Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gandbi.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gandbi.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Op een oogenblik, dat de kranten dagelijks berichten over de houding van Gandhi in het conflict tusschen de leiders van het Britscb-Indische volk en de Engelsche regeering, en de toekomst van millioenen Hindoes en Mohammedanen mee van hem afhangt, verschijnt onze Biografie, welke van de nieuwste bronnen gebruik gemaakt heeft en die alle gegevens bevat, welke het mogelijk malden de steeds veranderende situatie in Indië te overzien en te verstaan."

Met deze woorden leidt de zendingsboekhandel de aankondiging in van een werkje van de hand van dr ir H. C. van Beusekom, onder den titel van „Gandhi en zijn beteekenis voor de toekomst van Britsch-Indië".

Inderdaad is dit boekje van ruim 90 bladzijden zeer oriënteerend, en het doet ons 'den grooten Mahatma kennen in zijn kracht en zijn zwakheid.

Opmerkelijk is, dat, hoewel Gandhi allerminst een Christen is, en met het zendingswerk ook niets heeft uit te staan, in de zendingsboeken toch over hem gehandeld wordt.

Wij noemen hier Hans Anstein, die in zijn boek: „Rund um die Welt in zwanzig Monate", waarin hij zijn bezoeken aan de zendingsposten allerwege beschrijft, ook melding maakt van een kort bezoek aan Gandhi. Hij mocht slechts drie minuten blijven, daar Gandhi juist een lange periode van vasten had beëindigd, en dus uitermate verz-walct was. Hij zegt, dat de Mahatma niet „mooi" is in den zin, als wij van een „mooie man" spreken; maar dê innerlijke schoonheid van een verteven geest treedt des te sterker in de onregelmatige trekken naar buiten.

Gandhi is geen Christen; dus ook geen zendingspersoonlijkheid. Hij is een Hindoe, en beweegt zich op politiek gebied. Heel zijn streven is er op gericht, voor zijn volk vrijmaking van de Engelsche onderwerping te verkrijgen.

Dat nu zendingsboeken zich toch met hem bezighouden, ligt voor de hand.

Allereerst is de nationalistische beweging van Gandhi van buitengewoon belang voor dé zending. Ook de prediking van het Evangelie verheft een volk, leert het zelfstandigheid, en brengt innerlijke krachten tot ontwikkeling en in. beweging. Al drijft de zending volstrekt geen politiek, toch werkt 2ij zijdelings zeer zeker op de politieke kwesties in.

En zal nu de arbeid van Gandhi resultaat hebben? En zal het gevaar denkbeeldig blijken, dat Gandhi's streven de hartstochten ontketent, en er in plaats van vrijheid van volksbestaan, veeleer zal komen slavernij onder het juk van enkele bolsjewieke geweldenaars? . De zending kan waarlijk tegenover de beantwoording van deze en dergelijke vragen niet onverschillig zijn.

Bovendien, Jjandhi staat niet •^ijandig tegenover het Christendom. Hij is Hindoe, uiterlijk en innerlijk. Dr van Beusekom stelt dit heel duidelijk in het licht; dat blijkt o.a. uit zijn aakivaarding van de Ahimsa.

Wij lezen op hl. 39: „De godsdienst van Gandhi is die van zijn volk, het Hindoeïsme. Maar hij aarzelt niet, om ook den Bijbel en den Koran voor Godsopenbaringen te houden, evenzeer als de heihge geschriften der Hindoes. De openbaring Gods is voor hem niet het uitsluitend eigendom van een bepaalde natie, of van een bepaalden stam. „ „"Ik beschouw het Christendom en den Islam als volledig en in overeenstemniing met mijn godsdienst. De mijne geeft mij alleen volkomen bevrediging. Hij bevat alles, wat ik voor mijn wasdom noodig heb. Hij leert mij, dat ik niet daarom bidden moet, dat de anderen hetzelfde zullen gelooven als ik, maar dat zij in hun eigen godsdienst tot volle rijpheid mogen groeien. Mijn voortdurend gebed is dan ook voor ieder Christen, zoowel als voor een Mohammedaan, dat zij betere Christenen of Mohammedanen mogen worden."

De bekende Amerikaansohe zendeling dr Stanley Jones, schrijver van de boeken: Christus langs den Indischen heirweg, enz., had indertijd een onderhoud met Gandhi, en vroeg hem, wat er wel moest gebeuren, zou het Christendom niet langer als een vreemde beweging in Indië aanwezig zijn. En toen gaf hij na eenig nadenken dit antwoord: „In de eerste plaats moeten de zendelingen nog meer Jezusgelijk leven. Daarna, zet uw religie in daden om, zonder het Evangehe te veranderen en te verzwakken, en laat altijd de liefde werken als de drijfkracht van het Evangelie in den zin van het 13e hoofdstuk van den eersten Corintherbrief; en ten slotte^ tracht de niet-Christelijke religies nog beter te verstaan; streeft ernaar het goede, dat er in is^ te vinden, en uw Evangelieprediking daaraan te verbinden."

En ten derde is hij voor de zending van beteekenis, omdat hij in zijn leer (als wij dit woord mogen gebruiken), aan het Evangelie niet voorbijgaat; hij beroept zich gaarne op Jezus, en wïj zullen zijn streven, hoewél dit politiek is, toch alleen kxmnen verstaan, zoo wij hem zien werken met een woord uit de Bergrede.

Zijn politiek program vinden wij in Mattheus 5:39 „Ik zeg u, dat gij den booze niet wederstaat". En hij heeft zelf verklaard, dat in dit woord de sleutel voor de verklaring van al zijn doen en laten is te vinden.

Op drieërlei wijze toch kan men zich, volgens Gandhi, tegenover het kwade plaatsen.

Allereerst is er het „oog om oog, tand om tand, strijd om strijd", enz. Dat wil Christus niet, volgens het woord uit Mattheus 5.

Voorts kan men tegenover het kwade niets doen, en dus met de handen in den schoot het aanschouwen en laten werken. Dat kan Christus naituurlijk ook niet willen.

Ten slotte is er een weg, dien Christus ook heeft ingeslagen: de bestrijding van het booze met geestelijke middelen van binnen uit.

Deze houding is de ware, bljkens het voorbeeld uit Jezus' leven, die den dienstknecht van Annas niet terugsloeg, maar wel vroeg: „waarom slaat gij mij? " Hij liet dus niet het kwade maar voortwoekeren; Hij bestreed het; doch Hij bestreed het niet met geweld, doch met de vraag, die zich richtte tot de consciëntie.

Zoo moeten ook wij doen, leert Gandhi. Wij moeten hen, die kwaad doen, in het geweten raken.

Dit past hij ook toe in ^e politiek. Echter, dat wil niet zeggen, dat de Indiërs het bij woorden moeten laten.

Bij het woord moet de daad komen.

En dan natuurlijk niet een daad van geweld tegenover de gewelddaden der tegenstanders, maar geweldlooze, onbloedige daden, b.v. het niet opvolgen van wetten, die men veranderd wil hebben. Dit kan groot lijden ten gevolge hebhen, zelfs gevangenis en dood; doch dat moet men ervoor over hebben.

Dat dit geen grootspraak is, heeft het leven van Gandhi bewezen. Ook mede daardoor is zijn zedelijk overwicht over zijn volk zoo groot.

Dr vaa Beusekom schrijft over dit deel van Gandhi's werkprogram schoone bladzijden, b.v. in hoofdstuk IV „In den strijd om Swaraj".

Gandhi zoekt naar vereeniging tusschen Hindoes en Mohammedanen. 'Zal er toch iets terecht komen van het geweldloos verzet tegen 'de Engelsche re^ geering, dan moet de strijdbijl tusschen de hoofdreligies worden begraven; slechts eendracht maakt ook hier macht. Dit is bij Gandhi een politiek werk.

Daaruit vloeit weer een derde punt voort. In Indië is de klasse der kastenloozen, üitgeworpenen door allen en ©en iegelijk. Als echter Indië los wil zijn van de onderdrukking der Engelschen, dan mag men zelf geen onderdrukkers wezen; aan de kastenloozen moet men dus ook rechten geven. En ook hier heeft Gandhi het voorbeeld gegeven en de daad bij het woord gevoegd, daar hij ©en klein meisje van de meest verachte klasse der .. jjastenloozen bij zich in huis nam.

Nog een vierde punt heeft hij op zijn politiek program gezet: afschaffing van allen fabrieksarbeid, en alle grootbedrijf, dat met machines werkt ©n daartegenover wederinvoering van de huisindustrie, met name van het spinnewiel.

Hans Anstein noemt dit laatste een utopie. Ook dr van Beusekom wijst op de noodzakelijkheid van mislukking. En dit is pok duidelijk; zelfs een Gandhi zet de historie niet terug.

Of daarom heel het streven van Gandhi moet mislukken?

Dr van Beusekom beantwoordt deze vraag in een afzonderlijk hoofdstuk bevestigend. Zijn acties zijn . vroeger vastgeloopen, en dat zal nu weer ge-. schieden.

Dit wil echter niet zeggen, dat zijn optreden zonder beteekenis is.

Afgezien van 'het feit, dat zijn propaganda voor het geweldlooze verzet, juist tot geweld op den duur zal moeten voeren, heeft zijn optreden ook goede gevolgen. Het gevoel van saamhoorigheid is sterker geworden tusschen de 'Indiërs. Hij "heeft een belangrijke bijdrage gegeven aan de vernieuwing, en omzetting van den geest der Indiërs.

En vooral, hij heeft dea naam^ van 'Christus en het Evangelie op 3e lippen van allen gebracht.

Dat echter ook hierin een groot gevaar schuilt, heeft o.i. dr van Beusekom niet genoegzaam laten uitkomen. Gandhi heeft Christus niet geëerd als Heiland en Zaligmaker; en zoo heeft de massa des volks Christus leeren kennen van ©en bepaalde, d.i. van een ethische zijde, en riiet als Middelaar en Godslam.

Wij onderschrijven het woord van dr van Beusekom, dat, naar wjj vreezen, 'bewaarheid zal worden: „Gandhi is bijna tot Christus gekomen; maar dit wil zeggen, dat wij niet moeten verwachten, dat hij ooit geheel zal komen. Hij blijft een Hindoe, die wel een diepen indruk heeft gekregen van de zedelijke grootheid van Jezus Christus, maar die er nooit toe komen zal, om zijn streven naar zelfverlossing op te geven en de verlossing in Jezus Christus als een 'daad Gods te aanvaarden.

Gandhi is een wegwijzer, die de aandacht van velen gevestigd heeft op Jezus Christus, inaar die niet zichzelf wil verliezen om achter Jezus te gaan".

Wij willen gaarne "de aandacht vestigen op dit keurig uitgegeven boekje van dr van Beusekom bij den Zendingsboekhandel te Den Haag; de prijs, f 1.40, is niet te hoog; de 5 platen in dubbeltooninkt zijn schitterend.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Gandbi.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1930

De Reformatie | 8 Pagina's