Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIELKUNDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIELKUNDE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ontwikkeling van het begrip zelflievrustzp in dei Heilige Schrift.

(Zie de redactioneele opmerldng ter inleidingl van het eerste artikel dezer reelvs. Redactie.)!

De persoon en zijn bewustzijn worden in de Heilige Schrift duidelijk onderscheiden. Bij de profeten hield het gewone bewustzijn tijdens bel visioen op. Zij werden door den HeiUgen Geesl als 't ware in een andere wereld geleid, waarin zij dingen zagen en hoorden en deden. Zoo wordl van Ezechiël gezegd, dat de hand des Heeren op hem kwam, die hem door den Geest des Heeren | naai- buiten in de vallei voerde. De apostel Paulus werd weggerukt tot in den derden hemel, waarl hij onuitsprekelijke woorden hoorde. Hij miste daarbij de onderscheiding tusschen zichzelf ên zijn lichaam, want hij wist later niet of het in of buiten zijn lichaam gebeurd was. De apostel Johannes verhaalt, dat hij op den dag des Heeren, dus op Zondag, in geest was, d.w.z. in een visioen en daai-op volgt, dat hij zag, hoorde, weende en schreef. In deze drie gevallen bleef den profeten het gebeurde in de herinnering bij. Dit zou niel kunnen, wanneer de persoon geheel opging in het | bewustzijn, want dit werd bij het visioen gedeel telijk opgeheven. Maar de Heilige Geest, die gehjli| WO zagen, den persoon van den mensch draa en bij wedergeborenen ooii bestuurt, oefende bij de profeten een bijzondere werking uit op den persoon buiten zijn gewone bewustzijn om. Prof. G. .Ch. Aalders, schrijvende over „De Profeten des Ouden Verbonds", zegt ook: „De openbaring had een gi-ondslag in het bewustzijn der profeten. Wanl niet alleen de voorhanden beelden van het bewust zijn, maar ook die welke het profetisch subject zich door het verbeeldingsvermogen scheppen kan, vormden een basis, waarvan zich de Goddelijk* openbaring bedient."

Niet alloen de profeten, maar ook het volk was bekend met de verschijnselen van het bewustzijn- De uitdrukking, dat een Idnd nog niet het onderscheid kent van zijn rechter- en zijn linkerhand, schijnt spreekwoordelijk te zijn geweest. Men wist dus reeds, dat de bewustheid en dus ook zijn inhoud niet aangeboren is, maar eerst met de gewaarwording ontstaat. Op laboren leeftijd begint het kind ook zichzelf als één geheel te onderscheiden van andere personen. David, Obadja e" Tirhothèus, die van kindsaf God vreesden maakten al vroeg onderscheid tusschen zichzelf, hun ouders

hun God. Hierbij komt later nog een rijke injd van het bewustzijn. Bij volwassenen, vooral in het Nieuwe Testament, blijkt de persoon door 'l zelfbewustzijn ziclizelf als in een spiegel te zien. De rijke jongeling vraagt aan den Heere Jezus: wat ontbreekt mij nog? Petrus mat zich met de andere apostelen, zoodat als zij Jezus verlieten, hij alleen met Hem in den dood zou gaan. En de ueestelijke oogenzalf was zeker in Laodicea niet oeheel onbekend, als Christus hen raadt, die aan to wenden.

Hieruit blijkt, dat een persoon bewustzijn heeft, maai' niet „is" volgens de Heilige Schrift. Maar een term daai'voor had men in die dagen niet. Voor de receptieve, de ontvankelijke zijde van den persoon, komt in Hebr. o: 14 een term voor^ aistheterion, door de Statenvertaling overgezet door „onderscheiding". De term staat echter in het meervoud en de beteekenis is onzeker. Voor de actieve zijde is ons geen term bekend, zelfs de kerkvader Augustinus gebruikt daarvoor nog den term „inv.eiidige zin", waardoor ons een beleviiig van acti- \: cit bewust wordt. (De Vrije wil. II, 4). Nog later V. erd de term consciëntie gebruikt, want de Room- •, ('hc kerkvader Tliomas Aquino zegt daarvan: „wij hebben consciëntie van een daad, ia zoover wij weten, dat die daad is gedaan oï niet gedaan". Cartesius is de philosoof, die de ziel ^als persoon) lüct het bewustzijn vereenzelvigde. Hij stelde het wezen van het lichaam in de uitgebreidheid, en l wezen van de ziel in de denking. Van Plato en zijn volgelingen was reeds het dualisme afkomstig, dat (te ziel stelt tegenover bet lichaam, 't Rationalisme leerde oen tegenstelling van geest en stof. Zeer noodlottig wordt die tegenstelling, als zij met die tusschen genade en zonde wordt vereenzelvigd. 1 )e geest is dan joed, maar de stof zondig, zoodat ü.eumeent de zonde te bestrijden door het lichaam ; ; .ui banden te leggen.

De zielkunde heeft de bewegingen van haar tijd r!: eegemaakL. Nu eens werden de psychische en pliysische verschijnselen zoo goed als vereenzelvigd, dan weer werden beide streng onderscheiden, en als met elkaar parallel loopend gedacht.

In den jongsten tijd is het oog open gegaan voor do graden en soorten van bewustheid, zoodat men meer spreekt van bewustwording dan van bewustzijn. Van hel slaan van een klok, van de nummers van de huizen, die wij voorbijgaan, nemen wij gewoonlijk weinig notitie. Tocii blijkt het soms later, dat zij niet geheel ons onbewust waren. Zoo is het ook met gewoonte-handelingen, zooals het uit- en aankleeden, het opwinden van een horloge, het bidden vóór het eten door kinderen. Naast (ieze graden zijn er ook soorten van bewustheid, zooals de slaap, de droom, de hypnose of kunstmatige slaap, de extase of geestverrukking e.a. Hiermede is een uitgebreid veld van studie ge- '; i)end, waarbij vooral de opvoedkunde zeer nauw l-ütrokken is. Wij achten het verkeerd te spreken van een zelf, dat zich onderscheidt van zijn eigen g'ew aar wordingen, zijn geheugen, zijn denken, zijn gevoelens, want hoe handhaaft men daai-bij de eenheid van den mensch en zijn verantwoordelijkheid voor zijn daden, als er vele ikken zijn?

En als de persoon geen eenheid is, hoe kan hij dan met anderen een organisme vormen in gezin, maatschappij, kerk en staat?

Deze vragen moet de paedagoiog stellen aan de zielkunde, eer hij het kind gaat opleiden tot het volle, rijke leven als Christen.

Het komt ons voor, dat de zielkunde de Heilige Schrift niet kan missen. De Schrift houdt bij de ontwikkeling van de kennis der ziel dit ééne be- Minsel steeds vast, dat de mensch niets is zonder < 1(' leiding des Heiligen Geestes. David als profeet zt'gt dan ook in Psalm 139:14 (nieuwe vertaling): -Van ouds kent Gij mijn ziel". Die leiding des Heiligen Geestes is geen dwingende macht, die linzen persoon van alle verantwoordelijkheid ontheft, noch ook de neutraliteit van de functies (vermogens) verbreekt. De Heilige Geest rustte Bezaleël toe om den tabernakel op te richten, iriaar het was Bezaleël die het bestek, dat aan ^Mozes getoond was op den berg Sinaï, uitvoerde niet zijn wijsheid, zijn materiaal en zijn verantwoording. De studie van de ontwikkeling van de Bijbelsche, zielkundige, begrippen zal ons doen zien, dat de problemen van de erfelijkheid en de» oorsprong van de ziel, niet kunnen opgelost worden zonder eerst vast te stellen de verhouding van de eerste oorzaak tot de tweede oorzaken, •want die ligt daaraan ten grondslag.

Ook leert die ontwikkeling, dat men voorzichtig moet zijn met het aanvoeren van bewijsplaatsen uit de Heilige Schrift voor een betoog gebaseerd op onze moderne begrippen in de zielkunde. Voorts heeft de kennis van de zielkunde in de Heihge Schrift deze positieve beteekenis, dat wij daardoor leeren verstaan onze diepe afhankelijkheid van God, als Schepper en Onderhouder van ons zieleleven.

Wij beamen deze dichtregelen van Gezelle:

Wind en wee en wolken, wegelen van Gods heiligen voet, talen en vertolken 't diep gedoken Woord zoo zoet... als de ziele luislertL

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

ZIELKUNDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's