Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloofsgenezlngen in Moettllngen?

I.

In de volgende artikelen zullen we trachten, de resultaten, die men in MoetÜingen zegt te bereiken op geneeskundig gebied, te beschouwen van medische zijde.

Bestaat hiertoe reden voor ons ? Ik meen van ja. Meer en meer dringt ook in Holland, óók in onze kringen het bestaan van, en de gebeurtenissen in Moettlingen, door. Schreef niet Wilma haar „Blumhardt en bet tegenwoordige Moettlingen", „Opstanding", „Jezus leeft" en vertaalde zij niet eenige werkjes, uitgegeven onder goedkeuring van de „Rettungarcbe" in Moettlingen, in het Hollandscb, als b.v. „Vader Stanger en zijn reddingsark", „Geloofsgenezlngen, een levenservaring van Ernst Geiger"; schreef niet Ds W. A. Plug een hbel, getiteld „Moettlingen" en Ds J. J. Buskes een andere: „De beide Blumbardts"; en worden ook niet in ons land geregeld „Andachten" gehouden, naar het model van die in de reddingslark? Minstens één keer per jaar komt een „broeder" uit Moettlingen naar Den Haag, terwijl er verder geregeld samenkomsten worden gehouden in Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Zeist, Arnhem, Hilversum, Amersfoort en Apeldoorn? En in dit jaar, van 3 tot en met 29 Sept. worden eiken dag door de broeders Johannes Knoff en Jacob Gehring vergaderingen gehouden in vele plaatsen in het Noorden en midden des lands; ook is er een „algemeen leider" voor Nederland, in den persoon van den heer A. Begeer, i) En zijn er niet reeds diversen, onder wie ook Wilma, -naar Moettlingen, gelegen bij Calw, niet ver van Stuttgart in Württemberg, getogen, om verlost te worden van lichamelijke of geestelijke ziekte?

En dan: Moettlingen zegt Jezus' woorden weer voor de volle 100 o/o aan te durven; „Moettlingen is een plaats, waar broeders zijn, die durven bidden: Heer, bevestig de prediking van Uw Evangelie door teekenen en wonderen" 2); „MoetÜingen is de plaats, waar men weer, precies als in Blumbardts dagen, durft zeggen: Terug naar den Bijbel, terug naar het oude Evangelie, ontdaan van alle dogmatische omhulsels, het gevend en ontvangend, precies zooals het in den Bijbel tot ons is gekomen: Jezus Chi-istus, de levende Heiland, eeuwig dezelfde" 3), of nog anders: „Moettlingen is de plaats, waar de krachten van het Koninkrijk weer openbaar worden, de kracht van den gekruisigden en verrezen Heer".*) En als we dan vragen: „Maar welke krachten bedoelt ge? ", dan verwijst men u naar den Apostoliscben tijd. Luister maar naar deze beschulcüging: „We hebben het wonder teruggeschoven naar den Apostoliscben tijd, precies als in Blumbardts dagen. Het/ is zoo gemakkelijk het wonder in die richting terug te schuiven. We behoeven ons dan nooit bewust te worden van ons ongeloof" ^) en verder: „Goed! maar als wij den ganschen Bijbel willen doorleven, dan moeten wij ook Markus 16:17, Jacobus 5:14, Psalm 107:20, Psalm 103 en anderen erkennen en doorleven. De Heer Jezus spreekt van: De teekenen, die zullen volgen degenen, die gelooven. Het komt maar hierop aan, hoever het geloof reikt!" ^) Wilma's conclusie luidt dan ook: „men wordt zich in Moettlingen hoe langer hoe klaarder bewust van de diepte van zijn ongeloof"') en zij sluit zicb dan ook aan bij de woorden van Barth (de voorganger van den ouden Blumhardt): „Er moet een nieuwe uitstorting van Heiligen Geest komen. Dat moet gebeuren, zal het in onze Christenheid anders worden. Ik merk het. we mogen niet voortgaan, zooals het dusver gegaan is. De eerste gaven en krachten uit den Apostoliscben tijd moeten weer terugkeeren en ik geloof, dat de Heiland er op wacht, dat wij er weer om gaan bidden", s) En dan hooren we ook inog Johannes Schlatter zeggen: „Onze kerk is hoe langer hoe meer van het oer-christelijk ideaal van een leekenkerk verwijderd geraakt, en geworden een kerk van theologen." ^)

Wie zóó over Moettlingen hoort spreken, verneemt bier klanken, die zoo, op het eerste gehoor, wel erg zoet en Bijbelsch en Christelijk klinken, maar die, men hoeft maar even wat kritisch te luisteren, zwaar zijn van beschuldiging, ook tegen ons. Gereformeerden. Is er dan geen reden, , ons eens wal dieper in te laten met wat in Moetthngen geschiedt?

Trouwens, Moettlingen zélf neemt al de „aanvallende houding" aan; het vraagt om beoordeeling. Het rekent de „krachten, die in haar geschieden", een „hervorstehendes Beispiel" van de „sterk religieuze, oer-christelijke krachten, die weer een breede stroombedding, vol bruisend levenswater door het Duitsche volk stuwen" i"), dat geen uitweg meer weet uit de „puinboopen van een ongelukkigen tijd".") Geen wonder, dat wie Moettlingen zóó ziet, vraagt: „Zulk een religieuze beweging met haar geloofsgeneziugen, roept natuurlijk tot positie-kiezen op. Allereerst zullen zich predikanten en artsen moeten uiten", i^)

Aan dezen oproep is dan ook reeds gevolg gegeven; van de Hollanders noem ik Dr Brillenburg Wurth, Buskes, W. A. Plug, Dr J. C. Roose, P. Visser; van medische zijde hebben we een beoordeeling door Dr Haverkate.

Het ligt dus niet in mijn bedoeling een kritiek te leveren van theologisch standpunt, hoewel hiervoor stof genoeg aanwezig is (zie alleen maar eens de bovengenoemde citaten!), evenals Dr E. D- Kraan pas gedaan heeft op de Buchmanbeweging,

waarmee de Moettlinger beweging wel een en ander gemeen heefti^)^ (men spreekt zelfs van: Buchman is meer voor de intellectueelen, Moettlingen meer voor de eenvoudigen) i*), maar we zullen ons hier in hoofdzaak toeleggen op een beoordeeling van de „genezingen", bezien vanuit me- •cUsch gezichtspunt.

Daartoe zullen we ons eerst moeten trachten duidelijk te maken, wat we onder „geloofsgenezingen", zooals Moettlingen zelf haar geneeskundige resultaten bij voorkeur noemt, hebben te verstaan. Een absolute eisch is allereerst, dat er sprake moet zijn van werkelijke genezingen van even werkelijk aanwezige ziekten. We kunnen toch niet spreken van de genezing van een maagzweer, als op eenigerlei wijze zou bUjken, dat er in het geheel geen maagzweer bestaan had. En we mo^n evenmin spreken van de genezing van een maagkanker, als onder invloed van welke .^genees"- "wijze ook, de patiënt zich mogelijk ©enige maanden „geheel genezen" gevoelt, maar als nadien blijkt, dat de kanker zelf in dien tusschentijd rustig voortgegroeid is, en zijn levensvernietigenden arbeid vrijwel ongestoord voortgezet heeft. Dit laatste is dan slechts een schijn-genezing geweest. En in iets (dergelijks kan nooit zijn het resultaat van de werking des Geestes, waaraan men toch alles in Moettlingen toeschrijft, zoodat men „roemt en looft: De Geest is bij ons en wordt aan ons geopenbaard" 15), noch de neersla.g van den arbeid onzes Heeren Jezus, waardoor men in de reddingsark leert roemen: „Jezus leeft en Jezus overwint." IS)

De Geesteswerkingen uit den Apostolischen tijd hebben heusch reëele l-esultaten tengevolge gehad, die door geen kritiek onderstboven te praten zijn. En de wonderen, die de Heere Jezus verricht heeft, zijn even reëel; als Hij een doode opwekt, Idan is dit geen schijnresultaat, behaald bij een „schijndoode" en als Hij een melaatsche geneest, dan was die man tevoor werkelijk melaatsch en erna definitief genezen. „Roemen en loven" is gemakkelijk, en de verklaring, dat de „Geest bij ons werkt" kan erg goedkoop zijn; we moeten oppassen, dat we geen aardsche machten voor Goddelijk gaan houden, want dan bedrijven we afgoderij en miskennen den werkelijken arbeid des Geestes!

We moeten daarom als volgenden eisch stellen, dat deze „genezingen" niet anders te verklaren ; mogen zijn, dan als „geloofsgenezingen", m.a.w. we moeten eischen, dat er geen natuurlijke ver- Idaring van te geven moge zijn. Wanneer b.v. een patiënt ergens een onderhuidsch abces heeft, dat op „doorbreken" staat en zoo iemand loopt naar een magnetiseur, die de z.g.n. „kracht uit zijn handen of vingertoppen" laat uitstralen op dat abces, en dit abces breekt dan na één of twee dagen inderdaad naar buiten door, zoodat nu een spoedige, algeheele genezing volgt, , dan bewijst zoo'n verhaal niets voor het al- of niet bestaan van de „magnetische kracht" in de vingers van dien kwakzalver, want hier zien we een „ziekteverloop", zooals we zien bij verreweg de meeste on-behandelde abcessen. Gelukkig schuilen in de natuur zelve nog krachten, die ons lichaam trachten te beschermen tegen schade-aanbrengende indringers; trouwens, zonder deze krachten, zou het er voor den patiënt heel wat slechter uitzien, ook met de hulp van de volledige officiëele geneeskunde, want dikwijls bestaat onze taak maar in het richting geven of slimuleeren van zulke regenereerende krachten. Het genezingsproces, overgelaten aan de vrije werking dezer natuurkrachten, duurt echter veelal langer, dan onder een doelmatig ingestelde therapie. Ware dit niet zoo, dan deden we beter (zooals we in sommige gevallen dan ook wel doen!) de genezing maar geheel aan de natuur over te laten.

Worden dus successen van een bepaalde behandelingsmethode beschreven en kunnen we op grond hiervan concludeeren, dat een andere methode tot sneller resultaat geleid zou hebben, (zooals b.v. in het bovengenoemde geval het openen van het abces), dan kunnen we ook ©en dergelijk resultaat m.i. niet rekenen tot j, geloofs"-resultaten. Genezingen door den Geest, of door onzen Heere Jezus zullen altijd onze menschelijke overtreffen. Het is niet aan te nemen, tiat men bij een aardschen dokter in drie dagen 'klaar zou komen, ter- 'wijl de Geest er vier dagen voor noodig zou hebben.

We stellen dus als voorwaarde, dat we bij de geloofsgenezingen constateeren kunnen, dat ©en werkelijke ziekte, van welken aard ook, inderdaad genezen worde, terwijl deze genezing niet op natuurlijke wijze te verklaren mag zijn en tevens minstens even snel verkregen moet zijn als onder de leiding van e©n aardschen geneesheer.


1) Ds W. A. Plug: Moettlingen, pg. 28.

2) Wilma: Blumhardt en 't tegenw. Moettlingen, pg. 55.

3) id., pg. 54.

4) id., pg. 55.

5) id., pg. 55/56.

6) id., pg. 59/60.

7) Wilma: Jezus leeft, pg. 36.

8) Wilma: Blumhardt en 't tegenw. Moettlingen, pg. 19.

9) Joh. Schlatter: Moettlingen und seine Bedeutung für ie Kirche, pg. 38.

10) Karl Wirth: lm Anbruch einer neuen Zeit, pg. 6.

11) id., pg. 5.

12) id., pg. 15.

13) Joh. Schlatter: Moettlingen u. s. Bedeutung f. d. irche, pg. 31.

14) id., pg. 31.

15) Karl Wirth: lm Anbruch einer neuen Zeit, pg. 25.

16) Bernhard Jansa: Das heutige Möttlingen, pg. 16.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1935

De Reformatie | 8 Pagina's