OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bü den schoolraad.

De Schoolraad voor de scholen met den Bijbel hield in de Paaschweek weer zijn gebruikelijke Jaarvergadering, die ook nu weer door tal van afgevaardigden van schoolbesturen was bezocht. Hoofdschotel vormde de rede van het Chr.-Hist. Kamerlid Tilanus, tevens secretaris van den Onderwijsraad. Een alleszins bevoegd man om te spreken over „Huidige onderwijsvragen". Ik vond het wel merkwaardig, dat hier een vooraanstaand lid van Chr. Volksonderwijs in onzen Schoolraad het woord voerde en dat de heer K, Brants, ook welbekend tij Chr. Volksonderwijs, zich als gast mede in liet debat mengde. Ik begon te idroomen, toen ik dat alles hoorde en zag van meerdere samenwerking van de verschillende vertakkingen van ons Christelijk onderwijs, 't Wordt dan altijd duidelijk, dat we elkander nog heel wat kunnen helpen, dat we elkander noodig hebben.

Maar ik wilde iets meedeelen over wat de heer Tilanus zeide. Het kon wel niet anders, of de concentratie moest wei ter sprake komen en voor de zooveelste maal bleek wel, dat men zich hier niet veel van moet voorstellen. Scholen, die wat den ouderlingen afstand en wat het aantal leerlingen betreft, wel samengevoegd zouden kunnen worden, laten dat weer niet toe om het beginsel. De vrijheid gaat er aan, wanneer de regeering met alle kracht verschillende scholen gaat samenvoegen.

Ook werd het weer duidelijk, dat we met onze scholen te veel in de greep van den staat geraakt zijn. Daarvan, moeten we terugkomen. Als de overheid geen geld meer heeft, moet ze minder aan het onderwijs besteden, maar dat mag geen aanleiding geven tot het ingrijpen in de interne aangelegenheden van het onderwijs. De school moet terug naar de maatschappij. Als maatschappelijke instelling, moet ze meer haar zijde keeren naar het vrije maatschappelijke leven. Daaraan moet ze aanpassing zoeken, daarvoor heeft ook het onderwijs noodig de meerdere differentiatie, die niet straf-weg van boven af kan worden geregeld.

Veel stof werd er opgejaagd door de vraag van den referent, of het onderwijs niet te geleerd werd. Vooral de heeren van het U. L. O. trokken zich deze beschuldiging in vraagvorm nog al aan. De heer Tilanus — en velen in de vergadering waren dat met hem eens — meende, dat er van de kinderen te veel gevergd werd. Toen de heer Brants dit tegensprak en ter geruststelling verzekerde, dat men bij de M. U. L. O.-examens reeds bezig was de eischen te verminderen, antwoordde de heer Tilanus heel handig: Ga in die richting maar door.

Een vergissing beging de spreker, toen hij beweerde, dat ook de 5-jarige Kweekschool een gevolg was van de opdrijving van het onderwijs. De onderwijzer zou er ook alweer 2 jaar langer over moeten doen. De heer v. Wijlen bracht hier de noodige correctie. Die twee jaren vervangen de hoofdakte-studie en zullen voor de helft besteed worden aan de oefening in de praktijk van het schoolhouden.

Het was een goede vergadering van den Schoolraad. We gevoelen, dat we ons weer terdege hebben te beraden op de vragen, die nu meer dan ooit klemmen. Wanneer we hooren, dat Albarda zich voorbereidt op het mede-aanvaarden van de regeeringsveran two ordelijkheid, dan gaan we zien, hoe gevaarlijk ons leunen met de scholen op Overheidssteun is.

En op welk een ingrijpende manier worden onze scholen niet betrokken in de plannen der bezuiniging!

Daarover een volgenden keer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen