Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Organisatie van den Arbeid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Organisatie van den Arbeid.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Taylor-stelsel).

II.

III. a. Op dit moment der Historie greep Taylor in. Taylor, de „geduchte Amerikaan" gelijk van de Waerden hem noemt. Waarom hij nu juist ingreep? Iemand heeft eens geschreven, dat uitvindingen nooit toevallig geschieden, maar dat ze ontstaan onder den drang van het algemeene zoeken naar en denken aan datgene, wat later het onderwerp der uitvinding wordt. Dat schijnt reeds lang te leven in de verbeelding van vele denkende menschen, tot eindelijk iemand werkelijkheid weet te doen worden, wat bij anderen nog in vage denkbeelden aanwezig is. Zoo is het ook met Taylor gegaan. In Taylor heeft, misschien als gevolg van zijn scherp opmerkingsvermogen, buitengewoon sterk gewerkt de drang der historie, waardoor hij meer dan iemand anders is gekomen tot de ontdekking van het feit, dat van de menschelijke kracht een groot gedeelte verloren gaat, dat het productie-vermogen van den mensch slechts voor een klein gedeelte in werkelijk product wordt omgezet. Hij heeft dien drang gevolgd en door een arbeid, dien hij aanvankelijk schatte op 6 maanden, maar die in werkelijkheid eerst na 26 jaren als een eenigszins afgerond geheel klaar was, de wereld verbaasd met zijn ontdekking en haar beroerd met zijn maatregelen.

b. Wie Taylor is geweest, (want hij is overleden in 1915) is met enkele woorden te zeggen:

Geboren te Philadelphia, heeft hij na zijn schooljaren veel gereisd in Europa en Australië, werd door een oogziekte getroffen en gedwongen zijn studie te staken. Trad, te Philadelphia teruggekomen, als werkman in dienst bij een machinefabriek, heeft zich door zijn ontzaggelijke energie omhoog gewerkt tot een, voor een man zonder academischen graad, zeer hooge positie, heeft daarna, om nog hooger te kunnen stijgen, 21/2 jaar de nachten besteed aan studie, totdat hij eindelijk zijn Ingenieurs-diploma verwierf. Zie hier de korte levensschets van Frederik Winslow Taylor.

c. Gedurende zijn werken in de fabrieken te midden van de andere arbeiders had hij O'.a. deze dingen geconstateerd:

1e. dat bij zeer vele arbeiders aanwezig is een systematisch luieren.

2e. dat er is een terreur van deze luieraars op de werkwilligen, waardoor ook de laatsten dikwijls verhinderd worden de productie af te leveren, die ze zonder buitengewone inspanning zouden kunnen bereiken. '

3e. dat er, zelfs ook onder de goedwilligen, is een arbeidswijze, die niet doeltreffend kan worden genoemd.

4e. dat door ondoelmatige inrichting van werkplaatsen en hulpmiddelen, door onjuiste opstelling van machines en onjuiste inrichtingen van gereedschappen de arbeid noodeloos wordt bemoeilijkt, en dus de productiviteit van den arbeider wordt belemmerd.

Taylor ergerde zich zoodanig over al deze arbeidsverspilling, dat hij in studie heeft genomen allerlei maatregelen, die de verspilling konden tegengaan, welke maatregelen hij opgebouwd heeft tot wat men later heeft genoemd het Taylor-stelsel. Van dit Taylor-stelsel, dat dus beoogt: systematiseering van den menschelijken arbeid, of zooals het ook wel gezegd is: „menschen-economie", wil ik trachten de hoofdkenmerken zoo kort mogelijk te schetsen. Hierbij zal ik mij niet beperken tot hetgeen Taylor zelf heeft gezegd en geschreven, maar rekening houden met de ontwikkeling, aan zijn stelsel bezorgd, door de veelvuldige toepassing daarvan ook door zijn discipelen.

C. I. Ik ga dan achtereenvolgens spreken over:

Ie. de grondbegrippen van het stelsel.

2e. de wijze van belooning in het stelsel.

3e. de voor-en nadeelen voor den arbeid onder het stelsel.

4e. de toepassing van het stelsel.

II. De grondbegrippen van het stelsel zijn wel de volgende:

a. een volkomen scheiding van lichamelijken en geestelijken arbeid.

b. de uitschakeling van elke onnutte beweging.

c. de vaststelling van een taak, die tenminste is te leveren.

d. een' gedetailleerde omschrijving van de wijze, waarop de arbeid moet worden uitgevoerd.

1. De scheiding van den lichamelijken en geestelijken arbeid beteèkent, dat de studie, tot nu toe door den arbeider zelf verricht omtrent de wijze hoe het werk moet worden uitgevoerd, van hem wordt afgenomen en overgedragen aan anderen, die daartoe bijzonderlijk worden opgeleid. Voor de arbeiders blijft dan over het zich inwerken in de voorschriften, die hun voor de uitvoering worden verstrekt, het zich aanpassen aan een voorgeschreven werkwijze en verder de uitvoering van het werk zelf.

2. Om dit te bereiken, heeft Taylor tijd-en beweging-studiën gemaakt. Hij ging daartoe zonder zich ook maar in het minst te haasten, de arbeiders gade slaan en wanneer op deze wijze waren vastgesteld alle verrichtingen, ook de schijnbaar onbeduidende, die gedaan werden bij de uitvoering, dan maakte hij van al die bewegingen een lijstje en zette zich nu opnieuw neer, thans gewapend met een z.g. stop-watch, en noteerde hoeveel tijd elke beweging vorderde. Deze tijdnotities werden gemaakt tot in onderdeelen van seconden. Vermakelijk is het te vernemen hoe Taylor zelf in dit opzicht is verbeterd. Een van zijn grootste volgelingen, de Amerikaan Gilbreth, meende dat de stopwatch niet nauwkeurig genoeg werkte en dat hiermede te veel onnoodige bewegingen werden ge-

maakt. Gilbreth zelf heeft later de kinematograaf te hulp geroepen, waarmede hij 48 beelden per seconde kon opnemen. Voorts ook heeft hij uitgevonden de z.g. Gilbreth-klok, die één 1000e seconde nauwkeurig aanwijst. Bij de beelden, op die manier ontstaan, werden ook steeds opgenomen de temperatuur en de graad der vochtigheid, waarin de arbeid werd verricht. Meestal werd aan de hand van den arbeider een gloeilampje bevestigd, waardoor alle bewegingen van den arm, aJs even zoo vele lichtpunten en strepen als een filmbeeld werden weergegeven. De afbeeldingen, die daarvan zijn gepubliceerd, toonen aan hoe onsamenhangend, hoe onzeker de bewegingen van den niet-opgevoeden arbeider zijn. Door deze studie kwam men tot de wetenschap welke bewegingen absoluut overbodig waren en men stelde punt voor punt vast, welke bewegingen wel moesten worden verricht. Een treffend voorbeeld levert ons de genoemde Gilbreth, die vaststelde, dat in het eeuwenoude metselvak voor 't metselen van eiken steen 18 bewegingen werden verricht, dat daarvan 13 volmaakt overbodig waren, zoadat er 5 nuttige bewegingen overbleven. Het resultaat is verrassend. Volgens Gilbreth werden naar de oude methode hoogstens 120 steenen per uur gemetseld, welk cijfer schijnt overeen te komen met de hier te lande bestaande norm; naar de nieuwe methode werd dit getal opgevoerd tot 350 steenen per uur.

3. Na de vaststelling van deze vaste bewegingen werd ook de daarvoor normale tijdsduur bepaald, als ook, en die waren van zeer groot belang, de rusttijden die noodig zijn. Ik wijs hierop met nadruk, want een der grieven tegen het'Taylor-systeem is, dat de arbeiders door het jachten van het stelsel overmatig vermoeid worden. Dit zou hoogstens wijzen op een onjuiste toepassing van het stelsel, want het is een der grondgedachten van Taylor c.s., om studie te maken van de vermoeidheid van den arbeider en het is zijn streven om die te voorkomen, door een rusttijd voor te schrijven op het oogenblik, waarop de vermoeidheid zou beginnen in te treden.

4. Taylor geeft voorts nauwlettend aandacht aan alle factoren, die den arbeid kunnen beïnvloeden, hij bestudeert de lichaamsgrootte, de lichaamskracht, het bevattingsvermogen, de levens-gewoonten, de voeding, de kleeding, het temperament van den arbeider, hij geeft acht op de omgeving en de temperatuur van de werkplaats, de verlichting daarvan, enz. Hij tracht alles te voorkomen wat den arbeider kan belemmeren.

5. De taak wordt vastgesteld, nadat uit de vele tijdopnamen is vastgesteld een normale duur voor elke verrichting en daarmede voor den totaalarbeid. Deze tijd wordt, om te komen tot een taak, die door de meeste arbeiders zal zijn te leveren, verhoogd met een zeker percentage, dat in grootte sterk varieert. Er komen toeslagen voor van 12.5 —50 procent. Taylor vraagt nooit de theoretischhoogste taak, omdat hij de arbeiders wil frisch houden.

6. De wijze nu, waarop de arbeid moet worden verricht, wordt onderdeel voor onderdeel vastgelegd op een kaart, waarbij, naast de minuten en seconden voor elk onderdeel toegestaan, ook worden genoemd de materialen die gebruikt, de machine waarop de arbeid verricht, de snelheid waarmede de machine loopen moet'enz.

7. Hij bedient zich bij allen arbeid van hulpmiddelen, die het werk kunnen verlichten, deze hulpmiddelen zelf zijn, veel meer dan voorheen, vrucht van nauwgezette studie. Zoo heeft hij b.v. een wagen geconstrueerd waarop al het gereedschap ligt, dat bij zekeren arbeid noodig is, bijv. hamers en beitels van verschillende grootte. Al deze gereedschappen zijn gerangschikt in de volgorde, waarin ze door den arbeider zijn te gebruiken bij de opeenvolgende werkzaanïheden. Het zoeken naar gereedschap wordt derhalve voorkomen. De wagen bevat verder 3 vakken waarin 3 teekeningen, in het eerste vak de teekening voor het eerste onderdeel enz. Een ander hulpmiddel is, dat de drijfriemen op de juiste spankracht worden gesteld, zoodat de machine inderdaad met de voorgeschreven snelheid kan loopen. Voorts de bijzondere inrichting van de werkplaats, waar op een systematisch ingericht bord aan den wand rechts alles gehangen wordt, wat in de rechterhand moet worden genomen, de evenbedoelde wagen wordt dan bijv. aan den linkerkant gezet. Ook zorgt Taylor er voor, dat de arbeider niet zelf zijn materiaal behoeft te halen. Hij had zich te vaak geërgerd aan het heen en weer loopen, dat onder de oude methode maar al te veel geschiedde. Bij Taylor wordt het materiaal den arbeider toegezonden. Dit alles beteekent bijv. bij het metselen, dat de steenen van te voren door een anderen arbeider worden gesorteerd, zoodat de metselaar zelf de steenen niet om en om behoeft te keerenj om den mooisten kant voor te krijgen, dat ook de kalk van zoodanige samenstelling wordt gemaakt, dat het gebruikelijke kloppen op den steen niet noodig is, zoodat met het eenvoudig leggen van den steen de handeling afgeloopen is. Ook behoort hiertoe een steiger van zoodanige constructie, dat de werkman steeds op dezelfde hoogte van het te metselen gedeelte blijft.

Om nog een voorbeeld te noemen: vastgesteld is dat een schop, die een last van circa 91/2 K.G. draagt, het doelmatigst is. Voor het gereedschap, dat de werkman voortdurend moet gebruiken, is niet elk soort staal goed, neen, het staal moet een zekere hardheid hebben.

8. De scheiding van den lichamelijken en geestelijken arbeid maakt noodzakelijk de aanstelling van diverse functionarissen of werkmeesters. De werkmeesters, zooals die onder het oude regime moesten bestaan, zijn raak getypeerd in de volgende schets (van A. Borret in „Studiën" 1919): „Wat moet zulk een werkmeester in een machinefabriek ook niet alles kunnen? Hij moet met groeten tact het toezicht over alle werkzaamheden der arbeiders uitoefenen; hij moet de bezigheden ter juister tijd over de betreffende mannen verdeelen en voor haar nauwkeurige uitvoering zorg dragen; hij moet technisch deskundig zijn en vooral ook teekeningen kunnen lezen en grondig geoefend zijn in al het handwerk, dat op zijn werkplaats voorkomt. Hij wordt er voor verantwoordelijk gesteld, dat niet door ruwe behandeling de machinerieën vóór haar tijd versleten raken, dat de reparaties naar behooren worden uitgevoerd, hij is belast met het aannemen en ontslaan van werklieden, met de uitbetaling van het loon, met de aanschaffing van het materiaal en zoo mogelijk ook nog, in meerderen of minderen omvang, met de boekhouding van het materiaal. Dit alles te zamen genomen overtreft verre, hetgeen men bij lieden van den ontwikkelingsgraad onzer meesters met recht mag verwachten en het gevolg daarvan is, dat de overladen werkmeesters slechts het geringste gedeelte hunner taak volkómen kunnen machtig worden.”

Taylor stelt inplaats van één minstens drie en als men goed rekent feitelijk acht werkmeesters aan.

De acht functionarissen zijn de volgende:

Wij zien dus dat elke meester een scherp afgebakende taak heeft, zulks in tegenstelling met de meesters van het oude regime, die ongeveer van alles moesten weten en die dan ook zooveel mislukkingen van bedrijven op hun rekening hebben

A. SCHILDER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Organisatie van den Arbeid.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's