze ziel tot onzen Heiland, we hebben voor de bediening der Sacramenten, voor de bevestiging van leden en ambtsdragers en zoo ook voor de bevestiging van het huwelijk eigen liederen dringend van noode". Of de tijd thans reeds gekomen is, om zulk een gezangenbundel in te voeren, is een vraag, die uwe Commissie niet te beantwoorden heeft en die ze daarom in het midden kan laten. De moeilijkheid schuilt niet alleen hierin, of de invoering van zulk' een gezangenbundel in de gemeente tot strijd aanleiding zou geven, maar ook daarin, dat zooals Dr Kuyper opmerkte, de mannen ons nog niet gegeven zijn, die zulk een gezangenbundel voor ons dichten kunnen. „V/el zou men, zegt hij, uit den liederenschat der oude Christelijke kerk en uit de reformatorische zangen nog enkele aan onzen bundel kunnen toevoegen, maar het hoofdbestanddeel van onze liturgische zangen zullen toch wel steeds de Psalmen blijven leveren en onze Kerken dienen zich hiervan bewust te blijven."

De conclusies, waartoe de Commissie op grond van het bovenstaande komt en die ze hiermede aan het oordeel uwer Synode onderwerpt, zijn de volgende:

Ie. dat noch van een uitdrukkelijk gebod om het vrije lied in den eeredienst der gemeente in te voeren, noch van een verbod om dit te doen in de Heilige Schrift sprake is;

2e. dat al heeft God de Heere in de Heilige Schrift ons slechts één Tsalmbundel geschonken dia ook voor den eeredienst der Nieuw Testamentische gem-eente bestemd is, het aan de vrijheid der Kerken is overgelaten om daarnaast ook gezangen te zingen;

3e. dat van de Gereformeerde Kerken sommigen zulke gezangenbundels naast de Psalmen hebben ingevoerd, terwijl anderen zich bepaald hebben tot den Psalmenbundel, maar dat ook deze laatstgenoemde kerken door een psalmberijming in te voeren en daarnaast toch enkele gezangen toe te laten, getoond hebben, dat dit niet bedoeld was als een principiëele veroordeeling van het vrije lied;

4e. dat de vrees om zulke gezangenbundels in te voeren, die reeds bij de oude Christelijke Kerk bestond en ook bij een deel onzer Gereformeerde Kerken bestaan heeft, vooral te wijten is aan twee oorzaken: vooreerst aan het misbruik, dat van dit vrije lied gemaakt is, zoowel door kettersche secten in de oude Christelijke Kerk als door de Roomsche Kerk in de Middeleeuwen en ten tweede dat schier overal, waai zulke gezangenbundels worden ingevoerd, de Psalmen daardoor op den achtergrond zijn geraakt of buiten gebruik gekomen;

5e. dat al dient met ideze beide gevaren ernstig rekening te worden gehouden en al zijn de Gereformeerde Kerken van vroeger en nu, die uit vrees voor deze gevaren zich tot de Psalmen beperkt hebben, niet te veroordeelen, toch mits élke dwang om zulke gezangen in te voeren buitengesloten blijft, gezorgd wordt, dat de Psalmenbundel in zijn geheel de eereplaats in den zang der gemeente behoudt en geen gezangen worden ingevoerd dan die in overeenstemming zijn met de Heilige Schrift en onze Belijdenisschriften, voor de invoering van zulk een gezangenbundel pleit vooreerst, dat de gemeente des Nieuwen Verbonds behoefte heeft om evenals dit door de triomfeerende kerk in dea hemel geschiedt, in het „nieuwe lied" de aanbidding en eere toe te brengen aan het Lam, dat voor ons geslacht is; ten tweede dat op onze Christelijke feestdagen de groote heiïsfeiten, zooals Christus' geboorte, opstanding en de uitstorting des Heiligen Geestes om' een lied vragen, dat beter dan door de Psalmen kan geschieden, de beteekenis dier feiten in het licht stelt; en ten derde, dat zulk een lied ook gewenscht is bij de bediening der Sacramenten en kerkelijke plechtigheden, waarvoor de Psalmen ons niet genoegzame stof bieden.

Hieraan wenschen. we in een paar volgende artikelen eenige beschouwingen vast te knoopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Vrije Kerklied.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's