Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kwesties.

Ook in de zending doen zich allerlei kw'esties voor

Dit behoeft ons niet te bezwaren. De zending is geen stilstaand moeras, maar een stroomende rivier; hier heerscht niet de dood, maar werkt het leven. En waar leven is, is strijd, en zijn moeilijkheden, zorgen, kwesties.

Echter niet alleen „objectief"; het betreft niet slechts den strijd van het Evangelie tegen de macht van Heidendom of Islam, en alzoo tegen de macht van den duivel. Ook de strijders zelf verschillen van gevoelen, en subjectieve meeningen kunnen den toestand vertroebel'en. Er kan dan zelfs gevaar dreigen van verstoring der eenheid. Nu behoeft dat niet, en het mag natuurlijk ook niet. Al' is het aanvallend leger op het zendingsveld niet altijd en in elk opzicht van dezelfde gedachte, toch loopt daardoor de arbeid zelf nog geen gevaar, liet kan zelfs niet anders, o(f men is het onderling over dit of dat oneens.

Alleen maar, men moet zaken van personen weten te onderscheiden. Wanneer een strijd over een bepaalde zaak een persoonlijk karakter gaat dragen, en het dus een strijd wordt tegen een bepaald persoon, is de duivel op het tooneel verschenen.

Wij zeggen niel, dat dit het geval is op ons zendingslerrein, maar wij meenen toch deze opmerking niet terug 'te moeten houden. De naam van Ds K. van Dijk, miss. dienaar van Friesland op Wonosobo, wordt eigenlijk teveel genoemd.

Dat men over hem niet geheel zwijgen kan, ligt voor de hand; daar zorgt h, ijzelf wel voor! Want hij is een strijdbaar held. De drie kwesties, die wij noemen willen, zijn dan ook door hem vooral „laangesneden"; hij moest ze aan de orde stellen, en dat deed hij, en doet hij nog, op heel duidelijke Wijze. Ds van Dijk bindt geen blad voor zijn mond. Maar toch maakt hij de zaken niet persoonlijk; het gaat bij hem om de kwestie zelf. Zoo moet het ook bij ons zijn.

Wij beginnen bij de hoofdkwiestie, die op het oogenblik de zending en dus ook ons bezig houdt. Ik bedoel de kw'estie der gezangen. Daar ik reeds een en andermaal hierover schreef, kan ik ditma, al er kort over zijn. Maar de synode is in het zicht, en het laat zich aanzien, dat dan ook dit punt aan de orde zal komen. Immers te Middelburg 1933 werd besloten:

„1. dat voorloopig in de godsdienstoefeningen op het zendingsterrein gebruikt mogen Worden het psalmboek in de berijming van Ds van Dijk en het liederenboek, samengesteld door de verschillende conferenties van zendelingen onder de Javanen, en

2. dat zij er op aandringt, dat de Afzonderlijke vergadering van miss. predikanten, in verband met de synode van de Javaansche kerken op Midden-Java, met de andere corporaties, die onder de Jiavanen arbeiden en met de Javaansche kerken op Oost-Java en Noord-Java trachte te komen tot een gemeenschappelijk liederenboek, waarin de 150 psalmen opgenomen zijn." De bedoeling is uitstekend: eenheid van gezang op heel Java!

Maar Ds van Dijk is van oordeel, dat de synode met dit besluit ons Gereformeerde standpunt ten aanzien van de Heilige Schrift heeft prijsgegeven! Hier Iiebben \Ve de kwestie.

Gaat het aan, het tegenwoordige liederenboek toe te laten op het zendingsterrein? Neen, zegt Ds van Dijk. Slechts enkele psalmen zijn erin opgenomen, en door de gezangen heengeworpen, alsof de psalmen ook gewone liederen waren. Bovendien zijn die psalmen nog verminkt ook. En voorts deugen verscheidene van die gezangen niet. En ook geeft het geen pas, om als Geref. Kerken te willen samenwerken inzake het samenstellen ivan een liederenboek met conferenties en corporaties van zendelingen, die op een geheel ander Schriftstandpunt staan.

En vooral dit laatste weegt heel zwaar bij Dsi van Dijk. Het oordeel van de Oost-Java zending over de ps, almen is dan ook lang niet malsch! Het zijn eigenlijk Joodsche liederen, die bij de gezangen van het NieuWe Testament ten achter staan; sommigen wijken van den geest van het Christendom af, enz. En hoewel deze menschen principiëele bezwaren tegen de psalmen hebben, en op een heel ander standpuni: staan ten opzichte v!an de Schrift, zegt toch de synode: tracht het met hen eens te worden, o Gereformeerde zending, inziake een liederenboek! Daaronder zucht Ds van Dijk, en hij vraagt: „Komt het er voor de kerken op ons zendingsterrein minder op aan in welke richting zij geleid worden? "

Hierin zit de kwestie der gezangen. Men moet het dus niet zoeken in den wil van Ds van Dijls(, dat zijn berijming van de psalmen zonder meer wordt aanvaard, en dat hij nu boos zou zijn, omdat dit niet geschied is enz. Ds van Dijk staat te hoog voor zoo iets; het is bij hem geen persoonlijke zaak, maar het ^aat bij hem om de Schrift en haar psalmen.

Hoe deze kwestie zich op het oogenblik ontwikkelt, laten wij rusten. Wij willen niet meer dan haar noemen. Het is noodig, dat wij goed weten waar het om gaat. En wij mogen vertrouwen, dal de synode van Amsterdam voorzichtiger zal zijn in haar oordeelen ten opzichte van de zending en Ds van Dijk, dan de synode van Middelburg was.

Er is nog een tweede kwestie, waarover Ds van Dijk ook meende de alarmklok te moeten luiden. Het is een sabbathskwestie.

Op het einde van het vorige jaar werd de vergadering van zendingsarbeiders gehouden, waarbij allerlei practische zendiugsvragen ook ter sprake kwamen.

Zoo was er de vraag, of het wel aanging om van Chineesche Christenen te eischen, dat zij op den Zondag hun toko's zouden sluiten. Die vraag was al eerder aan de orde geweest, maar omdat men het niel eens kon Worden, had men een commissie benoemd.

Nu, -, deze commissie had deze kwestie onder de oogen gezien, en kwam met haar advies, en de vergadering sprak uit „dat naar haar meening onder bijzondere gevallen, waarvan sprake is in de conclusie der synode van 1917, ook gerekend mogen worden zulke gevallen, als in hel zendingsrapport ge teekend zijn, wanneer n.l. een Chineesche toko geheel van de pasar afhankelijk is en de pasar geregeld op Zondag valt. In zulk een geval oordeelt de vergadering van miss. dienaren, moet het aan de consciëntie van den betrokkene worden overgelaten, ook al spreekt het vanzelf, dat die consciëntie met voorzichtigheid en ernst telkens opnieuw uit Gods Woord moet onderwezen worden".

Op hel besluit van 1917 gaan wij nu niet in. De zaak op zichzelf is duidelijk genoeg. Ds van Dijk, die tegen deze uitspraak van de vergadering van miss. dienaren opkomt, betoogt dan ook, dat de synode van 1917 allerminst een dergelijke uitspraak dekt.

Inderdaad maakt deze uitspraak ook op ons een zeer vreemden indruk. Gaat het aan om aan iemands consciëntie over te laten den sabbath te houden of niet? Of zal men durven zeggen, dat het openhouden van zijn zaak op Zondag niet tegen het gebod Gods strijdt en tot de „middelmatige dingen" behoort? Een ieder zal toch wel moeien aannemen, dat hel handelen op Zondag, voor eiken Christen, ook voor den Chinees, moeilijk te rijmen zal zijn met het vierde gebod, en dat het toch ook niel aangaat lijdelijk dit toe te laten, totdat de man door onderwijzing een fijnere consciëntie heeft gekregen.

Over de toestanden op hel zendingslerrein kunnen wij heel moeilijk oordeelen, en wij gelooven, dal men den strengen maatstaf van Nederland daar niel altijd kan handhaven. Maar... Gods gebod is gebod, overal! En als men mei hel ééne gebod het handje kan lichten, officieel en met goedkeuring van een vergadering van zendingsarbeiders, waarom dan ook niet met een ander gebod? Wij vragen slechts, en zijn van vaste overtuiging, dat onze zendelingen in geen enkel opzicht geen enkel gebod Gods wankel willen slellen; maar hoe zit het dan met de kwestie van dezen Chinees?

Er is ook nog een derde kwestie. En zoover wij welen, heeft alleen Ds van Dijk hierover een bezwaar geuit.

Vreeselijk gewichtig schijnt het niet, maar ja, principiis obsta!

Gelijk men weet, is Ds Bergema benoemd tot docent op Soemba in de plaats van Ds Krijger. Zoo gaal hij dus Keboemen verlaten, en heel Friesland betreurt dit, ook vanwege de bijzondere talenten, die Ds Bergema bezit.

Maar nu verder? Een docent is niet hetzelfde als een miss. dienaar. En toch zijn ei-, die zoo gaarne Ds Bergema als zendeling zouden willen handhaven. Alzoo is er dan voorgesteld hem te laten beroepen door Nijverdal, en hem dan vrij te stellen van allen missionairen arbeid, zoodat h, ij toch zijn dpcentenwerk in volheid kan doen. Zoo iets is er ook gebeurd met andere docent in Indië. Laat het ook bij Ds Bergema zoo z\\n\

En dit acht Ds van Dijk onjuist. Als Nijverdal Ds Bergema zou beroepen, ZODH een paskwil zijn; hij gaal niet als zendeling n»." Soemba, maar als docent ter opleiding van h i pers. En ook is zulk een beroep niel noodig ^a i 'hij blijft predikant, zij het ook emeritus van 'Heo? wanneer zijn diensten in bijzondere gevallen eer noodig waren op Soemba, zou alzoo van hem profileerd kunnen worden °'

Ds van Dijk zegt dan ook, dat men dan ookd professoren van Amsterdam moet laten beroene door de kerk van Amsterdam; en, zoo voegen J er aan toe, ook die van de Theologische Schoti door Kampens kerk. Maar niemand denkt daaraaj

Waarom moet dan Ds Bergema door Nijverda worden beroepen als miss. dienaar, terwijl liij dji niet zal olijven? Hij wordt immers docent? Het beloog van Ds van Dijk lijkt logisch. Och heel gewichtig schijnt deze kwestie niet, maar voelen ook niet de noodzaak van zulk een beroep Misschien dal wij er nog wel meer van zuiu hooiien, want Friesland is er ook bij betroltker: De zendingssynode is aanstaande, en dan mnjt wellicht over de emeriteering van Ds Bernëma ook gehandeld. Wij schrijven dan ook dit artikel voordal deze synode gehouden wordt, omdat het allicht mogelijk is, dat deze synode over sommigi dingen in comité zal gaan; wij oondeelen dus al leen naar hetgeen door publicatie algemeen be kend is gemaakt

Wij komen terug op hetgeen wij in het b zeiden: laten wij de zaken van de personen gescheiden houden! Hel gaal niet voon of tegenj van Dijk! En de Heere geve licht aan onze meerdere vergaderingen, om recht en billijk Ie oor­

deelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1936

De Reformatie | 12 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1936

De Reformatie | 12 Pagina's