Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Erotische.

IV.

Prof. Dr M. C. van Mourik Broekman, vestigt bij de behandeling der Erotiek in verband met het huwelijksleven, nadat hij een schets gegeven heeft van de platonische liefde, de aandacht op nog twee andere verschijnselen van ©en Erotiek, waarin zich het geestelijk eleme'nt gelden doet en welke zich daarbij van het zinlijke onderscheidt.

Het eerste is de geestelijke minne in de Mi ddeleeu W'cn, het tweede de moderne I i e f d e-i d e e. Historische vergelijking is, naar zijn meening, oo'k hier zeer leerzaam, waarlDij blijken zal, dat in zeer verschillenden vorm, in sterk onderscheiden tijden, toch ook eenzelfde strekking in het sexueele leven tot uiting komt. 1)

Wij kunnen echter in verband met den opzet onzer artikelen de geestelijke minn.'e in de Middeleeuwen voorbijgaan. Immers, wij willen wel op de verschillende vormen, - waarin zich het erotische manifesteert, letten, maar vooral de aandacht vestigen op het begrip „'Erotiek", gelijk dat vooral door Spranger naar voren is gebracht en door anderen op zijn voetspoor is overgenomen met algeheele instemming, of hier en daar met modificaties. Daarom moesten wij met name de aandacht vestigen op de beschouwingen van Plato omtrent de liefde en Eros, omdat Spranger's definitie omtrent de Erotiek daarvan niet los is.

De Middeleeuwen echter hebben geen wijziging in het begrip Erotiek gebracht. Alleen vertoonen zij een eigenaardig beeld van het erotische in de geestelijke minne, waarin naar de beschouwing van Dr van Mourik Broekman het procees der vergeestelijking der Erotiek is waar te nemen. Zij komt in een beperkten kring voor, n.l. in het ri d dermiIieu. De ridders hebben niettegenstaande hun ruwheid ook hun idealen gekend van aesthetischen, ethischen en religieuzen aard. Men kende een verhouding tot de echtgenootemoeder. Men kende een verhouding tot vrouwen daarbuiten: de ridder leefde zijn lusten uit in het midden zijner onderhoorigen. Maar nu heeft zich, bij hem nog een derde verhouding uitgeleefd: eene tot de vrouw van eigen stand, maar niet de echtgenoote van den ridder, odk niet een minnares; het werd de verhouding tot een aangebedene.

E. L u c k a wijdt aan deze zaak uitvoerige beschouwingen in zijn boek „Die dr ei Stufen der Erotik". Hij noemt dit in het hoofdstuk „Die Vergöttlichung der Frau" den eersten vorm van metaphysische Erotiek. 2) Een gansch nieuwe soort van liefde is toen ontstaan, d© aanibiddende, bewonderende vrouwenliefde. De vrouw komt in het middelpunt te staan, haai persoonlijkheid wordt ontdekt. Men diende om d© vrouwen, men beminde en vereerde haar, men boog de kniej voor de nieuwe godin der aarde. Een gansch nieuw gevoel werd opeens in de harten der ridders levendig. De verhouding van man ©n vrouw verkreeg, 'een nieuwe basis. Die veranderde verhouding werd. uitgezongen door de zoogenaamde troiubad o u r s, de dichters en speellieden, die van hol; tot hof, van burcht tot burcht trokken met hun, liederen, waarin voo'ral de schoonheid der vrouw het middelpunt was. Lucka komt zelfs lot de uitspraak, dat Tiet niet te betwijfelen valt, of het ideaal dezer „seelischen Liebe", uitkomende in de bewondering van de s c h o o n h © i d der vrouw (hier hebben wij weer de verbinding met wat Plato leerde) is ontstaan onder medewerking, en invloed van het Christelijk ideaal der kuischheid.

Echter, deze „geestelijke minne" had één schaduwzijde. Door het vergeestelijken der één© liefd© werd de andere, n'l. die tusschen den man en de

vrouw-echtgenoote juist gedoemd in de sfeer van het zinnelijke te blijven. Lucka merkt dan ook op; „bij zulk gevoel moesten liefde en huwelijk streng gescheiden zaken zijn."3)

Waar aan de „reine liefde" alleen waarde toegekend werd, moest 'daaruit volgen, dat het huwelijk als iets lagers, iets van minder kwaliteit gold. Andreas stelde als regula amoris op: „Het staat vast, dat tusschen echtgenooten voor liefde geen plaats is". En een ander, Fauriel zegt, dat dit een konsekwent .gevolg is uit het dualisme der Erotiek, welke zinnelijkheid met liefde nu eenmaal niet vereeni-.gen kan.

Hiemiede is tegelijk gegeven, dat deze „geestelijke minne" juridisch is geoordeeld. Niet min--der, dat zij „ethisch" te veroordeelen is. Bij, alle mooie kleuring dezer geestelijke minne als, „aesthetische ontroering", het begeeren om de vrouw als vrouw „ideëel" te zien, stelt zij de liefde tot de „dame van het hart", aan wie alles gewijd werd, naast, ja tegenover de wettelijke en naar goddelijke ordening geboden liefde-verhoudingvan man en vrouw in het huwelijk. Hier wordt aan „de aangebeden vrouw" gegeven, wat in het rechtci huwelijk tusschen man en vrouw onmisbaar is. En daardoor daalt het huwelijk in zedelijk opzicht. Het is alleen tot bevrediging van het sexueele en .de verzorging van het huis.

Hier leeft men in de verhouding van man-wettelijke vrouw, van man tot de vrouwelijke onderhoorigen en van man tot de „aangebedene vrouw" op het niveau, dat Demosthenes eens aldus , aangaf: „Wij huwen een vrouw om wettige kinde-, ren te krijgen en trouwe be waaksters voor onze huizen te hebben; wij onderhouden concubinen voor onze dagelijksche bediening en voor ons gemak; wij hebben courtisanes voor ons liefdesgenot."

Dit is in principe de „geestelijke minne" der, middeleeuwen. Zij staat dan ook ver aï van wat Plato bedoelde. Platonische liefde roept de gedachte .aan een boven-zinnelijk, boven-menschelijk opgaan in de schoonheid, geidentificeerd met het goede, op. Zij wil een emancipeering van het geestelijke uit het zinnelijke, al blijft er in haar een dualisme, dat in de practijk niet overwonnen kan worden. De „geestelijke minne" gaat niet boven het zichtbare uit. Van abstractie is geen spra'ke. Zij is op, een bepaalden persoon gericht. Men wil, onbewust of bewust geleid door ascetische tendenzen, die in de kerk der Middeleeuwen werkten, het wonder der driften-verbannende verrukking beleven. Maar, HET huwelijk in de vereeniging van man en vrouw, niet alleen corporeel, maar ook „seelisch", wordt ontwijd en ontadeld. De kerk der Middeleeuwen heeft hiervan gebruik gemaakt in haar propageering van de Maria-verheerlijking. De Moedermaagd, de gebenedijde, treedt in allerlei vorm naar voren als gestalte van absolute vrouwelijke schoonheid, waarvoor de man zich nog op een beelj andere wijze buigt dan de vrouw.

Erotiek, zoo zegt men, was deze geesteüjke liefde. Maar dan erotiek van 'een eigenaardig karakter, verdeelende over twee, wat met en. in ééne doorleefd moet worden. Romantiek, zoO' zegt men, dezelfde romantiek, die later in het leven van Goethe en Wagner zulk een belangrijke rol speelt en tot zulke grootsche werken inspireerde. Maar dan romantiek, die het ware huwelijk verwoestte en voor Gods wet geoordeeld is. Een intieme verhouding als vriendschap is, adoratie', zal tusschen mannen en vrouwen, vroeg of laatj leiden tot liefdes-intimiteiten. De natuur gaat boven de leer. Vleesch en geest!

KNOPPERS.


^) Dr M. C. V. Mourik Broekman, „Erotiek en Huwelijksleven", pag. 13, Leiden 1932.

") E. Lucka, „Die drei Stufen der Erotik", pag. 43 v.v., pag. 108, pag. 123 v.v., Berlin 1920.

") Idem, pag. 123.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1933

De Reformatie | 8 Pagina's