Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een leuning op bet dak.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een leuning op bet dak.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Deuteronomium heeft de Heere aan Israël ook voorschriften gegeven, die ons herinneren aan de in onze dagen geldende bouwverordeningen. Indien de Israëlieten in het beloofde land gekomen, een nieuw huis voor zich zouden bouwen, moesten zij het dak voorzien van een leuning, opdat ongelukken zouden worden voorkomen en niet op het huis, door de nalatigheid van den eigenaar, een bloedschuld rusten zou. Het ligt geheel in de lijn van dit goddelijk voorschrift, dat onze wetgever beveiligingen voorschrijft, wanneer in fabrieken ©n werkplaatsen gevaar ontstaat, gegrepen te worden door draaiaide assen, loopende banden of allesverbrijzelende machines.

Hier is het gevaar grooter nog dan op het platte dak, hier is de beweging niet alleen bij den arbeidenden mensch, maar ook bij de stampende, brekende, glijdende en zwaaiende werktuigen en machines. Hier is dus het voorschrijven van beschermende leuningen dubbel noodzakelijk.

Ieder jaarverslag van de arbeidsinspectie manifesteert dat opnieuw. Het aantal ongevallen, dat elk jaax wordt aangegeven, is indrukwekkend groot: in 1929 ruim 137.000. Natuurlijk waren niet ai deze

gevallen van ernstigen aard. Maar het is toch ern* stig genoeg, als wij zien, dat er 216 ongevallen voorkwamen met doodelijken afloop, terwijl ook het aantal ongevallen, dat blijvende gedeeltelijke invaliditeit ten gevolge had, niet gering is.

Zuiver economisch gezien is dit al een zaak van beteekenis. Ieder ongeval beteekent werkverzuim met de schadelijke gevolgen voor individu en bedrijf. De gedeeltelijke invaliditeit vermindert de productieve kracht van een geheele groep arbeiders, alweder een zaak, die zoowel het bedrijfsleven, als den getroffen arbeider, schade berokkent. Hierom alleen reeds dient men te zoeken naar middelen en wegen om het aantal ongevallen te beperken. Maar dit is niet het belangrijkste. Wie denkt niet aan het leed der gezinnen. Hier wordt een liefhebbend zoon weggerukt, een ouderpaar in diepe droefheid, vaak ook in materiëele zorg achterlatend. Daar treft het ongeval'een vader, die aan zijn kroost en vrouv/ wordt ontnomen op een tijd, dat zij nog geheel op zijn bescherming zijn aangewezen. En zoo het ergste niet gebeurde, blijft daar over een voor heel zijn leven verminkte, iemand die men tegenwoordig rangschikt onder de onvolwaardige arbeidskrachten, die verder is aangewezen op een beperkte ongevallen-rente of hulp van kerk of overheid, die tot zijn dood het zware kruis moet torschen en de lidteekenen van den arbeid in zijn lichaam, draagt. Zeker ook hierom dient er gezocht naar de beste methode om deze ellende te beperken en kan het, te voorkomen.

Voor den Christen moet de zaak nog anders staan. Hier is meer dan economisch verlies, meer dan medelijden met het levensleed van anderen, dat tot optreden moet dringen.

Hier is de eisch van Gods wet, van het zesde wetwoord, hier is het gevaar voor bloedschuld. Ook in dit opzicht is ons leven dikwijls heel slordig en onze consciëntie toegeschroeid. Maar het kan toch zijn, dat deze bloedschuld door ons heel ons leven wordt gedragen. En slechts in het bloed van Christus kan ook deze schuld worden verzoend. Davids gebed , , Verlos mij van bloedschulden" moet ook het gebed worden van menig industrieel.

Een enkel feit uit het jongste verslag van de arbeidsinspectie, moge duidelijk maken, dat er ongelukken zijn, die den werkgever schuldig maken.

In een stroocartonfabriek werd een arbeider bij het opleggen van een drijfriem, gegrepen en zóó verwond, dat hij, een jonge man nog, blijvend invalide werd. Dit ongeval was te wijten aan een slordige en gebrekkige outillage. Hier ontbrak dus, om in den stijl van Deuteronomium 22 te blijven, de leuning op het dak.

Een soortgelijk geval, maar met doodelijken afloop kwam voor bij een andere onderneming, waar een kraandrijver in aanraking kwam met de aanwezige sleepleidingen, welke onder een spanning van 127 volt tegen het geaarde constructiewerk van de kraan stonden.

Ook hier was het ongeval te voorkomen geweest bij goede inrichting, en tegen den Directeur is dan ook proces-verbaal opgemaakt. Door hem werd gebruik gemaalct van de mogelijkheid die de wet laat om te schikken en een vervolging werd afgekocht voor vijf-en-vijftig gulden.

Ons bevredigt zooiets niet. Maar formeel is deze werkgever weer vrij man. Hij heeft in dit opzicht aan den eisch der wet voldaan. Maar daar is nog een andere v/et, die spreekt van bloedschuld, tengevolge van het ontbreken van de leuning. Schuld die voor God moet worden beleden en geboet.

Wie het meergemeld verslag leest, komt nog wel meer kwaad tegen. Of wat dunkt u, is niet het fabriceeren en verkoopen van ondeugdelijke toestellen en machines, die ongelukken moeten veroorzaken, zonde voor God? Men maakt uiteraard het kwaad nog grooter, indien men deze ondeugdelijke installaties als voldoende en deugdelijk aanprijst, aan dikwijls technisch niet goed ontwikkelde menschen.

Het maken en verkoopen van ondeugdelijke toestellen en machines, hetzij uit onkunde^, wijl men zelf niet genoeg op de hoogte is, hetzij uit winzucht, is meer dan een fout, het is een zedelijk kwaad, dat ons voor God schuldig stelt.

Ook het koopen van deze installaties als men niet zeker is, omdat de prijs zoo laag is, moet als schuld worden gevoeld. God vertrouwt mee aan onze industricelcn het leven en het schoone lichaam van Zijn menschen toe. Worstelen om de ziel van de arbeiders is goed, is prijzenswaardig, mits men het leven en lichaam voldoende heeft leeren achten, en het natuurlijke, noch wat betreft het loon, noch wat betreft de bescherming, vergeet.

Op één ding willen wij in dit verband nog wijzen. Daar verongelukken twee arbeiders door het breken van een ijzeren beugel, waarop de steiger rustte. Als vermoedelijke oorzaak wordt aangenomen, dat het ijzer bij het smeden gedeeltelijk verbrand is. Dat kostte twee menschen het leven!

Zou hier de man, (aannemende dat deze oorzaak juist was) die zijn werk niet behoorlijk had verricht, wel onschuldig zijn ? Geen wet zal hem achterhalen, misschien hoort hij zelfs van het ongeval niets, heeft ook niemand eenig verwijt tot hem gericht, is hij door niemand uit te vinden. Maar er is een gedenkboek voor Gods aangezicht. En daarin worden opgeteekend ook de zonden van onzen dagelijkschen arbeid, zonden van bedrijf en nalatigheid.

Prediking van het zesde gebod, is waarlijk niet overbodig. Wij denken in den economischen „struggle for life" of in den sleurgang van bet alledaagsche leven niet immer hieraan, dat ook de schuld, onze scliiuld, van het terrein van den arbeid, groot is tot aan den hemel.

G. BAAS Kzn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Een leuning op bet dak.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's