Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over „Loten” ca.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over „Loten” ca.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Intusschen is hiermede nu niet gezegd, dat elk© cbligatie-leening voor den Christen geoorloofd is. Er zijn obligatie-leeningen, die tevens een verkapt© loterij zijn, zooals wij in gewonen omgang van „loterij", zonder meer, spreken.

Ik denk hier aan de z.g. premie-leeningen. Hier toch wordt een groote leening gesloten tegen een rentevoet, lager dan de normale. Stel b.v., dat de normale rente-standaard 4 procent is, dan wordt de vaste jaarlijksche rente van zulk een premieleening gesteld op 21/2 procent. De geldleener ontvangt slechts in schijn een voordeel van IV2 procent; hij verbindt zich n.l. om het bedrag, dat jaarlijks door die IV2 procent wordt bespaard, beter: onthouden aan de gezamenlijke obligatie-houders, te gebruiken voor z.g. „premies", t© betalen aan de deelnemers in de leening. Die premies zijn meestal weinig in aantal en kunnen daardoor soms aanzienlijke bedragen vertegenwoordigen. Onder de talrijke otligatiehouders kunnen er dus slechts enkelen zijn, die zoo'n premie ontvangen; zij worden steeds aangewezen door het lot. Ieder voelt, dat de loting, in verband met die laatste IV2 procent jaarlijks te verrichten, van den kant der deelnemers niets anders is dan een zuivere loterij om, wat wij niet anders kunnen noemen dan „vuil gewin". Die loterij is, evengoed als de Staatsloterij, voor den Christen veroordeeld. En omdat de loting om de premies onafscheidelijk verbonden is aan de leening, is het deelnemen aan zulke premie-leeningen dan ook voor den Christen af te "keuren.

De volgende cijfers mogen dat nader verduidelijken. Stel, dat iemand voor f 1000 deelneemt in d© leening zelf; onder gewone omstandigheden zou hij dus 4 procent rentevergoeding krijgen. Hij neemt nu genoegen met 21/2 procent. Hij offert dus jaarlijks f 15 als betaling voor de kans om een grooten prijs of premie straks te ontvangen. Evengoed ©n eenvoudiger zou hij jaarlijks f 15 naar de Staatsloterij kunnen brengen. Dan verricht men in wezen dezelfde handeling, slechts ietwat duidelijker en niet gemaskeerd achter de deelneming in een „obligatie"-leening. Het ligt op den weg van onze mannen in de Gemeenteraden e.d., om zich tegen d© uitgifte van zulke leeningen te verzetten. Ze zijn in ons land gelukkig niet talrijk.

Moeten we dus acht geven op den aard der leening, evengoed moet men — en hiermede kom ik tot een andere vraag, door den heer V. gesteld — ook letten op degeen, die de obligaties uitgeeft. Natuurlijk moeten wij daarop letten. Het kan redelijk zijn, om te weigeren aan een bepaalde Overheid geld te leenen, b.v. die van Monte-CarlO'. Zoo zal men inderdaad ook moeten letten op de hoedanigheden van de Maatschappij, die de obligatieleening wil uitgeven en op de bestemming, di© zij aan het geleende geld wil geven. Dit is niet altijd mogelijk. Indien echter bekend zou zijn, dat een Maatschappij of Vennootschap geld gebruikt op een wijze, welke af te k©ur©n is, dan mo©t niemand zijn geld daarvoor beschikbaar stellen, ook al zou de Maatschappij nog zoo solide zijn.

370 Ik meen hiermede de hoofdvraag wel te hebben beantwoord.

D© vraag, of nu bij allerlei spelen het loten gebruikt mag worden, zooals wanneer men bij het damspel gaat raden, wie wit of zwart zal hebben, zou ik in het algemeen bevestigend willen beantwoorden. Indien het zuiver spel blijft en winstbejag uitgesloten is, dan zie ik in het raden naar de verdeeling van zwart of wit, resp. in het loten, geen enkel verkeerd element. Het doel van het loten beslist hier in verband met de handeling, die men gaat verrichten.

De vraagsteller heeft zich bezwaard gevoeld, toen op zijn kantoor eens geschenken werden ontvangen voor het personeel in zijn geheel en „het" dus niet voor lichamelijke verdeeling vatbare voorwerp verloot werd. Hij vraagt hoe dan te moeten handelen. Als men hier niet aan een successie kan denken, dan is m.i. in dit geval het loten, waarbij men loot om billijk te zijn tegenover iedereen, niet ongeoorloofd te achten. Men moet dan ook echter steeds de billijkheid als het doelwit in het oog houden en maatregelen beramen om te voorkomen, dat wellicht dezelfde man twee of meer keeren iets krijgt en de ander niets. Aldus ontstaat toch een successie, maar eene, waarbij persoonlijke willekeur wordt uitgesloten.

Wanneer de vraagsteller verder nog inlichtingen verzoekt omtrent allerlei andere, het economische leven in zijn kern rakende vraagstukken, zooals speculatie, handelingen op de beurs, de geoorloofdheid van koerswinst e.d., dan moeten wij op dit O'Ogenblik nog even het antwoord schuldig blijven. Niet omdat wij tegen de beantwoording van die vragen opzien, doch het bestek van \iit antwoordartikel dwingt tot eene beperking. De vragen, verder gesteld, zouden een antwoord vorderen, veel uitvoeriger dan thans mogelijk is. Het is echter niet uitgesloten, dat binnen niet te langen tijd een of meer dezer onderwerpen in dit blad behandeld wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Over „Loten” ca.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1931

De Reformatie | 8 Pagina's