Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Jezus Christus, de vrouw des Vaders verlossend".

II. „De Echtscheiding van een zoon Davids verhinderd".

De genadeheerschappij des Heeren komt in liet liuis van David ook uit in het leven van Jozef en Maria; in hel leven van dezen armen Davidszoon, die zich een schamel bestaan verzekert door het eerzaam limmerambacht uit te oefenen. En toch — deze ambachtsman is ook ambtsdrager; erfgenaam van den troon Davids. Bekleed met bevoegdheden en rechten als geen ander. Zeker, de menschen hebben geen oog voor hem; maar zien, en dan met vreeze, naar de macht en de kracht van Herodes, koning op zijn troon! Maar — een koning zonder rechten. Ziethier, een koningszoon in rechten. Dat is voor God — alles!

Het zal nu maar de vraag zijn — zal deze man, stel dat hij werd geroepen tot troon en heerschappij-voeren, ook als mensch zoo hoog staan? Of is hij precies zoo een man als vader David, die zich vergreep aan de rechten van zijn volk, en ruw in hartstocht de vrotiw van zijn onderdaan voor zich opeischte? Hoe zal de houding van Jozef, zoon van David, tegenover de vrouw zijn? tegenover Maria?

Want evenals tusschen David en Salomo een vrouwenfiguur staat, die van Uria's vrouw! - —staat nu tusschen Jozef en Jezus Christus óók een vrouwenfiguur: Maria van Nazareth; de maagd, die onder het harte draagt — ja, wat? het kind van zonde, kind van overspel en ontucht?

Want dat toch is de beklemming, die over ons komt, wanneer wij nu Jozef gadeslaan in zijn angst en ellende. Hoe zal hij optreden tegen haar, die zijn ziel liefheeft en die hem zoo onzegbaar zwaar lijden doet? Vorstelijk gedraagt zich deze zoon van David. Geheel anders dan vader David!

Zeker, de verhouding tusschen David en B.alh^ ' seba wordt gekenmerkt door echtbreuk, heet zij niet vrouw van Uria? Rust die blaam niet op de moeder van den doorluchLigen vorst Salomo? Maar, maar wordt de verhouding Jozef en Maria ook al niet beheerscht door echtbreuk? Schijnbaar wel! Jozef moet tot die gedachte komen. Immers, zij waren verloofd, die beiden. Maar voor de wet golden zij reeds als getrouwd. En wanneer dan één van beide partijen zich schuldig maakt aan de zonde tegen het zevende gebod, dan trad de wet in volle gestrengheid op als waren die beiden getrouwd. En werd de eene partij als overspeler of echtbreekster behandeld. Aanschouw nu Jozefs angsten. Maria is zijn bruid. Nog zijn zij samen niet getrouwd en nog wonen zij samen niet in eigen huis. En daar bemerkt mij deze Jozef, dat zijn Maria moeder worden zal. Hij heeft van Maria niet gehoord wat de oorzaak van dit alles was! Waarom heeft Maria niet zelf aan Jozef haar wonder geheim onthuld? Die vraag benauwt ons. Maar denk u in: zou Jozef haar geloofd hebben, wanneer Maria zeide: Jozef! het kind, dat geboren zal worden, is van den Heiligen Geest ontvangen? Immers neen?

Maar Maria moet zwijgen! Omdat God haar dit geheim had toevertrouwd. Het is in den meest strikten zin het geheim van den Vader van dit Kind! Het is de taak van de Moeder om dit geheim in haar hart te bewaren en in geloofsgeduld haar tijd te beiden, en alles terwille van haar levensgeheim, terwille van den Christus te verdragen, ook die gruwelijke verdenking van haar Jozef, dat zij, als de vrouw van Uria, zich schuldig heeft gemaakt aan overspel. Maria moet in het vertrouwen leven, dat eens het uur slaan zal, dat de Vader van haar Kind de zegels van het geheim verbreken zal en Zijn dienstmaagd in eere herstellen zal voor Jozef. Maria, de moeder, zal niet eerder spreken aleer de Vader van haar Kind voor Hem en voor Zijn Moeder opkomt en spreken zal en bekend maken, dat de schuld bij niemand ligt, maar dat Hij de Vader is. Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon langs dezen moeilijken weg gegeven eeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet erderve, maar het eeuwige leven hebbe. Had Maria dan waarborg, dat de Heere haar eefe bechermen zal en dat Hij spreken zal aleer zij haar ond opendoet? Moest Maria het nu inderdaad an den Heere overlaten om Jozef op de hoogte e brengen?

Zeker, herinneren wij ons de ontmoeting van Maria en Elizabeth!

Deze bleek er alles van te weten, eer Maria één woord gezegd had. .

God heeft het Elizabeth bekend gemaakt en Maria's taak oneindig vergemakkelijkt. Zij wordt nu — en het kan ook, op haar woord geloofd.

En zoo nu moet God, de Vader van het Kind van Maria, zelf voor haar eere zorgen. Wanneer Hij dat doen zal? Ja! dat moet Maria nu aan den Heere overlaten! En zoo spreekt zij niet tot Jozef over deze teere dingen. Dat heeft de Heere gedaan. Hij zal haar zuiveren van de verdenking, dat zij, ach ook zij! zou zijn als de vrouw van TJria.

Maar hoe gedraagt zich nu Jozef ondertusschen? De Schrift teekent hem als een rechtvaardige. Als een man, die de wet onderhoudt. En die ook nu in de moeilijkheden, waarin hij verkeert, zich afvraagt: Wat eischt de wet nu van mij in dit geval? En reeds daarin steekt hij gunstig af van David, die absoluut niet rekende, ten aanzien van Uria's vrouw, wat wet en zede vragen. Die greep ruw in! Maar zijn zoon Jozef gedraagt zich vorstelijk. Want nu is daar het conflict van zijn leven. De wet eischt nu dit van hem: door de echtbreuk van de één heeft de ander den plicht om echtscheiding aan te vragen, onschuldig als hij is. Dit vraagt de wet van hem: gij zult Maria aanklagen en de doodstraf over haar zonde vragen; gelijk toch David en de vrouw van Uria den dood verdienden.

Nu konden de Joden onder de romeinsche heerschappij niet ter dood brengen, maar zich alleen bepalen tot wegzenden. Naar joodsch recht bepaalde alleen de man, of het huwelijk ontbonden zou worden. Alle actie dienaangaande moest van den man uitgaan. Beschuldigde Jozef Maria nu

van echtbreuk, dan kon zij bewijzen vragen voor het gerechtsliof. En zoo kon Jozef naar de wet Maria wegzenden, dus echtscheiding verkrijgen, of zonder het gerecht erin te moeien, in alle stilte, in het geheim, zooals Mattheüs zegt; of na openbare aanklacht en dan trof Maria ook openbare schande.

En zoo is dan meteen de moeilijklieid opgelost, die wij aldus onder woorden kunnen brengen: Hoe kan Jozef dat nu toch met zijn geweten overeenbrengen; om haar zoo heel stilletjes weg te sturen en aan haar lot overlaten? Is dat dan volgens de wet? Is dat niet onbarmhartig tegenover Maria?

Want nu gevoelen wij het wel: Jozef moest Maria heenzenden. Maar het lag nu aan hem of hij dat doen wilde of door er ruchtbaarheid aan Ie geven en Maria openlijk te schande maken, of door in alle stilte van haar te scheiden. In dat laatste geval schreef hij een scheldbrief, waarin hij nog niet eens de gronden behoefde te noemen. En dan had hij Maria ook niet in haar eer aangetast. Twee getuigen onderteekenden dan den scheldbrief en aan de eischen der wet was voldaan, 't Zal nu maar de vraag zijn of Jozef de volle zwaarte der wet eischen zal. Om eigen eer vooral maar te redden.

Maar nu komt zijn hart voor Maria pleiten. Hij kan haar toch niet loslaten. En hij had haar te lief om haar schande openbaar te maken. En anderzijds kan hij haar toch ook niet trouwen zonder daarmee openlijk te kennen te geven, dat hij de vader van Maria's kind was. Zoo zoekt hij naar een oplossing om binnen de mogelijkheden der wet niet alleen eigen eer, maar evenzeer Maria's eer hoog te houden. Dat is dus wel gansch anders dan David. Want door zóó de moeilijkheden onder de oogen te zien, en door zóó te zoeken naar een goede behandeling volgens de wet, openbaart zich Jozef als een rechtvaardig man, die met liefde vervuld is voor zijn bruid, die naar hij aannemen moet, in de zonde van Uria's vrouw gevallen is. En wij willen niet vergeten, dat het oorspronkelijke woord voor rechtvaardig ook spreekt

van barmhartigheid en medelijden.

Zoo heerscht de liefde in Jozefs hart. Wat een verschil in houding met vader David, den door hartstocht verblinde.

Maar nu komt de Heere tot hem met een boodschap in den droom. Zie nu 's Heeren koninklijke gunst. Jozef wordt aangesproken als Zone Davids. Hij moet nu maar weten, dat wat nu tot hem gezegd wordt, zijn ambt, zijn koningsrechten aangaat. Hierop komt deze boodschap neer: Laat nu uw huwelijk gesloten worden! Treed straks voor de wet als vader op van Maria's zoon. Hem wordt een zoon toegewezen. En ten einde dat Jozef mogelijk te maken wordt alleen aan hem het geheim van het vaderschap ontsluierd: de Vader van Maria's kind is God zelf.

Maar óók zal de Vader hem openbaren waarom Hij zóó handelt en zoomaar beslag legt op Jozefs vrouw, op beider huwelijksgeluk, en dat alles voor Zich opeischt. Want dat i s toch ontzaglijk voor beiden geweest!

Maria's Zoon moet Zijn volk zaligmaken van hun zonden. Hij moet de Koning zijn uit het huis van David, die tenvolle kon beantwoorden aan het ideaal der theocratie. Jezus kón van vaderszijde nooit zoon van David, zoon van Jozef zijn. Denk alleen maar aan de vrouw van Uria in Zijn geslachtsregister. En naar joodsche beschouwing zou de Messias, hoewel uit het huis van David, ja juist, omdat hij uit dat huis was, niet zondeloos zijn. Zoo zou dus Jezus in dien kring van zonde behoord hebben, wanneer Hij de natuurlijke zoon van Jozef was. De zondeloosheid, die de evangeliën betuigen, van Jezus als Zaligmaker, verlangt dus als noodzakelijke veronderstelling: de ontvangenis van den Heiligen Geest. In het huis van David heerscht de zonde als Koning machtig. Maar de Zone Davids, die van zonde verlossen zal, moet dan ook zelf van zonde vrij zijn. Hij moet niet alleen Zoon van David, maar ook tweede Adam zijn; niet alleen zonder zonde van een David, maar ook zonder erfzonde. Nu, dat is Hij ook. Want daarvoor zorgt God in vrijmachtig welbehagen. Daarom kan Jozef niet zijn vader naar het vleesch zijn. Maar wel een vader naar en voor de wet. En zoo aan Maria's Zoon zijn eigen rechten op den troon overdragen. Dat zal Jozefs ambtelijke taak en levensroeping zijn en den hem toegewezen Zoon opvoeden. Hem heeft de Heere verkoren voor deze heilige taak. En dat Jozef dat kon doen, daarvan legde zijn houding tegenover Maria en de wet getuigenis af. En zoo nu is het huis van David ook zichzelf een aanstoot in de wereld. Het is •weer de dwaasheid en ergernis des geloofs voor Jozef. Omdat God dezen nacht en alle komende dagen aan hem en aan Maria demonstreert de wet van verkiezing en verwerping. Zeker, ook nu beheerscht een vrouw de situatie, de vrouw, die tusschen twee Davidszonen instaat, tusschen Jozef en Jezus. 'Och neen! niet "Maria beheerscht de mogelijkheden en moeilijkheden, maar God alleen, de Vader van Maria's Kind. Het schijnt of nu de genadeheerschappij Gods schipbreuk lijden zal op een echt-scheiding in het huis van David, gelijk vroeger op een echt-breuk in datzelfde huis. En toch triumfeert de genade, die als koning heerscht. Want God, de Heere .regelt ook het levensverhaal van deze Maria en haar bruidegom. Jozefs voorgenomen echtscheiding verhindert God en schenkt hun een heerlijk echtverbond. God neemt voor Zijn heilswerk het leven, ook het huwelijksleven van deze twee menschen in beslag. Om Christus' wil moet Jozef, de zoon Davids, zijn volk gaan dienen. Nii, deze spruit uit Davids huis heeft zich vorstelijker gedragen dan vader David zelf. Deze wilde zich van zijn volk bedienen. De vrouw van Uria, van een ander, neemt hij voor zich. Maar zijn zoon Jozef wil zijn volk dienen, en neemt geen vrouw voor zichzelf, maar geeft zijn eigen vrouw aan den Heere! Daar was een Maria, die zeide: „Zie, de dienstmaagd des Heeren". Hier staat Jozef en als hij opstaat na den slaap is zijn gansche doen de sprake van: „Spreek, Heere! want uw knecht hoort".

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's