Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Banier".

Er is nóg een vervolg op de kwestie, waarover ik verleden week schreef (betreffende Dr v. d. Vaart Smit). Hij zélf heeft zich alweer tot een bulletin laten verleiden, waarin opgekomen wordt tegen wat... ik niet beweerde. Precies zoo handelt „De Banier". Daarover schreef ik in „De Bazuin" o.m.:

Het orgaan van Ds Kersten wordt nu bepaald schor. Het meent, dat ik verleden week mijn „spontane" rectificatie gaf onder invloed van z ij n eigen opmerkingen; terwijl het natuurlijk een onmiddellijke reactie was op een particulieren brief van Dr v. d. V. S. Maar misschien kan dit orgaan zich zoo iets niet voorstellen; wij wachten tenminste nog steeds op een terugneming van de lasterpraatjes, die het orgaan zich veroorloofde, toen het sprak over „heidendom in de Geref. Kerken", en toen het aan alle kanten (zoowel in het stellen der problemen als in de aanwijzing der er bij betrokken personen) misgreep. Een „stortvloed" van woorden, in omvang viermaal zoo groot als de mijne, loopt ddar dan weer overheen; evenals over de concrete beweringen, die ik indertijd deed ter zake van de manier, waarop Di V. d. V. S.'s bureau de onwaarheden van Ds Kerstens orgaan op verzoek hielp verbreiden, zoodat allerlei liberale en marxistische organen in een ommezien de dwaasheden van Ds Kerstens redactie hadden gepubliceerd. De „relatie" (tusschen „Banier" en persbureau), die duidelijk daarin bleek, dat Dr v. d. V. S. op verzoek van Ds Kerstens redactie deze onwaarheden doorgaf, dat hij daarin omissies aanbracht, wederom op verzoek, nog vóórdat „De Banier" hel zelf had gedaan, en dat hij reeds eerder dan de lezers van dit orgaan wist, wat er in het blad komen zou, die relatie, zeg ik, wordt nu door den „Banier"scribent tot een vaste en dan wel geheime omgetooverd, alsof ik dat gezegd had, en dan wordt verder tekeer gegaan... tegen wat ik niet gezegd heb. Wat • wèl gezegd is, blijft verborgen. Als ik voorts sprak van de „postacta van een poging tot verslaggeving" (verleden week) worden de „postacta" met die poging zelf geïdentificeerd, en weer van leer getrokken. En zoo haspelt „De Banier" verder.

De „Banier"-schrijver vond het zoo erg, dat op de wetenschappelijke samenkomst der V.U. de persverslagen aan censuur werden onderworpen. Hierover merkte ik in „De Bazuin" op:

Laat me, ter afsnijding van misverstand, verklaren, dat ik de door den voorzitter der vergadering opgelegde bepaling volkomen billijk acht. Met persmenschen van bepaalde mentaliteit voor oogen, lijkt me een besloten vergadering niet ongewenscht, en controle noodzakelijk. Ik heb er wèl tegen, als men iemand, die bestreden wordt, inzage van het over hem gesprokene weigert, wanneer het daarbij gaat over wetenschappelijke vragen. Maar niet daartegen heb ik bezwaar, dat men in perioden van misverstand, en daarop voortbouwende publicaties, het onheil daarvan stuit, om - erger te voorkomen.

Bepaald interessant is de manier, waarop de eenigszins opgewonden „Banier"-schrijver op zijn teenen gaat staan: hij zal zich heusch niet ervan af laten houden, zich te bemoeien met de geschillen in de Geref. Kerken (alsof we dat ooit anders verwacht hadden van Ds Kerstens oi'gaan), en hij zal Schilder daarbij niet sparen... We zullen eens zien, of de goede man de argumenten, die ik uit de vaderen gaf, aan zijn lezers voorleggen zal, en ze zal ontzenuwen. Voorloopig zal „De Banier" dan wel enkele maanden lang werk hebben.

Tot nu toe heeft het orgaan evenwel niet veel anders gedaan, dan op misverstanden haastig doorredeneeren, en zich verre te houden van den eenvoudigen plicht: een gemaakte fout herstellen.

Niet terwille van dezen „verslaggever", doch met het oog op den heer Kersten geef ik ook hier het bovenstaande verder.

Prof. Dijk over Dr H. Steen.

Handelende over het geschrift van Dr H. Steen inzake Prof. Vollenhovens filosofie, en over de merkwaardige grondslagen, waarop Dr Steen zijn critiek laat rusten, merkt Prof. Dijk op in „De Bazuin":

Mijn voornaamste bezvpaar tegen de critiek van Dr Steen richt zich tegen zijn uitgangspunt. Hij verwerpt dxs tegenstelling christelijkeennietohristelij'ke wijsbegeerte en eigenlijt ook .ie scherpe onderscheiding tussohen tweeërlei wetenschap, zooals K u y p e r ons die geleerd heeft. Van een christelijke wetenschap, van een o h r i 0 - t e 1 ij i 6 logica, van een Christel ijk e wiskunde wil Dr Steen niet w e t e n, en voor hem is er eigenlijk alleen maar sprake van een „christelijke beoefening" van de wetenschap, uitgaande van de beginselen van Gods Woord. Een eigen materieels gereformeerde wetenschap is er dus n i e t; er kunnen geen scherpe, quantitatief bepaalde grenzen getrokken worden, want er valt voor den Christen zelfs bij de heidensche wijsgeeren wel te leeren; het is onjuist op wetenschappelijk terrein te zeggen: dit is christelijk en al wat daarbuiten valt is contrabande (blz. 14, 15). Dit uitgangspunt bij Dr Steen acht ik bedenkelijk. In de eerste plaats om de eigenaardige voorstelling, welke hij geeit, als zou de aanvaarding van de tegenstelling tussohen christelijke en niet-christelijke wetenschap uitsluiten de waardeering van de goede elementen bij de laatstgenoemde; wie onzer beweert dit, en. ... Dr A. Kuyp e r S r heeft bet ons wel anders geleerd. Maar vooral om zijn negatie van een christelijke wetenschap, en een Christel ijke wijsbegeerte, want daarmede wordt m. i. het bestaanreeht der V. U. aangerand. Wat Dr Steen wil gaat, ik kan het niet anders zien, in tegen wat Dr K u y p e r ontwikkeld heeft in zijn Encyolopaedie der Heilige Godgeleerdheid (dl. II), en tegen den opzet van ons Gereformeerd Hooger Onderwijs. En indien deze lijn doorgetrokken wordt, waar blijven wij dan? Van anti-revolutionaire staatkunde in materieelen zin, van christelijke sociologie en calvinistische geschiedkunde is dan niet meer te "spreken en.... we kunnen wel ophouden met onzen eigen, principieelen strijd. Ik betreur 'het dan ook, dat Dr Steen dat standpunt inneemt en verwacht, dat allen, die over „nieuwe dingen" zwaarmoedig het hoofd schudden, tegen deze Verlating van K u y p e r s lijn de alarmklokken zullen luiden. Maar.... het is tegenwoordig zoo vreemd. Wanneer uit den kring van de 'hoogleeraren Vollenhoven en Dooyeweerd nieuwe vraagpunten a.an de orde gesteld worden roept men ach en wee over deze oorspronkelijkheidsziekte en ontrouw aan K u y p e r s geestelijke leiding, maar indien door anderen „nieuwe" dingen worden gedoceerd of de Enoyclopaedie van K u y p e r in haar grondgedachten wordt prijsgegeven blijft dit ach en wee achterwege. Evenals ik op en na de Synode zoo weinig woorden van protest 'hoorde tegen de verslapping van on® gereformeerde leven door Oxford-beweging en oecumenische gezindheden, door kerkelijk indifferentisme en vrijheid van levensopvatting, waarin dansen en bridgen en het eenmaal ter kerk gaan tot gereformeerde zede verheven worden. Men mag niet met twee maten meten. God bewaxe ons voor verdere dualismen.

Ook voor verder meten met twee maten in de klachten over nieuwe terminologie. Ook ik zelf heb tegen enkele nieuwe teimen, die sommigen invoeren willen, bedenking. Maar we zijn al jaren lang met onze termen algegroeid van de belijdenis. Dat kón niet anders, nu de belijdenis al zooveel eeuwen oud is; maar men moet niet den één verwijten, wat de ander ook doet.

Prof. Dijk over de meeiiingsverschillen.

Prof. Dijk zegt in hetzelfde nummer van „De Bazuin" (handelende over de brochure van Ds Spier, „Op Gods Woord gegrond" (een overzicht van de wijsgeerige denkbeelden van Prof. Vollenhoven c.s.):

Het geschrift van Ds Spier vormt een tegenhanger van de bestrijding door Dr Steen; het eerste onderscheidt zich van het laatste door rustiger toon en kalmer bespreking, en het stelt tegenover de critiek een duidelijk beroep b.v. op Kuyper Sr. Dit beroep had echter sterker kunnen zijn, want het treft mij altijd weer, hoe in veel punten Vollenhoven en D o o y e w e e r d naar K u y p e r s gedachten teruggrijpen en deze verder ontwikkelen. En laat men nu niet te spoedig jammeren: o, die nieuwe wijsbegeerte! want 'herinnert men zich niet, dat ruim veertig jaren geleden de Kerkeraad van Bedum Dr Kuyper beschuldigde van monisme en pantheïsme en deswege een aanklacht tegen 'hem indiende? De historie der jammerklachten, welke aan geen jammer ontleend zijn, is niet nieuw, alleen.. .., de jongere generatie hoede zich voor beeldenstorm.

Algemeens dienstplicht.

Het „Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur" geeft „gedachten van Oehler":

„Ik geloof, dat onze kerk aan de zijde van de algemeene dienstplicht moet gaan staan. Ze mag niet te- •vreden zijn met een kleine schare daartoe opgeleide en aangestelde functionarissen, doch moet principieel algemeene dienstplicht invoeren en al haar leden verantwoordelijk maken, 't Is toch zoo, dat indien een oorlog uitbreekt en de vijand in het land staat, het geen zin meer heeft om te zeggen: dat gaat alleen diegenen aan, die nu onder de wapenen zijn, d.w.z. het beroepskader of de politietroepen. Dan moet ieder de handen uit de mouwen steken en mobilisatie is vereisoht. Dan moet het roer omgegooid en alles ondergeschikt gemaakt worden aan het overwinnen en verdrijven der vijanden. Deze oorlog is uitgebroken. Tussohen het Godsrijk en het rijk der duisternis bestaat een oorlogstoestand en 'het slagveld is onze wereld en dikwijls genoeg ons eigen hart. En daarom bestaat ten opzichte van deze strijd geen neutraliteit en geen toeschouwen en geen remplageering. Het gaat om ieder mensch en om ieder lidmaat van onze kerk. En ieder christen moet op zijn post staan, moet in arbeidsdienst, moet naar het front. Ieder christen een actief soldaat, ' actief zielzorger, priesterlijk mensch. Allen behoeven geen dominé's te zijn, dat kunnen ze ook niet zijn. Daartoe moet een mensch opgeleid worden, zooals in ieder ander beroep. Maar voor de zielszorg is dat heel anders. Oude gedachten, in nieuwen zegtrant.

Mussolini en De Bono.

Uit dezelfde „gedachten", nog steeds uit hetzelfde blad:

Wij christenen, hebben dikwijls het koninkrijk Gods in een verkeerde, geestelijke, voor 't gevoel slechts bereikbare sfeer verlegd en Christus' troon zoo hoog geplaatst, dat Hij veel te ver verwijderd is om een woord mee te spreken in ons dagelijksch leven. Wij hebben juist gedaan als Mussolini met Generaal De Bono, toen hij hem terugriep van het front en tegelijkertijd maarschalk van Italië maakte. Wij hebben Christus tot bevelhebber gemaakt van een afgelegen vesting, zoodat hij niet actief zou kunnen zijn aan het front en ons onder zijn strenge tucht houden.

De calvinist krijgt gelijk. Als hij het nu ook maar „neemt".

Vrouwelijke diakenen.

Ds J. I. van Schaick, Ned. Herv. pred., schrijft in het „Algem. Weekbl.":

De classicale vergaderingen zijn al weer achter de rug en ieder heeft het resultaat daarvan in de kranten kunnen lezen. De punten van de agenda zullen over 't algemeen in korte tijd behandeld zijn. Veel bijzonders was er immers niet aan de orde, of u moest onder het bijzondere willen rangschikken het voorstel van de synode omi het diakenambt open te stellen voor vi'ouwen en de verplichte wijkverdeling in ge-, meenten met 5 en meer predikanten. Bij ons, d.i. de classis Amersfoort, zijn ook deze punten er vrij vlug doorgehamerd. Even later:

De vrouwelijke diaken wierp meer stof op. Wonderlijke dingen werden over haar gezegd. Zo b.v. dat de vrouw van den diaken in de persoon van haar man toch altijd al in de vergadering aanwezig was. De vrouw sprak door den man heen. Wat een leuk achterdeurtje, die man. Wordt het niet hoog tijd dat achterdeurtje te sluiten en zo alle boze invloed der vrouw op de kerkelijke vergaderingen en handelingen te weren en aan de synode te verzoeken een reglementswijziging in te voeren, waarbij bepaald wordt, dat alleen ongehuwde mannen een ambt in de kerk mogen bekleden? Op mijne verdieping zittende, een lagere dan de uwe, moet ik wel geloven, dat ter classicale vergadering slechts de vrouw gesproken heeft.

Een ander argument, één van exegetische inhoud. Er staat geschreven: de diaken zij ener vrouwe man. Iedereen had tot nu toe geloofd, dat de nadruk geheel viel op „ener", sinds de Amersfoortse vergadering is de weegschaal overgeslagen naar „man". De man zit nu vast gefundeerd aan zijn kant van de wip met zijn beide benen op de grond, maar aan de andere kant zweeft zielig, hoog in de lucht, de ene vrouw. Hoe men bij een dergelijke exegese van de bijbel, uit de bijbelwoorden b.v. de kinderdoop kan distilleren, is mij een raadsel, of het moest geschieden in de een of andere geheime distilleerderij en die is bij de wet verboden. Waarschijnlijk bevindt die zich op een verdieping nog lager, dan die, waar ik mij bevind, n.l. in de kelder.

Anderen meenden zich over exegese niet te mogen uitlaten, zolang de kerk geen exegese gegpven had. Ik heb er lang over nagedacht, wat of dat betekenen kon. Wat is de exegese van de kerk? Is dat de beslissing van de helft plus één van een kerkelijke vergadering? En is dat het laatste woord voor allen en voor eeuwig over de betekenis van schriftwoorden? De exegese van de kerk! Buziau zou zeggen: daar zit wat in! Op mijn verdieping heb ik het nog niet door.

Misschien heeft een enkele lezer de beeldspraak van die „verdieping" niet begrepen. Hier is de authentieke verklaring:

Nu bezit ik helaas wat de Fransen noemen l'esprit de l'escalier, d.w.z. ik ben met datgene wat ik op zo'n vergadering zou willen en moeten zeggen, meestal een verdieping achter. Als ik eindelijk moeizaam de trap ben opgeklommen, is de vergadering al weer een verdieping hoger. Daarom, dat ik in ons blad de vrijheid vraag, mijn gedachten en woorden nog e'ven te mogen uiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's