Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Orpa.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Orpa.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zie, uwe zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden. Ruth 1:15.

Men denke zich Orpa toch niet als eene wufte en wereldsche vrouw. Zóó gemakkelijk komen we niet van haar af. Aanvankelijk is er zelfs tusschen Orpa en Ruth geen onderscheid op te merken. Beiden zijn van plan, Moab te verlaten en met Naomi mee te gaan. We vinden dan ook Orpa niet in het heidensche land, maar op weg naar Eüanaan. Zij is van even edele inborst als Ruth; ook zij heeft het er voor over, haar maagschap te verlaten om de oude schoonmoeder te verzorgen. Zelfs is er bij aanvang een keuze om den God Israels te dienen.

Waarom keert Orpa dan naar Moab terug?

Dat heeft het woord van Naomi gedaan.

Naomi is op den weg naar Kanaan blijven staan, en zij heeft haar schoondochters aangesproken. En in dat woord is zij getrouw geweest. Getrouw aan haar God, en getrouw aan de zielen van Ruth en Orpa. Zij heeft aan die twee vrouwen het offer voorgesteld, dat deze in Israels land en in den dienst van Israels God hadden te brengen. Geen Israëlietische man zou eene Moabietische daar huwen. De wet des Heeren verbood zulks. Er zou maar één kans zijn, dat Orpa en Ruth nog weer in het huwelijk traden; en deze was, dat Naomi nog zonen zou gewinnen, die dan, naar Gods ordinantie, de weduwen van hun overleden broeders tot vrouw zouden nemen. Maar deze ééne kans is bij de oude Naomi uitgesloten.

Zoo spreekt deze vrouw. Op den weg naar Kanaan predikt zij, aaar den eisch van het oogen-Wik, de wet en den dienst des Heeren. Zij kiest met opzet een , offer, dat door de wet Gods in Israël gevorderd werd. J> Jaomi spreekt niet over armoede, of minachting, of gemis aan eigen volk en familie; maar zij noemt met hooge wijsheid een zaak, waarin de dienst van Israels God zijn uitgesproken eischen heeft. Orpa en Ruth moeten goed weten wat zij doen, als zij naar Kanaan trekken. Naomi acht zich verplicht de bezwaren te noemen, die aan de vreeze Gods verbonden wjn. De Heere vraagt zelfverloochening en offer. En nu hebben deze vrouwen Naomi wel lief; maar natuurlijke liefde is niet voldoende om in 's Heeren dienst te leven. En daarom, — dat Orpa en Ruth zich beraden aleer ze verder gaan, en haar beweegredenen wèl onderzoeken. Het is hetzelfde dat Jezus later zeide tot wie Hem volgen wilden: „De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des menschen heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge."

En het is nu hier, dat Orpa terugkeert. Op dit punt komt het afscheid. Orpa kust haar schoonmoeder, en dan gaat zij het Moabietische land weer in. De dienst des Heeren zet haar voor te groote offers.

Laat ons Orpa al de eer geven, die haar toekomt.

Zij tieeft een gevoelig en liefhebbend hart. Zij is geen beeld van een wereldling, die nimmer zich aangetrokken gevoelde tot God en Zijn volk. Neen, zi] had aanvankelijk ten goede gekozen; zij was in net gezelschap van de vromen; zij meende het goed; ja, zij was op weg naar Kanaan; en als ze terugkeert, gaat ze niet zonder ontroering terug, niaar weenende en omziende.

Orpa is daarom geen voorbeeld van ondeugd en hardheid. Zij staat ons zoo dichtbij. Maai* juist. wijl ze ons zoo dichtbij staat, moet haar beeld ons verontrusten en met diepen ernst doen denken aan onszeiven. Orpa is een terugkeerende ziel, maar teragkeeren kan men alleen als men eerst op weg is gegaan. En op dien weg zijn de bezwaren gekomen. Toen de keuze door Naomi getrouw gesteld werd, en het er op aan kwam in alles den Heere te dienen en, eigen leven verliezende, alleen Gods wil te gehoorzamen, — toen scheidde Orpa zich af.

Daarom onttrekke niemand in 's Heeren kerk zich aan de vraag: — kan dit ook mijn beeld zijn?

Hoevelen zijn er die goede indrukken hadden, en vrome gemoedsbewegingen gevoelden, en die ook ernstig zich voornamen tot het volk Gods te behooren; zij meenden het zoo goed, en in. de ure der belijdenis namen zij het woord van Orpa over: — ik zal zekerlijk met u gaan.

En daarna kwamen de bezwaren. De bezwaren komen veel meer in het vervolg van den weg dan aan het begin. Dan vraagt de dienst van God aoovéél. Hij vordert de loslating van geheel den ouden mensch. En dan komt al duidelijker het afscheid, en men blijft achter. Ja, — de Orpa's staan wel op den weg naar Kanaan, maar op dien weg verzwakt de goede keuze, en straks keert men zich om. En men keert zich om naar den eeuwigen dood. Naomi zegt het wel goed: — Orpa is wedergekeerd tot haar goden.

Wij kunnen in de kerk des Heeren ons terugwenden tot onze goden.

Onderzoeken wij dan onszeiven in heilige verontrusting waaraan ons hart hangt. „Doorgrond mij, 'O God! en ken mijn hart; beproef mij, en keu mijne gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op dea eeuwigen weg."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1934

De Reformatie | 4 Pagina's

Orpa.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1934

De Reformatie | 4 Pagina's