Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

By den Heere Jezus blijven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

By den Heere Jezus blijven.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En vermaande hen allen, dat zij met een voornemen des harten bij den Heere zouden blijven. Hand. 11:23.

Blijdschap over zegen Gods kan op zeer verschillende wijze worden geuit.

Meteen opgetogen vreugdelied, een lofpsalm Gode. Met een traan van dankbare ontroering.

Maar ook met gebed om bewarende genade Gods, opdat wij door voorspoed niet overmoedig worden, doch dicht bij den Heere blijven leven, afhankelijk en oolmoedjg, in het besef, dat wij zoo licht verdervea .wat Hij ons, geeft, en zoo geneigd zijn tot afdwalen.

In die laatste stemming van dankbaarheid vermaande Barnabas, volgens onzen tekst, de geloovigen te Antiochië om bij Christus te blijven.

Anliochië was een zeer voorname stad, de derde van het Ronieinsche rijk. In die metropool van Klein-Azië heeft de Geest des Heeren krachtig gewerkt. Door de dorre doodsbeenderen der Joodsche synagoge is een adem des levens gegaan. Zonen Abrahams zijn herboren tot kinderen Gods, door het geloof in Christus. Hun vijandige volksgenooten te Jerusalem zijn daar het middel toe geweest, door de ontketende vervolging na Stefanus' dood. Cyprische en Cyreneïsche mannen hebben te Anliochië het evangelie van Jezus gepredikt. En dat werk is wonderlijk gezegend. Velen zijn tot het geloof gekomen, hebben zich bekeerd. Er is een gemeente van christenen gevormd. De blijde tijding van dit jong en krachtig geloofsleven is naar Jerusalem doorgekomen, en heeft daar vreugde gewekt. Wie had het durven denken: nu al een groote gemeente in Antiochië!

De Jerusalenimers willen terstond het kerkverband aanknoopen, en zenden daartoe Barnabas op visitatie naar Antiochië, een man die voor zulk werk schoonc gaven had.

Als deze nu met de nieuwe gemeente vergaderd is, klopt zijn hart van vreugd bij hel aanschouwen van zoo'n groote schaar toegebrachten. En de Antiocheners wachten in spanning, tot Barnabas het woord gaat voeren. Hij zal zeker een toespraak vol jubelende dankbaarheid houden? uiting geven aan de groote vreugd te Jerusalem?

Maar dat viel tegen. Barnabas begon met v e r-manen. Niet met lofprijzen. Ik vermaan u allen, zoo zeide hij, om mei een voornemen des harten bij den Heere te blijven. Bij den Heere Christus.

Misschien waren er onder de nieuw-geloovigen, die zich over dit woord wal geprikkeld voelden. We zijn pas bij den Heere, zouden we Hem nu al verlaten? We denken er niet over! Wc willen Christus volgen en b 1 ij v e n volgen.

Maar Barnabas wist wel wat hij zeide. Hij had zelfkennis, en kennis van toestanden en verhoudingen in de gemeente des Heeren.

Hij liet zich door geen schoonen schijn verblinden. Hij zei niet: hel zal bij velen uwer wel niet echt zijn. Neen, hij ging er met een oordeel der liefde van uit, dat ze allen meenden, wat hun riiond beleed. Dat ze dus allen bij Christus w a ren. Maar juist daarom vermaande hij met zooveel aandrang en ernst om toch bij den Heere Jezus te blijven, tegelijk prikkelend tot diepgaande zelfbeproeving.

Die vermaning heeft ook de gemeente van onzen tijd zoo noodig. Toen er groei en wasdom in ons kerkelijk leven kwam, bijzonder in de laatste halve eeuw, zoodat wij er het hoofd wel bij opstaken, en zekere zelfvoldaanheid bij ons heerschen ging, omdat we li«t toch zoo heerlijk ver al gebracht hadden, ons zoo voorbeeldig georganiseerd hadden, rijk in rechtzinnigheid waren, en met zoo sterke vitaliteit op velerlei terrein de christentaak ter hand namen, was toen het gevaar niet groot, dat wij de Baruabas-vermaning vergaten, dat wij toch mei een voornemen des harten bij den Heere Jezus zouden blijven?

Wiat zal het baten of wij al roemen in Zijn naam, en strijden en arbeiden willen voor de komst van Zijn koninkrijk, als wc de genade niet begeeren om bij Hem, bij Hemzelf te blijven, met ons persoonlijk, huiselijk, kerkelijk leven, in onze wetenschap en kunst, en bij ons christelijk werk op allerlei gebied?

Wat zal het baten, of wij al bij elkaar willen blijven, bij de Kerk, en bij' de zuivere leer ein dienst, als we het voornemen des harten zouden missen, om met standvastige trouw en volharding als vrucht van genade, bij Christus te blijven?

Dit zal alleen kunnen, als we bidden: blijf bij ons, Heere!

En, houd ons dicht bij u, ook in ons kerkelijk leven, zoodat we van elkaai' als kerken, gelijk Anliochië van Jerusalem, de vermaning willen aannemen, om mei een voornemen des harten bij den Heere te blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

By den Heere Jezus blijven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's