Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Psalmmelodieën en bet Rhytbmisch Zingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Psalmmelodieën en bet Rhytbmisch Zingen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI. (Slot.)

Nadat we gewezen hebben op de mogelijke onderschatting der gevolgen voor leden van „elders", willen we thans terugkomen' op de overige door ons genoemde moeilijkheden, die een doeltreffende herziening onzer psalmwijzen in den weg kunnen' staan. Het waren: a. gemakzuclit, b. muzikale onrijpheid, c. muzikale heerschzucht ten opzichte van de woorden, , d. onvoldoende critisch-literaire zin, e. gebrekkige voorstelling van het ideaal als totaalprestatie.

Over de onder b., c. en d. genoemde bezwaren kunnen we kort zijn.

Wie met: aandacht gelezen heeft wat wij opmerkten over het rhythme, dat zich op muzikaalnatuurlijke wijze dient aan te sluiten hij de woorden, welke van primair belang geacht moeten worden, heeft geen behoefte aan lange redeneeringen over deze punten. Indien deze drie factoren: muzikale onrijpheid, óf muzikale tyrannie, óf onvoldoende literaire onderscheiding reeds het mindere, de keuze van een goed rhythme, kunnen doen mislukken, behoeven we over het naar verhouding grootere gevaar, dat hieruit dreigt voor de veel ingrijpender herziening der melodieën waarlijk weinig meer te schrijven.

Over het onder a. genoemde gevaar, eventueele gemakzucht, echter een. enkel woordje.

Het kan op het eerste gezicht bevreemdend schijnen, dat we die eigenschap juist noemen in verband met hervormingen. Was het niet logischer, , die gemakzucht te hekelen, waar ze de oorzaak is dat we zoo lang, te lang, bij het oude blijven?

We moeten echter niet vergeten, dat er óók een hervorming mogelijk is, die slechts het nieuwe wil, om in het oude te kunnen volharden. Wij bedoelen dit: uit gemakzucht zullen sommigen enkele psalmen willen zingen op reeds bestaande wijzen. Dan behoeft niemand zich meer in te spanneii voor de weinig gezongen melodieën, die vaak alleen daardoor voor moeilijk gelden. Onbekend maakt ook hier onbemind. Onbekend wil voor de gemeente zeggen: moeilijk om te zingen. Wil men die onbekende wijzen meer leeren waardeeren, dan moeten ze meer gezongen worden, maar relatief vergt dat dan, tegenover de reeds lang „ingeburgerde" melodieën, veel grooter inspanning. Dan maar liever de „moeilijke" Wijzen, öf ze mooi zijn of niet, afgeschaft, en waar het even kan, vervangen door de bekende lievelingswijzen. Dan gaat het zingen immers zooveel beter? Een ieder kan dan uit volle borst meebrullen, of half binnensmonds meemummelen! Och, als we eens verlost werden van den waan, dat psalmen met bekende melodieën goed gezongen worden!

Dezelfde gemakzucht kan leiden tot het aanbrengen van wijzigingen.

Dan wordt de knoop doorgehakt op zoo'n manier, dat de historische melodie het loodje legt. We durven niet beweren, dat verandering van enkele noten in een wijs op zichzelf reeds qua talis een muzikale moord zou zijn. We kunnen ons zelfs voorstellen, dat een zoodanige wijziging, steunend op historische kennis van de in liet geding zijnde melodie, op een bepaald moment een verbetering zou zijn. Maar nooit mag in dezen gemakzucht den toon aangeven. Een niet onvermaard organist vergeleek een operateur, die moeilijke melodieën op déze wijze „pasklaar" zou willen maken, met koppensnellers en bekkensnijers.

Tenslotte kunnen de „lastige" wijzen 'óók weggewerkt worden door het invoeren van nieuwe melodieën. Maar als hierbij gemakzucht het latente motief is dan zal het ideaal zeker ook niet hoog gesteld zijn. Hiermee rafcai wij aan het onder e. genoemde punt: gebrekkige voorstelling van het ideaal als totaalprestatie.

Het componeeren van psalmwijzen is een zeer delicaat werk, dat alleen een zegenrijk resultaat kan hebben als zich daartoe muzikaal hoogstaande fcimstenaars ge'inspireerd voelen, én dan moet nog hun inspiratie het gevolg zijn van een gegrepen worden door den zin der woorden. De melodie

zal de psalmwoordem. niet slechts moeten dragen, maar ze zelfs dienen op te heffen. Alleen een groot geloof in een grootsche roeping zal met meer dan gewone muzikale en literaire gaven iets kunnen geven, waarmee we voor het aangezicht des Heeren zullen mogen verschijnen.

Alle broddelwerk is ondanks alle goede bedoelingen ook hier uit den booze.

Vandaar dat we in een te groote vrijheid van experimenteeren weinig lieil zien. We geloozen niet, 'dat het allereerste wat we noodig hebben ter verbetering, zou zijn het invoeren van nieuwe melodieën, of hel nog maar meer psalmen zingen op reeds bekende wijzen. Dat we van wijziging niet eens meer willen spreien, zal, na hetgeen wo daarover opmerkten, wel duidelijk zijn.

Laten we eerst zien wat er gedaan kan worden met hetgeen we hebben.

Dat we er iets beters voor in "de plaats zouden krijgen langs den weg van experiment in de plaatselijke kerken, lijkt ons zeer twijfelachtig.

Door vrijheid te geven èn voor rhythme-wijziging, èn voor herziening der melodieën, kon het één het ander wel eens bederven.

Maar als die vrijheid nu eenmaal bestaat, moet de Synode daar dan aan tornen?

Dat is de bedoeling niet.

Maar lo. lijkt ons de volgorde fout, die eerst öe herziening der wijzen noemt, en daarna het rhythme.

En 2o. waar deputaten in de argumentatie duidelijk doen blijken, dat zij niet alleen verschillende muzikale moeilijkheden zoo juist zien, maar hovendien overtuigd zijn, dat „deze zaafc zeker wel beteekenis heeft voor de liturgie", verwondert het ons, dat op dezen inderdaad naawen samenhang tusschesn melodie-herziening en liturgie niet meer de nadruk is gelegd, óók in de conclusies. De gevaren, die een gebrekkige herziening inhouden óók ten opzichte van den psalmtekst, gevoegd bij het feit, dat de saamhoorigheid onzer kerken mede dient te blijven uitkomen in het samen kunnen zingen van de psalmen, zouden doen verwachten, dat aan het eenige doel waartoe ten slotte iedere hervorming in dezen slechts dienstbaar mag zijn, n.l. werkelijke verrijking van de liturgie, meer aandacht werd gegeven, ook in de voorstellen. Juist het innige verband tusschen muziek en woorden doet ons te zeer in de voorgestelde verklaringen een scheiding zien, die ons doet vreezen, dat de Synode toch vroeg of laat zou moeten ingrijpen als de geboden vrijheid eenzijdig muzikaal benut werd.

Het laat zich verstaan, dat wij ervoor zouden zijn, in onze kerken eerst aandacht te vragen voor een verbetering door middel van gewijzigde rhyth meer ing.

Eerst indien deze geen afdoende verbetering zou kunnen brengen, zouden we voorstellen de totaal onzingbare wijzen, indien mogelijk, te vervangen door betere.

Maar niet het een met het ander tege-1 ij k gaan p r o b e e r e n. Daar verwachten we niets dan schade en onheil van.

Wat niet inhoudt, dat een kunstenaar, die zich geroepen voelt, niet met iets nieuws voor den dag zou mogen komen. Maar men houde dat vooreerst buiten de godsdienstoefeningen, tot na korter of langer tijd zijn geniale vondsten als een rijke oogst door vele gemeenten kan worden binnengehaald en zoo tegelijk de eenheid der kerken niet verbroken, maar versterkt worde.

Indien voor alles vrijheid gelaten kan worden, het is prachtig, maar juist om den onlosmakelijken samenhang tusschen muziek en woorden, houde men zich meer dan ooit aan het: één ding tegelijk, en dat. goed. En rhyüimisch zingen, mits op de juiste manier, ga dan vooraf aan melodieherziening. Zonder op eenige vrijheid inbreuk te maken, zou een advies van de Synode in dezen zin ons zeer gewenscht voorkomen. En d© Synode zou dit advies kunnen geven, op grond van de „beteekenis voor de liturgie", zonder zich op vreemd terrein als heerscher op te werpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De Psalmmelodieën en bet Rhytbmisch Zingen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1930

De Reformatie | 8 Pagina's