Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

en van den

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

en van den

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

en van den engelenzang en van de herders en de wijzen — en ja, ook van Herodes' beulen. Maar in elk geval, daar wordt de Christus au sérieux genomen.

Maar Nazaretli, dat is de stad (dat zeggen tenminste Mattheüs en Lucas, maar ze schijnen zich aan te sluiten aan Palestijnsch spraakgebruik, dal , .stad" heet wat men gewoonlijk ©en dorp noemt) waar Jezus verborgen was en niet geleld. In Bethlehem is Hij geboren, uit vleesch en bloed van ons menschen, maar Hij is er ook erkend als Zaligmaker van ons menschen. Maar in Nazareth vonden ze, dat er van Hem vooral geen drukte moest worden gemaakt. Daar was Hij waarlijk onzer één en vast niet meer. Daar heeft hij de armoede van 't bekrompen menschenleven geproefd.

Eens, toen de schare in Galilea reeds verrukt was over Zijn woorden en wonderen, kwam Hij in Zijn „vaderland" (Matlh. 13:54—58, Mark. 6 VS 1—6). Daar had men ook gehoord van den naam, dien Hij zich gemaakt had. Maar ze trokken zich van Hem doodkalm niets aan, totdat het sabbat was en Hij in de synagoge lol hen spreken ging. Toen ging zijn Woord tot hun ooren in en het eischtc. Hij wilde ze daaraan onderwerpen en hun zielen eraan binden. Maar — wil Hij dat? Hij? Net of ze zijn vader en moeder niet kennen. Daar kennen ze Hem Ie goed voor. De één is met zijn zuster getrouwd en de ander doel zaken met zijn broer. Wat wil die Jezus? Waar heeft Hij dat vandaan, die krachten en die woorden? Hij is toch ook maar een Nazaraeër!

Bethlehem kent het enthousiasme van het „publiek". Daar is een Iü)ning geboren en die het welen, juichen. Daai-is de beweging van een koningsstad. Docli het zal geen residentie worden van den nieuwen Koning. De Schriften over den Spruite uit den afgehouwen tronk en van de scheut uit de dorre aarde brengen Hem naar Nazareth. Daar duiken de menschen onder in het troebele moeras van de dorpsgeschiedenis en van de praatjes, die er over zijn familie en zijn afkomst gaan.

Bethlehem heft Hem omhoog. Een menscir, maar een prins! Zou Hij ook meer dan ©en mensch zijn? Doch Nazareth drukt Hem neer. Een mensch, maar meer mag Hij niet zijn. Wat Hij( meer te wezen blijkt, wordt er weggepraal door hel uitspinnen van al wat menschelijk aan Hem is. Nazareth houdt Hem onder. Daar heeft Hij geleerd, wat het is, van al die velen en die kleinen er één te zijn. Dit is het ook wat geschreven is:

„En Jezus nam toe in wijsheid" (Luk. 2:52).

Het apocriefe evangelie, dat „de kindheidsge-schiedenis des Hoeren van Thomas den Israëliet" heet, heeft dezen stand van zaken wel zeer slecht verstaan. Het laat Hem daar in Nazareth het eene wonder na het andere doen in zijn kindsche jaren. En vaak nog zijn die apocriefe wonderen de uiting van een eigenwijzen en driftigen geest en van een bazig, boosaardig jongenshart.

De Joden, die eens, naar Joih. 7:40—42, debatteerden over de plaats van zijn herkomst in verband met de pretenties, die Hij voerde, hebben deze dingen beter verstaan, dan de man die zich achter Thomas verschool, om zijn fantasterijen den volke te verkondigen. Er waren er die zeiden, en zeggen moesten, omdat ze in Hem geloofden en van Hem zagen wat nog nooit gezien was en wat den groeten roem der profeten van oud-Israël nog ver te boven ging, — er waren er die zeiden: at is de Christus. Dat is geen profetisch woord alleen, maar dat is vervulling van het profetisch woord. Maar anderen achtten dan toch zijn herkomst zeer bedenkelijk. Zal dan de Christus uit Galilea komen? Ze spraken maar niet van Nazaraeër. „Galileër" klonk voor den pretendent van Davids glorietroon al bespottelijk genoeg. Moest die Christus geen Belhlehemiel zijn?

Hier wordt openbaar opnieuw de zin van den uittocht uit Bethlehem over Egypte naar Nazareth. De Christus is Hij. En recht heeft Hij op Davids troon. Te Belliiehem, in Judea gelegen, is Hij geboren. En Jozef, de zoon van David, stond als vader bij zijn kribbe. Maar wonend onder ons, droeg Hij onze smaadheid ten volle. Nazareth! „K.an uil Nazareth iets goeds komen? "

Nazareth! Dal is een van de wapens, waarmee de tegenstander, dien Hij ontmoeten moest. Hem te lijf zou gaan. Alles aan Hem en in Hem moest lijden, om al onze zonde en schande te verzoenen. De schande, dat wij, koningskinderen, niet in een paradijs geboren zijn en niet in de schaduw van een troon, maar dal wij in deze van nature kale en naakte en booze wereld geboren werden; de vloek van ons geslacht, moest Hem pijnigen. Bethlehem, hoewel Hcrodes' beulen Hem er zochten, was nog te goed voor Hem. Het was tezeer de stad van David en van Jozef, die op de koningslijst zijn naam had staan. Nazaraeër moest Hijl heeten, naar de stad van zijn moeder, en van zijn broers en zusters en van al die gewone menschen in een uithoek van liet heilig land.

Polemiek ligt in den naam Nazaraeër niet. Men noemde vaker iemand naar zijn „vaderland". Maar er ligt verachting in. Dat is erger dan de openlijke strijd. Het is kleinzielige vijandigheid. Ze durfden Hem niet aan. In Nazareth niet en in Jeruzalem al net zoo min. Toen zeiden ze: „Nazaraeër!" Met een spollach was de zaak afgedaan!

Dat is het, waarom de naam Bethlehem verbleeken moet. Hel volle ingaan onder den vloek en den hoon is voor Hem weggelegd.

Intusschen, uit den afgehouwen tronk komt een rijsje voort. Uit de dorre aarde spruit een scheut op. „Nazaraeër!", „de Nosri!" zeiden er sommigen en ze waren klaar met Hem en gingen over tot de orde van" den dag der andere gevloekte dingen, die hen toch meer boeiden. Maar anderen zeiden: osri, dat is Néser, dat is Spruite. „Hij zal de armen met gerechtigheid richten en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds, en met den adem zijner lippen zal Hij den goddelooze dooden." (Jes. 11:4). „Wel", zegt Mattheüs tot zijn lezers, die Hebreeuwsch kenden en de rabbijnen gehoord hadden in hun methodeni van exegese, „het is toch nog zoo vreemd niet, dat die Jezus Nazaraeër heel. Hij kan de Christus niet zijn, zeggen ze, omdat Hij uit Galilea is. Maar hebt ge dan Jesaja niet gelezen, die zegt, dat Hij juist Nazaraeër heeten moet? "

Zoo zijn Nazareth en Bethlehem verbonden.

Nazareth, dat is zijn wonen onder ons, ©en Kind der simpelen, een Man van smarten. Maar Hij is ook uit Bethlehem. Daar kwam Hij onder ons, vol verhulde majesteit. En daar lagen de banden aan zijn volk. Deze koning is als Nazaraeër groot geworden. Aan zijn kruis heeft Hij gehangen als „Jezus de Nazarener", maar ook als „de koning der Joden".

Bethlehem, nu blijkt uw grootheid weer. De Néser, de Spruite is in u geboren, „die een Heerscher zal zijn in Israël" (Micha 5:1). Toen Jezus te sterven hing voor zijn volk, lazen de Joden boven zijn kruis: azarener. Ook in hun taal. Nosri, en dan zonder vocalen. N S R en dan nog een ^jjota". En de Joden vloekten Hem, óók daarom, dat Hij Nazarener was. Maaidie geloofden wisten ook van die drie Hebreeuwsclie letters, N S R; en ze zeiden: Dal is Néser, dat is Spruite" en ze werden zeer getroost door Jesaja 11.

Pilatus heeft wel zotter dingen gesproken dan toen hij zeide: „wat ik geschreven heb, dal heb ik geschreven".


1) De Statenvertaling heeft steeds „Nazarener" voor inwoner van Nazareth, ook daar waar 't Gr. N. T. niet Nazarénos maar Nazaraios schrijft. Nazaraios en Nazarénos wisselen elkaar af. Een afwisseling, die willekeurig schijnt, wanneer men opmerkt, dat Josefus 6 maal van Essaioi en 4 maal van Essenoi spreekt. De Gr. tekst in Matth. 2:23 heeft Nazaraios.

2) Dat Jeremia en Zacharias gebruiken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

en van den

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's