Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verinwendiging.

Bekend is de klacht over de veruitwendiging van het christelijk, ook van het Gereformeerd] leven.

Als ik het woord goed begrijp, wil men er mede zeggen: Je DOET wel als een christen, maar je BENT het niet.

Het schoone lied, dat wij in 1 Corinthe 13 ^'inden, is dan tegen zulk een veruitwendiging gericht.

De apostel zegt daar tot de martelaren op den brandstapel en tot den profeet in zijn visioen: Zelfonderzoek noodzakelijk! Uiteraard' geen onderzoek naar zijn gaven of zijn werken, want de gaven rolden van zijn lippen en de werken laaiden in zijn vlammen, maar onderzoek naar zijn geloof. Houdt gij in uw geestesvolheid en gij aan uw martelpaal met een bloot geloof Gód alleen vast of rust gij in iets anders?

Al mag dit gevaar voor veruitwendiging niet miskend, ik zie nu juist niet zoO' heel veel menschen, die al luin goedei-en tot onderhoud der armen uitdeelen, nóch die hun lichamen overgeven om verbrand te worden, nócli hoor ik de talen der engelen veelvuldig spreken. Meer hoor ik van tekorten, van menschenvrees en van een taal, die helaas weinig gelijkt op die van de Serafs!

Ik vermoed, dat in de meeste gevallen, waarin men van veruitwendiging spreekt, juist het omgekeerde bedoeld' wordt, namelijk dat het geloof zich NIET veruitwendigt, dat het niet doorbreekt in alle levensverhoudingen, dat men het oppot en voor zich houdt.

De beteekenis van de klacht wordt dan zoo: Je BENT wel een christen, ik heb u daarvoor te houden want God heeft u daartoe geroepen, maar gij DOET er niet naar!

Gij VERINWENDIGT alles tot een stuk voor uw ziel, gij maakt het alles binnenkerksch en binnenkamersch, gij houdt er een soort Zondeschristendom op na, maar VERUITWENDIG UWi CHRISTENDOM eens, mijn broeder en zuster!

Welnu, tegen zulk een verinw en daging waarschuwt de Sclirift herhaaldelijk en tot zulk een veruitwendigmg roept zij rusteloos op.

Kiezen wij als voorbeeld eens den brief, die als dien aan de Efeziërs in onzen Bijbel staat.

ONTWAAKT GIJ DIE SLAAPT EN STAAT OP UIT DE DOODEN!

H'm, deze menschen sliepen anders niet onder de preek!

Paulus gaat in dezen brief heel diep. Zóó zou hij niet geschreven hebben aan menschen, die iet heel goied van de geloofswaarheden op de oogte waren.

Maar: ZIJ DEDEN ER NIETS MEE!

Och, zoo 's Zondags ging het nog wel! Maar in de gezinnen moest men niet komen: daar speelde de vrouw de baas over den man, aar gebruikte de man zijn vrouw als een stuk speelgoed, daar zetten de kinderen groote monden p tegen de ouders.

In de zaken en in het bestuur van hun stad hadden zij de groote waarheid vergeten: GOD ZEGENT en daarom deden zij hun zaken en hun politiek zooals de heidenen dat deden.

Zoo schenen het naar hun levensgedrag natuurlijke menschen PLUS hun geloof, als iets dat daarbij kwam, maar niet met htm heele leven verbonden bleek.

Nochtans spreekt de Apostel hen niet aan met: Lieve Dooden in Adam! maar als Levenden in Christus Jezus!

Hij zegt niet dat zij d'ood-ZIJN, maar dat eij als dooden DOEN, van hun levensgewoonten zegt hij: dat doen DOODE menschen!

Met uw gezin, uw zaken, uw publiek leven zijt gij weer ingeschakeld in de wereld, dat is in die organisatie van zonde, waarvan Satan ihet hoofd is.

En dat is met een kerkgang niet goed te maken.

Wat heeft het leven met den êood te doen? Staat op uit de dooden, gij die slaapt!

God roept u.

Met halfheid neemt Hij geen genoegen.

Hij komt souverein en zegt: Gij zijt van Mij!

Met uw gezin, met uw zaak, met uw stembiljet, met uw liefhebberijen en vereenigingen.

Een man die den Heere vreest.

Een vrouw, die een zachtmoedigen en stillen geest heeft.

Een jongen, die een kleine soldaat is van Jezus.

Een meisje, die een kleine handlangster is des Heeren.

Tót zelfs , op de bellen der paarden zal staan: de Heiligheid' des Heeren!

Tót de VOLKOMEN VERUITWENDIGING van het nieuwe levensbeginsel toe!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1936

De Reformatie | 8 Pagina's