Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Burgerlijkbeifl der Kerk.')

Weledielgeboren Tijdgenool uit de eeuw dev nietaiisloeralische aristoci-alie!

Uw ziel ziedt en kookt loch als de mijne, wanneer zij aan den burgerman denkt?

Bui-gerlui in den gemeenteraad, burgermenschen in het parlement, ja zelfs aan het roer van staat! Hel is een ondragelijke toestand!

W-anl een bnrger heeft een bekrompen geest. Hij is van de kleinzielige gedachte, dat men geen dubbeltje mag uitgeven wanneer mien maar een stuiver bezit. Ofschoon het goed riemen snijden is van een andermans leer, wordt deze gave niet gerekend onder de burgerdeugden, zelfs niet onder de chrislelijke en maatschappelijke deugden. Het is anders zoo edel den naaste te helpen met... 't goed van een anderen naaste! De burgerman'beeft ook een bekrompen moraal. Hij sdirijft liefde met een kleine letter en waarschijnlijk tusschen haakjes! Hij spreekt zoo peuterig van „goed met elkaar kumien opschieten" en verengt 'dat iiiertoe dat een man goed moet zijn voor zijn eigen vrouw en niet voor die van een ander. Daarom noemt hij groote kunstwerken soms onzedelijk, wat klaarlijk bewijst, hoe burgerlijk een burger is!

Ook heeft de bekrompen geest van den burger een afschuw van den chaos! Hij prefereert een netgeschrobd klinkerpaadje boven een barricade! Deze weltevreden biffger is er ten overvloede van overtuigd, dat liij geen stommerd is, liij durft ©ea geleerd betoog te onderbreken met de banale vraag: wat de spreker of sclirij.ver nu eigenlijk wil?

A\ deze gebreken van den burgerman. Weledelgeboren Tijdgenoot, zouden nog te dragen zijn, indien hij niet een kerkbederver ware! W^ant dat IS hij! Het is zijn groote gebrek, dat hij niet onkerkelijif is zooals andere groepen van de be- Volldng. Nietzsche heeft het gezegd, Ibsen lieeft het bevestigd, Tolstoï was het er mee eens! Trouwens Buskes ook!

Het onverdragelijleste is, dat de burgerman zich van dit alles geen zier aantrekt. Hij verlegt er zijn hand niet om, maar antwoordt lijzig: Een slecht mensch die 'tzeit

De burgerman. Weledelgeboren Tij'dgenoot, staat niet open voor het absolute! Het wordt )iem toch zoo in den mond gestopt en voorgekauwd, want het absolute is zeer spraakzaam! Het kronkelt zich in vele bochten om met zijn zegeningen dien zieligen burger toch te bereiken. Via Nietzsche, via Tolstoï, via Ibsen, via Earth, via ontelbare tusschenstalions kruipt het op hem toe en fluistert: „Arme mensch! Gij laat u niet neerbliksemen!" Voorwaar, deze verharde, verburgerlijkte, verboerde, verkruidenierde ziel grijnst er nog bij en zegt: „door jou niet!"

Inderdaad, de burgerman is h è t gevaar voor de kerk wegens zijn gebrek aan beschaving. Hij leest Nietzsche niet, noch Tolstoï, noch Barth. Hij leest in zijn Bijbel, die is voor hem absoluut. Dit is typisch burgerlijk. Want het absolute spreekt niet uit den Bijbel. Het spreekt door Nietzsche, Tolstoï, Barth en vele anderen en bliksemt dan ook even door den Bijbel heen. Deze ketting-blikken van het absolute zijn zeer merkwaardig, maar het burgerlijk oog is hiervoor gesloten.

De burgerman bouwt zijn kerken en kerkjes, zelfs bij wijze van spreken in de Straat van de Vissehende Kat! Hij kiest. Weledelgeboren Tijdgenoot, een kruidenier tot ouderling en een kantoorbediende tot voorlezer en doel hen zitten op de leer! Dat wil zeggen dat zij geen cheque op het absolute in betaling nemen, maar dat zij elke wissel ter controle geven aan de valsch-geldcentrale, die het jaartal 1619 in den gevel draagt.

Hun armen verwijzen zij ook niet naar het absolute, maar lasten voor hen in hun beurs, die zij overigens echt burgerlijk liefhebben.

De burgerman wil de geboden Gods onderhouden. Waar hij dat niet absoluut kan doen, heeft hij nochtans den euvelen moed er een klein begin mee te willen maken. Want zie, terwijl hij typisch burgerlijk praat: dat het hier lop aarde nooit volmaakt wordt, ook in de kerk niet, heeft hij, Weledelgeboren Tijdgenoot, de moderne dominees van de kansels verdreven, scholen met den Bijbe'l gesticht, ja, spreekt hij bijbelwoorden aan universiteiten en in parlementen. Hij weigert te gelooven, dat je zoo uit het absolute in de oud-roestkraam van Karl Marx kunt ploffen. Want deze burgerman meent, dat er niet alleen scholen en kerken moeten zijn met den Bijbel, maar ook steden en staten, volken en rijken met den Bijbel!

Terwijl wij, Weledelgeboren Tijdgenoot, weten dat men op het absolute absoluut geen staat kan maken, zingen deze burgermenschen in hun bupgerlijke kerken en kerkjes: Gods dierbre gunst is m' altoos bijgebleven!

Dies kookt en ziedt mijn ziel, als zij denkt aaia

dien vermaledijden burgerman!


1) Naar aanleiding van H. C. Touw: De Burgerlijkheid der Kerk. Uitg.-Mij. „Holland", Amsterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's