Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanschouw het Verbond. Psalm 74:20,

Het gebed des Verbonds.

In onzen tijd worden er vele klachten geuit over toenemenden afval en onverschilligheid'. Niet alleen wat betreft het leven van ons volk in het! algemeen, dat toch een christennatie beet, 'dodh zoo weinig naar Christus vraagt! Doch ook op het enger terrein van Christendom en Kerk.

En helaas, van ons eigen Gereformeerde leven! Wat we in de breedte gewonnen hebben, dreigen we in de diepte te verliezen. Wie durft beweren, dat onze Gereformeerde Kerk kerngezond is? Dat wij als belijders wandelen, waardig de roeping van het evangelie?

Zeker, wij hebben nog voor véél te danken, en het zou wel zeer tegen ons getuigen, als we eir geen oog of hart voor hadden. Maar het is niet alles goud wat er blinkt. Is voor menigeen ondeir het jonge geslacht de Kerk niet op den achtergrond! gekomen? Zijn er er niet velen ver^Teemd van de vreeze Gods, die de wereld en de zonde kiezen boven Christus?

Bij anderen, die zeggen dat ze prijs stellen op vroomheid en godsdienst 'des harten, vindt ge vaak zulke verwarde en onztdvere denkbeelden aangaande God en goddelijke dingen, dat ge voelt: hier is de band aan het Woord losgelaten. Nu ja, zeggen ze, die Bijbel, dat is maar oen dood boek! Wij hebben den Geest noodig, niet van builen af met teksten ons aangepreekt, maar van binnen uil, warm, spontaan, innig, met enthousiasme en geestdrift. Dat is wat anders dan tekst op tekst en dogma op dogma! Dat is Ic'ven, bloedwarm en echt. Niet de verstarde Kerk, maar de vrije religieuze groep maakt veranderde menschen.

Dit alles doet ons soms vragen: is er nog wel een toekomst voor de Kerk des Hoeren? En dat, terwijl de vijanden zich van alle kanten tegen haar opmaken om haar te verdelgen van den aardbodem. Is, om onze zonden, de Geest niet van ons geweken? Het zal niet 'baten, of wij al roepen: des Hoeren tempel zijn deze! of we al uitwendig roemen in het Verbond Gods.

Neen, het is geen tooverwoord, het woord Verbond. Zijn wij er wel genoegzaam van doordrongen, welk een ontzaglijke beteekenis bet Verbond der genade heeft, en welke dure roeping het bij ons aandringt? In Psalm 74, als het volk 'des Hoeren in droeve benauwing is, en niet één profeet hun tot troost gebleven, dan 'is de laatste pleitgrond: aanschouw, o HEERE, het Verbond. Dit moet ook onze bede zijn als Kerk van Ghristus in deze tijden. Want waar het Verbond is, daar is de Geest des Hoeren.

Daar is Zijn Woord.

Daar blijkt Zijn genadige verkiezing.

Daar toont Hij Zijn zegen over de geslachten. Daar ligt de tocl< omst van Zijne Gemeente gewaarborgd.

Maar, daar wordt ook verstaan en beleefd, dat, juist omdat alles van den Heere moet komen, toch in alle verbonden twee doelen begrepen zijn, •en wij, van onzen kant, vermaand en verplicht worden tot oen nieuwe gehoorzaamheid.

Tot Verbond'svernieuwing van onze zijde.

Dan pas kan er rust zijn in het werk Gods.

Dan klagen we niet: och, mocht het nog eens Pinksteren voor ons worden!

Want, wie dat vraagt, miskent de genade Gods en Zijn blijvende inwoning in Zijn Gemeente. Die randt het werk des Geestes aan, die de Kerk nog steeds troost, haar zVdvocaat, haar Zaakbezorger van den Vader is, haar in alle waarheid leidt en eeuwig bij haar zal blijven.

Neen, we moeten door genade onze ziel open stellen voor de instraling van de kraciht en van het licht des Geestes.

Dan wordt er bij ons schuldgevoel gewekt en gesterkt. Dan verootmoedigen we ons voor God, in berouw en zelfaanklacht. En we hooren de roepstem tot bekeering. Want als we bidden: beschouw, herdenk Uw vastgestaafd Verbond! dan is het go'ddelijk antwoord' niet twijfelachtig. Het roept ons op zelf óók dat Verbond te aanschouwen en den eisch tot waarachtige bekeering, die het meebrengt, in ernst te betrachten.

Dan eerst hebben we troost en vastheid.

Dan ecrsl wordt ons leven vernieuwd, en worden we veranderde menschen. Dan zegt onze God tot het schuldig, maar berouwvol zich bekeerend volk: „Mij aangaande, dit is Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zuilen van uw mond niet wijken, noch' van den mond van uw zaad, noch van den mond van het zaad uws zaads, zegt de HEERE, van nu

aan tol in eeuwigheid toe."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's