Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gerard Knuvelder: Het Rampjaar 1830. Paul Brand, Hilversum. 1930.

Een vorig maal hebben we bij de bespreking ' van Ma.urits Jossoai's De Belgische Opstand uiteengezet dat deze omwenteling een Fransche commune was op Dietsch territoor, da, t de Zuidelijke bevolking in de aanvang en de volksvertegenwoordigers ook later aan definitieve scheiding niet hebben gedacht, en dat het slagen der opstandelingen op beslissende wijze is bevorderd door de misgrepen der regeering in de eerste revolutiedagen.

Hiermee zijn wel zeer principiëele kwestie's besproken, maar is nog gansch niet alles gezegd. Daarbij is vooral één belangrijke factor verwaarloosd, n.l. de geschiedenis der moeilijkheden tijdens de vijftienjarige periode der vereeniging. Hierop wilden we de aandacht vestigen naar aanleiding van 't uitstekend, zéér populair geschreven boek van Gerard Knuvelder: Het Rampjaar 183 0.

Hoe was de toestand in Zuid-Nederland op politiek en cultureel gebied, toen Noord en Zuid in 1815 definitief werden vereenigd?

Na de tachtigjarige vrijheidsoorlog was het eerste onder de krachtige zegenrijke regeering van de Oranjeprinsen gevirorden tot één der belangrijkste landen van het continent. Zuid-Nederland daarentegen was blijven zuchten onder de Spaansch-Oostenrijksche macht. In 1793 werien deze gewesten door Frankrijk geannexeerd en bleven twintig jaar lang deel uitmaken van het meest veroveringszuchtige land vg-n Europa. In deze periode drongen de Fransche geest en cultuur, die altijd vanuit het Zuiden werkzaam waren geweest, met kracht door. Wel was het Dietsch bewustzijn niet algeheel gestorven (we denken aan de Brabantsche boerenopstand van 1789, waarin de kreet weerklonk:

125 „Nederlanders blijft nu bijeen!") doch: „Het zuidelik volk kende zich zelf nauweliks meer als bloed-en stamverwant nederlands" (Knuvelder).

Tijdens de Fransche periode waren in Vlaanderen Vlaamsche bladen verboden (onder de keizer mochten ze verschijnen mits met Fransche vertaling: ), voor alle openbare lichamen was het Fransch de eenige, wettelijke taal. Adel en hoogere clerus ijverden met kracht voor de verfransching der Vlaamsche _gouwen, de voornamere bourgeoisie volgde dit voorbeeld. Het Nederlandsch werd weggedrongen naar stal en keuken.

Duidelijk is het, dat de twintigjarige enge aansluiting van geheel Zuid-Nederland, aan de Fransche cultureele expansie-zucht een kans geboden heeft, geheel eenig in de historie. In 1815 waren Wallonië en Vlaanderen voorzoover het iets beteekende Fransch. Alleen het Vlaamsche lagere volk was oer-dietsch gebleven, maar tot machteloosheid gedoemd wegens volslagen gemis aan alle hulpmiddelen en organen om haar karakter te versterken en — tot openbaring te brengen. De scherpe tegenstelling tusschen geregeerde onmondigen en regeerende cultuurdragers formuleert prof. Hamelius aldus: „oen plebs zonder boeken, zonder dagbladen, zonder betrekkingen met de onderwezenen èn een persoonlijke adeldoni, ontoegankelijk voor al wie zich niet jaren lang in een vreemde tongval had geoefend".

Toen de Vereeniging tot stand kwam, werd bij Nederland gevoegd een land, dat een paar eeuwen lang in vreemde knechtschap had doorgebracht en dat, na twintig jaar Fransche regeering, verfranscht was in onderwijs, cultuur, magistratuur, rechtspraak, leger. Daarbij geen contact onderhoudende met het grootste en sterkste Dietsche Stamland.

Met deze antecedenten moest Willem I rekenuig houden. Zij hebben de uitvoering van zijn taak, bepaald in overeenstemming met de wensch der mogendheden: een sterke, nationaal-gecentraliseerde eenheidsstaat aan Frankrijks Noordgrenzen te vormen, onnoemelijk verzwaard. En toch waren het niet de moeilijkheden, voortvloeiende uit het verleden va.n het Zuiden, die hem deden struikelen, maar vóór alles de onjuiste kijk, welke de koning bleek te hebben op fundamenteele en principiëele regeeringskwestie's. De koning, voorgelicht door éénzijdig-hoUandsrlie raadslieden, is er niet in geslaagd een sterk Nederlandsch besef in zijn nieuwe onderdanen te wekken. Neen, de fouten, van de Koning hebben niet de Belgische Opstand tengevolge gehad, deze omwenteling bewijst niet de onvereenigbaarheid van Noord en Zuid als zoodanig, 1830 bewijst alleen dat de Franschen bij uitstek verstand hebben van revolutie-maken en intrigeeren, doch, — wel is het struikelend regeeringsbeleld van Willem I er oorzaak van geweest „dat — ^gelijk Knuvelder zegt — het nationaal-nederlands besef

in de Nederlanden — met nam© de zuidelike — niet in die mate versterkt was als mogolijk geweest zou zijn". „Toen het kritieke moment daar was, kon de regeering niet op de volkomen sympathie van al haar katholieke onderdanen rekenen". Diep te betreuren. Maar men verklare 'sKonings vergissingen vanuit de geesteshouding en staatkundige opvattingen van zijn tijd. Het zou al heel weinig historisch besef verraden, heit regeerbeleid van Willem 1 te toetsen aan het eerst sinds de wereldoorlog krachtig naar voren gedrongen nationaliteitsprincipe.

lümvelder's schets der moeilijkheden en misslagen des Konings munt uit door degelijk inzicht en ruim begrip. Hij prijst zijn taalpolitiek als redelijk en noodzakelijk. Hij roemt Willem's zorg voor het hooger, middelbaar en lager onderwijs, arbeid, waarvan veel later de Vlaamsche Beweging nog vruchten heeft mogen plukken. Door vakonderwijs trachtte de Vorst Vlaanderen uit zijn diep sociaal verval op te heffen. Handel, landbouw, industrie, ja wat niet al, kwamen tot groote bloei.

Doch de struikelblokken voor de regeering waren: het vei-plichte vaag-protestantsch karakter van het schoolonderwijs, de inmenging in zuiver kerkelijke aangelegenheden ea de onvrijheid der drukpers. Door deze drie regeeringsfouten, voortkomend uit wantrouwen, werden niet alleen roomschen en liberalen in het zuiden van de regeering vervreemd, maar evenzeer in het Noorden. Mannen als Bilderdijk. Da Costa, de vaders der Afscheiding en in Noord-Brabant Luyben en Ingenhousz werden ook door deze tendenzen getroffen.

Wel heeft de Koning later getracht door verregaande concessie's het vertrouwen te herwinnen, en het is zéér waarschijnlijk, dat — ware de opstand niet uitgebroken — dit hem ook gelukt zou zijn op den duur, doch de stemming van het hééle roomsche volk en de liberalen in Noord en Zuid was omstreeks 18.30 door de hardnekkig afwijzende houding van Willem I verbitterd. Wat verdeelde gaf in de politiek dier dagen de doorslag; de Fransche agitatoren vonden geen hartelijk eensgezinde natie voor zich, of gelijk Knuvelder zegt: „Toen de muiterij van 1830 — oen Fransche commune op Nederlandsch territoor, uitgelokt en betaald door Franschen, en uitgebaatdoor de verfranschte bourgeoisie •— losbarstte, was de kracht van het eenige bolwerk, dat de stormloop had kunnen weerstaan, de homogeene Nederlandschgezindheid van de Bovenèn de Beneden-Moerdijk reeds, door inwendige tweedracht, gebroken. De Fransche aanvaller vond niet . Nederland, maar slechts Holland tegenover zich."

Welke beteekenis heeft dit alles nu? Komt het er wat op aan, h o e het Vereenigd Koninkrijk uiteengevallen is? Gebeurd is gebeurd?

We spreken immers gaarne van „de les van het verleden" ? En gewaarschuwd geldt voor twee. Speciaal door het opdringen der nationaliteitsidée in nagenoeg alle Europeesche landen, maar vooral ook in Vlaanderen, kan wel worden vastgesteld, dat de ontwikkeling van de Dietsche Stam lang niet haar eindstadium heeft bereikt. België heeft zijn eeuwfeest luisterrijk gevierd, en dat is verstandig, want het is niet waarschijnlijk, dat het voor een tweede eeuwfeest nog de kans zal krijgen. Vlaanderens uur zal eenmaal slaan (wie weet wanneer) en dan zal Wallonië zijn prooi moeten loslaten. Wat dan? Het is bekend, met hoe intense kracht nationalisten beiderzijds de grenzen de hereeniging van Vlaanderen en Nederland propageeren. Krijgt Groot-Nederland nog eens een kans, dan zal het in dat beslissend uur noodig zijn, te weten wat 1830 heeft beteekend en bewezen.

Het is onze meening, dat 1830 niet heeft bewezen de onvereenigbaarheid van Vlaanderen en Nederland, maar de dwaasheid van 1815 om in het Nederlandsch gebied een Fransche enclave te voegen. Ja, zelfs die fout op zichzelf zou niet de ondergang van 't Koninkrijk hebben ten gevolge gehad. Het waren de fouten van 's konings kwaliteiten en die zijner adviseurs, die „het protestants-hollands beginsel primair stelden", welke de ontwaking en groei van het Dietsch stamgevoel hebben verhinderd. Al ontveinzen we ons geenszins de bezwaren en nadeelen: een unie tusschen Nederland en een vrij, zelfstandig Vlaanderen lijkt ons in de toekomst zéér wel mogelijk.

Of ze wen schel ijk is, kan thans niemand beoordeelen, ook prof. Gerretson en Gerard Knuvelder niet. Dat zal beoordeeld moeten worden door de generatie, aan welke de vraag eens wordt voorgelegd.

Wat wij thans w è 1 weten is, dat er in de naaste toekomst van deze hereeniging geen sprake kan zijn, omdat Vlaanderen niet vrij, niet zelfstandig, niet mondig isj omdat de poging tot hereeniging noodzakelijk leiden moet tot 'een bloedig conflict met Brussel; omdat het ontketenen van deze strijd Nederland brengen zal aan de rand van de ondergang.

Te streven naar hecht, sterk contact met Vlaanderen, Vlaanderen met alle wettige middelen steunen in zijn strijd om het Waalsch-Brusselsche juk af te schudden is loffelijk, maar in de huidige omstandigheden bij boog en laag de gedachte eener asnshiiling van Vlaanderen bij Nederland te propageeren, is onvoorzichtig en onverstandig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's