Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eugenetiek.

X.

(Slot.)

Principieels Iiezwaren.

Wië nauwkeurig de argumenten en uiteenzettingen van d'e moderne eugenetici leest en beschouwt bemerkt acliter dit streven niets anders dan den geest van materialisme, humanisme en rationalisme. In de illusie van het absoluut idealisme van den zich souverein wanenden mensch schuilt ook de wortel van een stïeven om niet alleen de waarde van den mensch te bepalen, doch ook de voortplanting van den naa: r dien maatstaf waardevollen mensch in de hand te nemen, .', Het pogen betere nakomelingen, sterke menschen, zuivere rassen te kweeken, hoofdzakelijk door al wat erfelijk zwak is te beletten zich voort te planten, is mede een gevolg van de sterk] humani, stiscbe geestesstrooming, welke thans door de wereld gaat. Deze rationalistische levensbeschouwing verheerlijkt alleen de rede en meent, dat zuiver verstandelijk is uit te maken wat tot nut van den Staat of de Maatschappij kan dienen.

Zij 'rekent niet met de Godsopenbaring en de hoogste geestelijke levenswaarden ons in de religie geschonken. Het is een eenzijdige verheerlijking van het stoffelijke, met negeering van begrippen als recht, waarheid, liefde, vertrouwen en geloof. Met de zonde als diepste oorzaak van alle lichamelijke en geestelijke ellende wordt geen rekening gehouden. Dat het probleem der rasverbetering onlosmakelijk verbonden is met den vloek, die er rust op geheel ons menschelijk geslacht, wordt voorbijgezien of ontkend.

Severijn^) teekent het onderscheid tusschen dö Eugenetiek en de Christelijke leer zoo scherp als hij zegt: „Het voornaamste verschil in waardee- „ring ligt wel hierin, dat het causaal verband „door de beschouwing, welke de eugenetica hul- „digt, zich omgekeerd verhoudt tot de schriftuur- „lijke conceptie. Deze laatste legt de oorzaak van „het lijden der wereld in de overtreding van des „menschen levenswet, terwijl de eugenetiek de „misdaad uit erfelijke afwijking wil verklaren. „Dit laatste wordt op schriftuurlijk standpunt niet „uitgesloten, doch de eerste stelling is van pri- , , maire beteekenis. En juist daarom wordt het „gewenschte effect der negatieve eugenetische me- „thoden in beginsel afgesneden. De zonde^ die uit „de diepte van de menschelijke natuur opkomt, „wordt door de Heilige Schrift aangewezen als „een heerschende macht, welke slechts door een „regeneratieve werking van den Heiligen Geest „gebroken en door Zijn wederhoudende kracht „wordt geremd."

'Wie meent voor de toekomst te kunnen bouwen aan het welzijn van het menschelijk geslacht zonder daarbij in de eerste plaats te rekenen miet da ordeningen Gods voor alle levensverhoudingen, zal gedesillusioneerd uitkomen. Immers bij het huwelijk komt het allereerst aan op den geestelijken band; den band der liefde, die geheiügd! is in de liefde van Christus. Het huwelijk, van Goddelijken oorsprong, is in zijn wezen een liefdesgemeenschap, een manifestatie van de geestelijke eenheid tusschen twee menschen, een beeld van da eenheid, die daar is als een eenheid der liefde in God' zelf. Wanneer men bij het aangaan vaji een huwelijk uitsluitend let op lichamelijke gezondheid en inteUectueele begaafdheid, doet men derhalve het wezen van het huwelijk geweld aan en onttrekt men er allen id'eëelen grondslag aan. De echtverbintenis wordt dan in wezen eensamenkomen van twee gezonde en zoo begaafd mogelijke individuen met de uitsluitende bedoeling een nieuw gezond en begaafd individu voort te brengen. Het huwelijk wordt niets anders dan een gepatenteerde teelt in dienst van de rasverbetering van heli menschdom. ^) Daarom is er tusschen de eugenetiek met haar humanistischen g'rond'slag en het Christendom met zijn Bijbelsch fundament een hemelsbreed verschil, een onoverbrugbare kloof, een principieel onderscheid.

Al zijn met bovengenoemde uiteenzettmgeui de grondslagen der eugenetiek veroordeeld, dan wil dat nog geenszins zeggen, dat alle maatregelen, die men van eugenetische zijde heeft voorgesteld, contrabande voor de Christenen zijn. Het verzet van de Christenen tegen één van de voornaamste maatregelen der eugenetiek, de onvruchtbaarmaking, sluit allerminst het dienen van de eugenetiek uit. Hutter^) heeft er zoo terecht op gewezen, dat de eugenetiek met haar qualitatieve geboorte-politiek de grootste tegenstandster is van het Neo-Malthusianisme met zijn quantitaüeve, blinde geboortebeperking en het Protestantisme daarbij staat aan de zijde der eugenetiek. Gezien echter de verantwoordelijkheid, die wij als Christenen aanvaarden voor de nakomelingschap, kan men zich nog sterker uitdrukken. Het Christendom is met de eugenetica niet alleen niet in strijd', doch eischt zelfs dit streven. Bet zooveel mogelijk voorkómen van een ziek, lichamelijk en geestelijk minderwaardig geslacht en het bevorderen van een gezonde, sterke en meerwaardige nakomelingschap is niet alleen op zichzelf wenschelijk, idealistisch of schoon, maar ook plicht. Terecht zag Waardenburg*) in de eugenetiek niets anders dan een ons van Hooger hand' opgelegde uitbreiding van ons verantwoordelijkheidsgevoel, dat niet alleen voor het lot der bestaande, maar ook voor dat der toekomstige individuen wil opkomen. Het Christendom 'heeft daarom te zorgen, , dat het toekomstig lijden op deze wereld met behulp van moreel aangewezen of toelaatbare middelen zooveel mogelijk worde beperkt en heeft tevens de roeping het welzijn van het nageslacht waar het kan te bevorderen. Het zal zijn krachten hebben in te spannen om ook zonder sterilisatie en dergelijke maatregelen de eugenetiek te dienen.

Al wordt dus de toepassing van de biologische gegevens en theorieën in den dienst eener negatieve eugenetica door de normen eener Christelijke levensbeschouwing veroordeeld, de eisch van een positieve beoefening der eugenetiek roept de Christelijke ethiek tot den plicht van de dienende liefde in alle lijden en zorg eni tot de bestrijiding

van 'het kwaad naar den norm der zedewet, welke haar van Godswege is geopenbaard: *)

Het bovenstaande samenvattend komt het program van Christelijke actie op het volgende neer: met kracht stelüng nemen tegen de hedendaagsche bewuste geboortebeperking, gelijk die hedeni ten dage onder vrijwel alle rangen en standen op groote en uitgebreide schaal plaatsvindt; in stanid houden en verbeteren van alle werk der Christelijke philantropie met betrekking tot het geestelijk of lichamelijk minderwaardige; isolatie van erfelijk belaste misdadigers zoodra gevaar of schade voor derden dreigt of aanwezig is; sllrijd tegen alle giftstoffen, die de kiem op een of andere wijze beschadigen, en aankweeken of verhoogen het verantwoordelijkheidsgevoel der menschheid in zake de voortplanting.«) Tenslotte zal tegenover het humanistisch streven, dat de menschheid wil verbeteren door uitroeiing yan al wat slecht en minderwaardig is, gesteld moeten worden het Christendom met de prediking van de bekeering van des menschen hart. Juist omdat de Christelijke levens- en wereldbeschouwing den mensch niet uitsluitend ziet als tijdelijk biologische, sociale verschijning, maar als reiziger op weg naar de eeuwigheid en omreden óók de minderwaardige mensch is en blijft, d.w.z. beelddrager Gods, door het geloof geheiligd in Christus, zullen wij tegenover het streven om ons ^geslacht te veredelen door kunstmatige middelen pogen door zedelijken drang het volk uit zijn ellende op te heffen. Niet de sterilisatie der z.g.n. minderwaaraigen kan de maatschappij redden, daar zij feitelijk iets negatiefs is, maar de strijd tegen de verwildering der zeden en het hoog houden van de Christelijke beginselen. De bronnen, waaruit het kwaad opwelt, zoeke men niet dicht te stoppen door vernietiging van de rechten en vrijheden der minder begaafden, maar door verhooging van het zedelijk peil der bevolking en door de prediking van het Evangelie. Tegenover het gemeenschapsegoïsme onzer dagen dient gesteld het gemeenschapsaltruïsme. Tegenover de eugenese der vernietiging de eugenese der liefde.

„Want wie den ander üefheeft, die heeft iWet vervuld". (Rom. 13:8b.) de


1) Prof. Dr J. Severijn: De eugenetica in het licht eener christelijke zedekunde. Geschriften van de ver. voor geestelijke volksgezondheid op gereformeerden grondslag, blz. 10—11.

2) Prof. Dr J. Waterink, I.e., blz. 480.

3) Dr A. Hutter: Zorg voor de geestelijke gezondheid. Negatieve en positieve eugenetiek. Horizon, Oct.-Dec. 1934.

4) Dr P. J. Waardenburg: Oorsprong en doeleinden der eugenetiek, blz. 10.

5) Prof. Dr J. Severijn, I.e., blz. 13.

6) Meer uitvoerig uitgewerkt in onze studie: Het sterilisatie-vraagstuk. Kampen, 1937, blz. 110 e.v.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's