Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het a.s. congres.

Marnix sclirijft in „Gron. Kb.":

Wel — daar komt de aap uit den mouw. De reveil, dat is Barth en Brunner en Gogarten i)f Buohmanbeweging.

Er komt onder zulke leiding meer gem.6enscliapsgevoel, hetzij zioh dit uit in confrontatie met nationalisme of in nog andere stroomingen.

Och, ja, laat liet ons maar precies zeggen, hoe het met die confrontatie staat.

Zóó, dat Bartli sociaal democraat wordt en Go-Taarten nationaal socialist.

Natuurlijk; omdat tun „theologie" revolutio­ nair is.

Omdat zij naar den schijn het Woord Gods willen 'erbiedigen, maar het in wezen loochenen. Omdat zij voor de wet Gods pleiten, onderwijl zij die verwerpen. Omdat zij zich aandienen als dienstknechten der waar-Jieid en in wezen dienaren van de leugen zijn.

De Duitsch-Zwitserscihe theologie, of missöhien beter gezegd, wijsibegeerte is een herhaling van heel oude dwaling.

Zij is de leer van het: ja en neen tegelijk. Zij is doopersöh en ethisch en modern en alles door elkander. Men kan er geen kop of staart aan vinden. Zij is ook daarom zoo helder als koffiedik. Omdat het alles dwaling is, terwijl men zou meenen, dat de oude waarfieid bleef gehandhaafd.

Zij wordt aangediend als gereformeerd. Zij is het in de verste verte niet.

Zij heeft met de reveil van 1830 en met de Afedheiding en Doleantie niets te maken.

Misschien mag ik het wel zoo zeggen: zij heeft veel met den ketter Marcion en zijn gnosticisme, maar zij heeft niets met Galvijn te maken.

Het wordt meer dan tijd dit zoo duidelijik mogelijk te zeggen.

Omdat men nu op het Galvinistisöh congres in Amsterdam zelfs Prof. Haitjema laat deelnemen, die niet een klein beetje door dit gevaarlijke hondje gelieten is.

Ik begrijp niet, hoe de zudht naar eenheid zoozeer kan doen voorbijzien, dat de göhoorzaamheid aan de waarheid voorop moet gaan.

Mogen wij maar voor nog zoo'n klein beetje voet geven aan de meening, dat het zoo kan en ook anders?

De nieuwe [Duitsch-Zwitserstihe Marcionistisöhe wijsheid is vooral voor de kerk van Christus gevaarlijk.

Men komt er mee op het gebied van de theologie, van de ethiek —' men denke hier aan ihet in-gevaarlijke boek van Brunner: Das Gebot und die Ordnungen — en van de literatuur.

Ik kan mij begrijpen, dat jonge gevoelige zielen, zonder een goede basis van eciht gereformeerde kennis, onder den indruk komien van de dwaUng.

Wit staan er allen altijd voor bloot. Het verkeerde wil ons eerder aan dan het goede. Het komt in zoo schoonen schijn. Maar het is gif. Ook als het komt in dichterlijk gewaad.

Laten wij op onze hoede zijn.

Wij hebben met allerlei reveil niets te maken. Het aantal vaJsohe profeten, die aan de klok trekken is zeer groot. Wij bidden om gedurige reformatie, d. w. z. dat wij altijd weer terugkeeren tot steeds grooter gehoorzaamheid, die steeds odk hierin uitkomt, dat de mensch ten diepste wordt vernederd en God op het meest verihoogd.

Dr J. V. Lonkhuyzen oordeelt in „Geref. Kb. Scliouwen-Duiveland":

Volgens het verslag in de bladen heeft Prof. V. Butger®, als aftredende rector der V. TI. in zijn overdraöhtsrede ook het a.s. „Congres van Gereformeerden" ter sprake gebracht. Dus in een officieele handeling door een officieel persoon der V. U. Het wordt al erger en ernstiger. Naar het verslag zou hij daarin o.a. ook gezegd hebben tot verdediging van dit „Congres van Gereformeerden": „Men aanvaardt en presenteert elkander alleen als personen die de Belijdenisschriften onderteekenen en op grond daarvan bijeen willen komen".

Wel naïef! Ook de richting van het H. V. verklaarde in den „Galvinisten"-bond (van welken, langs een omweg, het Congres uitgaat) met de Belijdenis in te stemmen. De formule voor instemming is trouwens in overleg met die riöhting opgesteld. Ook Dr Ubbink verklaarde aldus de Belijdenis te onderteekenen. En zoo zullen er tien-en honderdtallen personen zijn, die, mogelijk nog verder van de Belijdenis afwijkende, toch aldus de Belijdenis onderteökenen.

Maar komt het er dan alleen op aan of men zegt de Belijdenis te wiUen onderteekenen. of dat men een formule vindt, waardoor schier ieder dat kan? Of komt het er op aan, dat men toont die Belijden i s te houden? Dat toont door zijn publieke ojienbaringen, in geschriften en anderezins? Heeft het jaar der Afscheiding, 1834, dan niet aan het Geref. volk een les geleerd? Ook toen waren er vele „onderteekenaars" der Belijdenis, die toch de Geref. waarheid gram waren en het Geref. volk vervolgden.

Wat doen we totih in dit jaar van de herdenking der Afscheiding? Met al ons herdenken?

We hebben de heeren, toen we afsöheid namen, op het oneerlijke en gevaarlijke van hun handeling gewezen. En waarom dat aUes? Het was zoo gemakkelijk te verhelpen geweest. Als men maar g e-w i 1 d had.

Gelukkig, dat bij al meer de oogen open gaan. Laat er meer waaraöhtigiheid onder ons zijn. Dat is de weg om waarlijk verder te !komen.

Ds Joh. H. Rietberg spreekt zicli uit in „De Wachter". Aldus:

In de maand October zal in ons land gehouden worden een „Internationaal Congres van gereformeerden (calvinisten)".

Men lette goed op den naam: Congres van Gereformeerden.

De deelnemers aan dit congres dienen elkander dus over en weer aan als Gereformeerden. Zij willen alle daarvoor gehouden worden, en zij erkennen elkander ook als zoodanig.

Maar als zij zich openlijk zoo aandienen, hebben wij natuurlijk het recht om publiek te vragen: is dat waar? is dit werkelijk een congres van gereformeerden?

Soortgelijke vraag hebben wij eenige jaren geleden ook moeten stellen bij den zgn. Calvinistenbond. Daarin werkte, om maar één te noemen, Prof. Hepp samen met menschen van de richting-Geelkerken. Ons blad heeft toen betoogd, dat dit niet aanging; dat wij niet k e r k e 1 ij k (zie de Synode van Assen) Geelkerken als on-gereformeerd kunnen uitwerpen, om hem dan in een Calvinistenbond als gereformeerd den volke voor te stellen. Van alle zijden is toen critiek op dien Ixind uitgebracht. Schier geheel onze gereformeerde pers heeft wél gedocumenteerd zich tegen dezen bond verzet. Er is dan ook van dezen bond verder niet veel terecht gekomen.

Maar nu hebben vrij het weer met dit Congres. Zeker, het is losgemaakt van den Calvinistenbond, maar het lijdt toch aan dezelfde kwaal.

Daardoor is dit congres g e v a a r 1 ij k ; het moge dan zoo goed bedoeld zijn, als het wil.

In dit congres hebben o.m. zitting 4 Hoogleeraren van de V.U. en, om niet meer te noemen. Prof. Haitjema van Groningen.

Die vier hoogleeraren verklaren dus van laatstgenoemde, dat hij gereformeerd is.

En ik geloof niet, dat er één gereformeerd theoloog is, die dit aanvaardt.

Het is trouwens ook niet waar; wat ik nader hoop aan te vrijzen.

En die verklaring, dat Prof. Haitjema gereformeerd is, geven deze vier hoogleeraren van de V. U. dan door middel van een congres, dat gehouden wordt in dezelfde maand, waarin wij zullen hebben de herdenking van de Afscheiding!

Prof. Grosheide heeft wel een poging tot verdediging gewaagd, door te spreken van gereformeerden in engeren en in ruimeren zin. En in het „Noord-Hollandsch Kerkblad" van 14 Sept. schreef hij een artikel „Wat is een naam? " om te betoogen, dat uit den naam van het congres, niet meer afgeleid moet worden dan geoorloofd is. Natuurlijk wil niemand dit, ook niet Prof. Schilder, die in „De Reformatie", en D r K. D ij k, die in de „Haagsche Kerkbode", tegen dit congres geschreven hebben.

Maar Prof. Grosheide blijft toch herhalen, dat dit congres staat op den grondslag van de Gereformeerde belijdenisschriften. Doch daartegen gaat juist het bezwaar, dat wij met Prof. Haitjema een congres kunnen houden op dien grondslag.

Terwijl het onze vaste overtuiging is, dat Prof. Haitjema eerder anti-gereformeerd is, dan werkelijk gereformeerd; omdat hij de groote verdediger is van de Barthiaansche dialectische theologie, waarbij hij zich zeer scherp kant tegen onze gereformeerde Schriftbeschouwing.

Hij durft daarvan zelfs te zeggen, dat de gereformeerde theologen (hij noemt hen zeer vriendelijk „doleerenden") onder den vromen schijn van voor de onfeilbare autoriteit der Heilige Schrift op te komen, kiezen tegen het Woord van God.

En deze hoogleeraar wordt nu door 4 hoogleeraren van de V.U. voorgesteld als te behooren tot de gereformeerden! En ook een dominee van de Chr. Geref. Kerk doet hieraan mee!

Ds Rietberg citeert dan o.m. Dr K. Dijk, wiens artikel onzen lezers bekend is, en vervolgt:

Met deze uitspraken van Dr Dij k ga ik geheel accoord.

Dit congres, dat zich aandient als een congres van gereformeerden, is een gevaar. En het doet mij leed, dat er hoogleeraren zijn aan de V. U., die dit niet inzien, evengoed, als het mij spijt, dat ook andere van onze voormannen aan dit congres meedoen. Zooals ik ook geloof, dat de Chr. Gereformeerden er niet blij mee kunnen zijn, dat één van hun voormannen eraan meedoet.

Of wij dan bang zijn om met anderen te vergaderen, en b.v. met Prof. Haitjema een congres te houden?

Wel neen, niet in het minste!

Met genoegen willen wij met iedereen een congres houden. Een congres, desnoods zonder eenigen grondslag. En als er een grondslag is, dan willen wij er een hebben, die eerlijk is, dat is dus een grondslag, die aangeeft de punten, waarop we het samen eens zijn.

Maar als wij een congres houden op basis van de gereformeerde belijdenisschriften, dan moeten we daai' niet binnenhalen menschen, wier opvatting een streep haalt door die belijdenisschriften. Dan moeten we niet zeggen: zij en wij vormen een congres van gereformeerden!

Als wij zulke menschen op een congres voor gereformeerd moeten houden, waarom mogen wij hen dan k e r k e 1 ij k niet volgen?

En als wij zulk een congres houden en dat een congres van gereformeerden noemen, vermoorden we dan eigenlijk niet de geheele Afscheiding, waarin het toch juist ging om de belijdenis?

Stelt u voor, dat De Cock, Van Velzen enz. zouden zeggen: wij gaan met Haitjema een congres van gereformeerden houden!

Ik noem de Afscheiding en haar voormannen, omdat dit congres juist gehouden wordt in de maand van de Herdenking der Afscheiding. Natuurlijk kan evengoed gezegd worden: stelt u voor, dat K u y p e r, enz. enz.

De weg van dit congres moeten wij niet op; het eind van dien weg zou een puinhoop zijn. Van harte hoop ik, dat onze voormannen zich nog onttrekken aan dit congres in dezen vorm, met dezen naam en dezen grondslag.

Prof. Dr H. Visscher heeft zich ook uitgelaten. Deze heeft zelfs de vreugde mogen smaken, via een A.-R. dagblad te kunnen doordringen tot de lezers van dit blad („Rotterdammer"), een uitzondering makende onder zijne mede-bezwaarde broederen. Hij schreef o.m.:

Er zal nu eerstdaags ook een internationaal congres van Gereformeerden worden gehouden. Wij hebben ook daaraan onzen steun niet kunnen geven. En dat nog niet zoozeer daarom niet, dat er onder de deelnemers, wier namen wij gelezen hebben, zijn, die zich juist daardoor onderscheiden, dat zij zich bevinden in de slagorde van hen, die van een herstel der Gereformeerde Kerk in Nederland niets moeten hebben, en ook in hun theorieën van Calvijns beginselen niet doordrongen blijken. Zonder de juridisch spitsvondige theorie van Prof. Rutgers te aanvaarden, die in een rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit de stelling poneerde, dat onderteekening der belijdenisschriften beslissend is, zijn wij toch van oordeel, dat men vooral voor internationale samenkomsten het Gereformeerde Protestantisme in zeer ruime beteekenls kan nemen. Alleen maar, de ondernemers hadden dit dan duidelijk moeten zeggen. Zooals het er nu vooi-staat, wordt er een congres gehouden, waaraan een groot deel der Gereformeerden hier te lande niet zullen deelnemen. Met name zullen zij ontbreken, die ernst maken met de confessie der vaderen. Een wezenlijken indruk van het Gereformeerd Protestantisme geeft dit congres niet, want het grootste deel dergenen, die waarlijk uit de beginselen der vaderen leven, ontbreekt er.

In hetzelfde verband vervrijs ik ook naar „De Standaard". Daar stond in een driestar dit zeer juiste, en zeer noodzakelijke woord:

In ons artikel over de conferentie van Lunteren schreven wij van „de geestelijke verwildering onzer dagen, die vooral spreekt uit 't feit, dat een schijnbaar nieuwe maar in wezen oude dwaling op het christelijk erf brengt tot de schrikkelijke stelling, dat gehoorzaamheid aan Gods ordeningen gelijk staat met het niet gehooraamen, en opstand tegen God geen andere beteekenls heeft dan het buigen voor Zijn wet".

Een onzer lezers schrijft, dat hij en meerderen met hem, zich hebben afgevraagd, welke dwaling hiermede bedoeld kon zijn.

Ons antwoord is: de dwaling van de zgn. Zwitsersch-Duitsche dialectische theologie, die haar consequenties biedt ook voor het staatsieven.

Even latei-:

Het is zeer pijnlijk te zien, dat, juist nu de Christenheid, te midden van een wereld vol geestelijke verwarring en verwildering en van ontzettend gevaar voor heel het staats-en maatschappelijk leven, ter dege haar roeping tot een goed getuigenis en een gehoorzamen strijd behoorde te gevoelen, zich noemende Christelijke geleerden hun best doen om de basis voor alle Christelijke actie op politiek en socia& l gebied weg te nemen.

Wij kunnen hier niet genoeg op onze hoede zijn. Hier ligt veel grooter gevaar dan in den duidelijken aanval der communistische goddeloozen.

Er zijn nog meer stemmen; ik heb evenwel geen ruimte meer. Maar ik hoop geene ervan over te slaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1934

De Reformatie | 8 Pagina's