Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het boek van Yahuda. ¹)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het boek van Yahuda. ¹)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

In onze vorige artikelen hebben we getracht, den tegenwoordigen stand van het Pèntateuchvraagstuk te schetsen. Nu wordt het tijd, Yahuda zelf het woord te geven.

In zijn inleiding merkt hij op, dat de Bijbelsche problemen niet op grond van de archaeologische methode (dus door middel van de opgravingen) noch op grond van de litterair-historische me'.hode (zie b.v. onze vorige artikelen over het "Wellhausenianisme en het standpunt van Gunkel e.a.) kunnen worden opgelost. Neen, er is maar één onbedriegelijke bodem, waarop men zich moet stellen en deze is: de grondslag der taalkundige vergelijking.

Twee feiten heeft Yahuda zich bij zijn Bijbelsche studiën voortdurend voor oogen gesteld.

Het eerste is dit, dat Israël gedurende de laatste 2500 jaar een voortdurend zwervend leven heeft geleid. Het is niet als volk zonder cultuur, maar als een soort cultuurdrager en cultuurmiddelaar van het ééne cultuurland naar het andere getrokken. Daarbij komt als tweede feit, dat het Joodsche volk het sterkst den "invloed heeft ondergaan van de talen der vreemde volken, onder welke het heeft geleefd. In de ontwikkeling van de Hebreeuwsche taal kan men zelfs de route van zijn omzwervingen gedurende de 250O jaar nagaan. Die taal bevat Arameesche, Assyrisch-Babylonische, Perzische, Grieksche, Latijnsche, Arabische elementen en zelfs elementen uit de moderne talen. En altijd zijn het de talen der meest beschaafde volken, die den grootsten 'invloed op de taal der Joden hebben uitgeoefend.

Nu is het opvallende, ja verbazingwekkende, de scheppende kracht van het Hebreeuwsche taaigenie. Het heeft die elementen zóó aan zijn eigen taa' aangepast en in zijn eigen taal opgenomen en ermee versmolten, dat de vreemde oorsprong van dergelijke nieuwe taalschatten pas met de grootste moeite te ontdekken is.

Van deze feiten uitgaande, zeide Yahuda: „wanneer de berichten van den Bijbel over de omzwervingen der Hebreeën sedert den aanvang van hun geschiedenis met de uit Zuid-Babylonië over Syrië naar Kanaan trekkende patriarchen tot aan de verovering van Kanaan na den uittocht uit Egypte waar zijn en het voorts juist is, dat de Pentateuch omstreeks den tijd vóór de verovering van Kanaan ontstaan is, dan moetan in de taal van den Pentateuch sterke sporen gevonden worden van de talen van die volken, onder welke de Hebreeën rondgetrokken zijn gedurende dien tijd. Dus bovenal sporen van het Assyrisch-Babylonisch en Egyptisch, daar deze toen de rijkste en meest ontwikkelde talen waren aan beide zijden van Kanaan."

De titel van Yahuda's boek („De taal van den Pentateuch in haar verhouding tot het Egyptisch") zegt al, dat hij zich met laatstgenoemde zal bezighouden.

Volgens den Bijbel is Israël in Egypte geweest. Toen het daar kwam, was het nog een tamelijk primitief volk. Het sprak toen een Kananeesch dialect, dat het tijdens zijn verblijf in Kanaan zich had digen gemaakt. Maar de taal van den Pentateuch is niet meer primitief, doch staat veel hooger. 'Wanneer nu bewezen kan worden, dat de uitdrukkingen, die een hooger cultuurniveau weerspiegelen, Egyptischen invloed verraden, dan zou het duidelijk zijn, dat de taal van den Pentateuch zich gevormd had in den tijd, dat Israël in Egypte was. Natuurlijk gaat het niet om toevallige overeenkomsten, maar om een algemeen verschijnsel, dat op elk gebied, waarover de Pentateuch handelt, valt te constateeren.

Yahuda noemt zijn theorie de milieu-the-•orie. Deze komt dus, blijkens het bovenstaande, hierop neer, dat de Hebreeuwsche taal het milieu weerspiegelt, waarin het Hebreeuwsche volk verkeerde. Het Egyptische milieu moet dus het duidelijkst doorschemeren in die gedeelten van den Plentateuch, waarin verteld wordt van het samenleven van de Israëlieten met de Egyptenaren.

Het onderzoek begint dus met de geschiedenis van Jozef en de eerste hoofdstukken van Exodus. Volgens Yahuda wordt het Egyptische milieu in dit stuk van , den Pentateuch zeer duidelijk weer-.spiegeld. En dat niet slechts in afzonderlijke woorden, uitdrukkingen en zinswendingen, maar ook in het gebruik van lieele zinnen, zegswijzen, enz.

Het is niet mogelijk, alle dingen, waarop Yahuda wijst, te noemen. We doen slechts een greep.

Als voorbeeld van een uitdrukking, onüeend aan •de Egyptische hof taal, noemt Yahuda Genesis 41:40. In onze Statenvertaling staat daar, dat Farao tot Jozef zegt: gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal al mijn volk de hand kussen; alleen dezen troon zal ik grooter zijn dan gij". Maar „de hand" staat schuin gedrukt. Dat beteekent, dat onze Statenvertalers dit invoegden, doch dat het oorspronkelijke luidt: -en op uw bevel zal al mijn volk kussen".

Erg duidelijk is dit niet. Prof. B'öhl geeft in' „Tekst en Uitleg" de vertaling: „en het geheele volk zal uwe bevelen (opvolgen)". König in zijn bekenden commentaar O'p Genesis vertaalt: „bevel" met „mond" (wat ook kan) en krijgt dan: „en aan uw mond moet mijn gansch© volk hangen", wat dan zooveel is als: „aan uw bevel moet mijn volk zich volkomen onderwerpen".

Yahu'da wijst op de moeilijkheden, die juist bet woord „kussen" aan de uitleggers heeft bereid. Maar bij vergelijking met het Egyptisch komt aan het licht, dat dit „kussen" een volkomen juiste uitdrukking was voor wat de verteller hier wilde zeggen. Daarmee wordt namelijk een woord uit het Egyptisch weergegeven. En wél een Egyptische beeldspraak. Het alledaagsehe „eten" vervingen 'de Egyptenaren door de deftiger uitdrukking „kussen". Zoo zegt de Egyptenaar wel, dat hij dit of dat gerecht kust en bedoelt dan, dat hij het 'Oet. Gen. 41:40 kan dus letterlijk blijven staan: en op (of: vereenkomstig) uw bevel zal al mijn volk kussen". Maar dan „kussen" te nemen in den zin van: eten". Farao bedoelde niets anders, 'dan dat de voedselvoorziening van het geheele volk alleen door de distributie-maatregelen van Jozef zou geregeld worden.

'n Ander voorbeeld. Dat slaat op het gebruik van Egyptische titels. In Gen. 42:30 staat, dat de broeders van Jozef aan hun vader Jakob hun wedervaren beginnen te vertellen, met de volgende woorden: Die man, de heer van dat land, heeft hard met ons gesproken". Vlak daarop, in het 33e vers, staat weer: En die man, de heer van dat land, zeide tot ons, ..." In Gen. 43:3 zegt Juda tot Jakob: Die man heeft ons op het hoogste betuigd, zeggende: ij zult mijn aangezicht niet zien, tenzij' dat uw broeder met.u is". In het daarop volgende vijfde vers weer: die man heeft tot ons gezegd"... Zoo ook vers 7: Die man vraagde zeer nauw naar ons"... Jozef wordt dus herhaaldelijk genoemd „de man", want onze Statenvertaling maakt er van: die man". Waarom noemen zijn broeders hem zoo? Yahuda geeft het antwoord: n Egypte werd de vizier in zijn kwaliteit als de hoogste en machtigste man naast den koning genoemd: de man" bij uitnemendheid. Zijns inziens valt niet te ontkennen, dat deze uitdrukking in de geschiedenis van Jozef behalve enkele uitzonderingen (Gen. 43:17, 19, 34 en 44:17) slechts op Jozef ziet en ook in één geval, waarin zijn kwaliteit als heer van het land wordt op den voorgrond gesteld (Gen. 42:30, zie hierboven).

-Dr W. p. 'GISPEN.

Naschrift. Dr M. H. A. van der Valk te Hillegersberg maakt er mij opmerkzaam op, dat Yahuda niet professor geweest is te Heidelberg. Dit is juist. Yahuda is wel professor geweest te Madrid en heeft te Heidelberg o.a. gestudeerd en gewoond.

W. H. G.

1) A. S. Yahuda, Die Sprache des Pentateuch in ihren Beziehungen zum Aegyptischen (Erstes Buch, Berlin und Leipzig Walter de Gruyter & Co 1929).

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Het boek van Yahuda. ¹)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's