Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen hiaat.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen hiaat.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal ik Mijne gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. Matth. 16:18.

Het is niet verheffend te lezen in Mattheus 16 wat de menschen van Jezus begrepen hebben. Het allermeeste schijnt te zijn, dat zij in Hem een voorlooper zien. Op zijn allerschoonst zullen zij zich slraks Zijner herinneren. Maar de Heiland stelt daar iets anders tegenover. Hij zal geen menschen krijgen, die zich Zijner herinneren, maar dl© Zijn Naam zullen belijden, en die dat doen zullen als gemeente, als kerk. Er zal komen een heilige algemeene christelijke Kerk, i die belijden zal: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.

En Simon Bar-Jona is de eerste, die belijdenis gedaan hoeft, die gesproken heeft de taal dezer christelijke kerk: Gij zijt dè Christus, dè Messias. En deze Simon Bar-Jona zal ook Petrus zijn. Hij zal straks als rolsman openbaar worden, wanneer de bouw dezer christelijke kerk begint. De mensch Simon Bar-Jona heeft belijdenis gedaan, de ambtsdrager Pelrus zal straks^ met de andere apostelen, belijdenis afnemen. En om belijdenis af te nemen zullen zij haar eerst formuleeren. Zoo worden zij de groote Voorzeggers in de kerk, en zij, die de kerk binnenkomen, hun nazeggers. Want niemand zal zoo maar in de kerk gaan zitten, en kunnen zeggen: ik ben lid van de una sancta, want ik heb Jezus gevonden. Neen hij zal daartoe eerst belijdenis doen, en zal dat doen mei de door de apostelen voorgelegde formule, want hij zal zuiver belijdenis doen.

Van deze una sancta, die slraks komen zal, '' zullen de apostelen het fundament worden. Ieder zal met hen te doen krijgen, in welke eeuw hij ook de kerk binnenkomt. De bijzondere aposlohsche roeping is de belijdenis te formuleeren en voor te leggen, opdat iedere nieuweling deze zuiver naspreke, met zijn amen-zeggend hart. Zoo zullen zij allen binden aan het apostolaat, opdat zij alle groeien in zekerheid de goede belijdenis gedaan te hebben onder vele getuigen, en alle komen Ie staan op denzelfden kerkbodem als d© apostelen, aaiischouwers wordende van dezelfde heerlijkheid.

Zij zullen aankomen, door het goddelijk licht geleid, zij zullen de kerk binnenstroomen, die Jezus Christus samenvoegen zal in eenigheid des geloofs. En zij zullen alle belijdenis doen, en zullen hierin met de apostelen te doen krijgen. En ieder zal, belijdenis doende, de continue lijn zisa tusschen apostelen, zijn vóór-zekers, en hem, hun nazegger.

En zal nu deze continue lijn tusschen apostelen en belijders verbroken worden, zal er nu misschien een hiaat komen tusschen ons en de apostelen, zal deze successie van belijdenis doorbroken worden? Immers als dat zou gebeuren dan was de onbouw der kerk verstoord, dan was zij een fictie geworden. Neen, de Heiland geeft de belofte, dat er zulk een hiaat tusschen apostolaat en ons, tusschen de voor-zeggers en na-zeggers, niet ontstaan zal. De poorten der hel zullen de gemeente niet overweldigen. De poorten der hel, dat is de tijdelijke dood. En hier poorten der hel genoemd als vijandige macht, die breken wil het instituut der kerk, en daarmee de successie der belijdenis. En wanneer wordt het doodenrijk de vijand der kerk, der geïnstitueerde amen-zeggers? In tijden van vervolging bijv. wanneer alle belijders dreigen gedood te worden, en er zoo een hiaat dreigt te ontstaan tusschen de vóór-zeggers en d© na-zeggers in de christelijke kerk. En als er zoo'n hiaat is als de contmu gebroken is, wie zal dan de zekerheid hebben, dal hij belijdenis doet van hetzelfde geloof, dat eenmaal den hedligen is overgeleverd?

Maar geen nood, zulk ©en liiaat zal er niet komen. Christus waarborgt de continue lijn tusschen het apostolaat, en de komende belijders. Zij zal niet verbroken worden. Wij zullen in de kerk altijd weten op denzelfden bodem te slaan als Simon Petrus, als Johannes, als de gemeente te Antiochië en te Rome. Wij zullen altijd weten, dat wij het vandaag nog zoo zeggen, als het altijd gezegd is in de kerk; er komt geen breuk tusschen fundament en gebouw.

En in dit schoone licht willen wij ook de herdenking van de Doleantie plaatsen: de continue lijn der amenzeggers zal niet verbroken worden in de kerk in het instituut. En ook bij de Doleanti© eveaials bij de Afscheiding leeren wij opnieuw: het zich weer inslitueeren naar Christus' bevel, het weer komen tot wettige samenvergadering, is opgekomen uit de groote worsteling om te staan op het fundament der apostelen en profeten. Want alleen in de kerk, in de una sancta is de belofte van geen hiaat in de cohtinue lijn, alleen in de una sancta kan ik weten, of ik op denzelfden bodem sta als Simon Pelrus, als Johannes. In de una sancta heb ik de belofte, dat ook mijn kinderen, en mijn kleinkinderen de goede belijdenis zullen doen onder vele getuigen. Laten wij dit niet vergeten in deze dagen van herdenking. Christus heeft gezegd, dat die poorten der hel de GEMEENTE niet zullen overweldigen, dal dus in de KERK geen hiaat zal komen. Maar wie heeft builen de kerk, buiten het instituut, de zekerheid, dat hij de goede belijdenis doet, en zijn kinderen straks ook? Builen de una sancta verhes ik immers al de zekerheden van mijn christelijk geloof.

Geen hiaat ~ dat is de belofte van Jezus Christus. En dit was ook de vreugde van de vaders der Doleantie. Zij zagen de continue lijn bewaard. En dit zal ook onze vreugde zijn. Wij zitten in de una sancta, en mogen zeggen: ik sta hier op denzelfden kerkvloer, waarop Simon Petrus ook igeslaan heeft, en waar hij de eerste belijdenis afnam. Hel feest is, dat er geen nevelen zijn, do continue lijn is er tusschen bet apostolaat en ons.

Feesl? Maar dan ook hard gaan werken voor de una sancta in 't jaar 1938.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1936

De Reformatie | 24 Pagina's

Geen hiaat.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1936

De Reformatie | 24 Pagina's