Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Jezus Christus, de vrouw des Vaders verlossend”.

III. „Het Echtverband door den Heer van David hersteld".

De genadeheerschappij des Heeren komt nu echter tot volle openbaring in den Zoon van Maria, die tevens Zoon van Jozef wil zijn, om van dezen niet te erven erfschulden van menschen en koningen; maar alleen erfrechten op troon en volk. En virat nu van den vader geldt, zal ten volle van dezen grooten Davidszoon gelden. Immers in Jozefs leven openbaart zich toch wel de wet der vernedering. Wie ter wereld kan in dezen timmerman de koning-in-rechten zien? Herodes vreest hem tot op dit uur nog niet, anders was hij al door de hand van dezen grootmoordenaar gevallen. Niet in tel bij volk en overheden. Men loopt hem voorbij en groet hem niet met den aan koningen verscliuldigden eerbied. Maar God ziet het hart aan. In deze borst klopt een koninklijk hart! Vooral ziet God de Heere Zijn beloften aan. Want deze man is nu de eenige ter wereld, die aan Maria's Kind eeuwenoude rechten geven zal. Zeker, Jozef heeft kleine kracht; maar hij heeft récht. En dat is meer dan macht. De menschen spreken anders. Die trappen op rechten, wanneer zij maar macht kunnen uitoefenen. Maar dat is recht vorstelijk, indien men - als Jozef, alle rechten heeft en die alle overdraagt aan een klein kind en nog niets ziet van de macht en de glorie, die bij een koning en zijn rechten hooren; om te gelooven alleen in God, Die bij het recht ook de macht geven zal op Z ij n tijd.

Nu, in dat groote geloof, dat de Zoon van Maria, wanneer Hij op aarde gekomen zal zijn, niet alleen het recht op de macht ontvangen zal, maar ook op recht en gerechtigheid Zijn heerlijk koninkrijk vesten zal en de macht veroveren en alle weiten naleven en Zijn volk dienen zal; in dat groote geloof, dat toch naar menschen-zeggen een wisseltrekken op de eeuwigheid is, staat Jozef op en neemt Maria tot zich in huis. En deze man, wat een man! blijft den Heere en Maria en Israël dienen. Want hij maakt van zijn huwelijksrechten geen gebruik, tot aan de tijden, dat Maria haren eerstgeboren zoon gebaard zal hebben. Hier is een koningszoon, die sterker is dan alle stedendwingers, want hij beheerscht ziel en zinnen, lichaam en leven en stelt die Gode dienstbaar. Hij dient zijn volk en geeft zijn vrouw ten bate van Gods werk.

Groot is deze Jozef. Wat een sparende liefde. De Vader van Maria's Kind heeft gesproken. En nu behoeft Maria voor haar naam en voor de eere en toekomst van haar Zoon niet meer bevreesd te zijn. Want over haar eer en over de toekomst van den Zoon waakt deze Jozef, deze geloovige ambtsdrager Gods. Want ingeschreven zal nu het Kind worden als Zoon van David en dat zal Hij' danken aan dezen Jozef, dezen held des geloofs.

Van hem verhaalt de Schrift weinig. Maar wat zij verhaalt is meer dan voldoende om hem dankbaar te zijn. Och neen! om met hem den Heere te danken voor Zijn genade-heerschappij. En nu zal ons laatste woord gewijd zijn aan Hem, Die Davidszoon en tevens Heer is; aan Hem, Dien Jozef Jezus noemen zal. - -

Van nu aan heeft dat doorluchtig geslacht van David zijn doel bereikt. Geen vrouw zal meer een rol spelen. Er zal niet meer een vrouw van Uria staan tusschen David en Salomo, wijzend op echtbreuk; of een Maria, tusschen Jozef en Jezus, vreezend voor echtscheiding.

En toch! en toch! tusschen Jezus Christus en den Vader staat de bruid van het Lam, het volk des Heeren. Want hier is nu de Koning, op Wien alle einden der aarde hopen. Hij is alleen daarom waarlijk Koning, omdat Hij Zijn volk zalig zal maken van hun zonden. Ja, Hij is zeker van Zijn overwinning. Hij komt Zich hier woning maken om vanuit Maria's schoot de geheele aarde aan Zich te onderwerpen. Hij komt onder de bescherming van des Vaders wet. Jezus Christus komt maar niet een poging wagen; Hij komt niet in de wereld om het eens te probééren. Maar Hij komt zegevierende in deze wereld. Geen mensch, die het ziet, dan alleen een Jozef en een Maria; en deze alleen, omdat zij door geloofsovergave de openbaring des Heeren, het woord des Vaders over hun Zoon hebben aanvaard. De eerste onderdanen vindt de groote Davidszoon in Zijn vader

naar de wet en Zijn moeder naar het vleesch. Want zij hebben met lichaam en ziel Hem gediend. Zij wijdden zich aan Zijn heerlijk koninkrijk, om Christus' wil.

Hij komt nu voorts doen wat de Vader Hem bevolen heeft. Doen, waartoe al Zijn vaderen uit het huis van David geroepen waren, maar niet hebben kunnen volbrengen: voorgangers van Gods volk zijn, hun volk dienen, en voorgaan op den weg tot God. Allen hebben gefaald. Maar deze Zoon van David faalt niet. Hij komt Zijn volk zaligmaken. Hij is een Redder, een Verlosser. Maar Hij komt niet bevrijden van den aardschen vijand, van Rome's Caesar. Want die is de grootste vijand niet. De zonde, die als koning machtig heerschte in 's Heeren volk, moet worden bedwongen. En nu is in Jezus Christus de genade veel meer overvloedig geworden. In Hem triumfeert Gods genade-heerschappij. Wie is nu de sterkere?

Is Hij het niet, die zonden draagt en menschen met God verzoent? Is Hij het niet, die dood en duivel overwint? Is Hij het niet, die het verbond herstelt en Zijn volk recht geeft op het eeuwige leven en op de vergevende Vadergunst Gods? Zoo alleen wil Hij Zijn volk dienen. En terwijl de menschen zeggen: verloren! Wat een spotkoning is Hij! zeggen engelen en geloovigen: Gewonnen. Triumf. Want een Koning, die tot in den dood toe aan het recht voldoet en Zijn troon op gerechtigheid stichten wil. Die zal ook van Godswege het recht hebben ontvangen om tot grooter heerlijkheid en macht te komen dan David en Salomo tesamen. Want meer dan Salomo is hier!

Wanneer er toch Eén is, die Zijn geheele leven wijden zal aan Zijn volk, aan de gemeente des Heeren, dan is deze Zoon van Maria het. Maar niemand mag vergeten, dat Zijn Naam naar den hemelschen Vader heenwijst. Jezus, Jozua toch beteekent; Jahwe behoudt. De trouwe God des verbonds zendt dezen Zoon als Middelaar des verbonds om het verbond tusschen God en Zijn volk te redden, te handhaven en te bevestigen in Zijn bloed.

Zie nu den groeten rijkdom van dezen Bruidegom, Die ons kocht met Zijn bloed. God de Heere heeft een verbond met Zijn volk. En Hij vergelijkt dat met een echtverbond. Maar Israël wou niet naar Gods stemme hooren. Israël verliet Hem en Zijn gehoon, 't Had zich andre göon, naar zijn lust verkoren. Het verbond is gebroken. Of in de taal der Schrift: Israël heeft gehoereerd; zich aan overspel schuldig gemaakt en zich vergrepen aan de rechten van haar God en Man.

Zie nu den Heere Jezus Christus. Hij maakt Zich één met Zijn volk. Hij draagt aller zonden en verzoent hen met den Vader. Lo-ammi woi-dt Ammi! Het koninklijkste in dezen groeten Zoon van David is dus, dat Hij den Vader Diens volk teruggeeft.

Zoo staat deze Davidszoon tusschen den Vader en Zijn volk. Zoo zien wij in David een koning, die zijn volk niet dient en eens anders vrouw voor zich neemt. Nochtans triumfeert 's Heeren genadeheerschappij over echt-breuk.

In Jozef zien wij een koning, die 's Heeren volk wel dient, en zijn eigen vrouw aan den Heere en aan Diens volk geeft. Maar dan verhindert 's Heeren genade-heerschappij de voorgenomen echtscheiding.

In Jezus Christus zien wij een Koning, die Zijn volk en den Vader door dood en opstanding dient en Zijn Vader Diens vrouw teruggeeft en haar van den Vader als Zijn Bruid terugontvangt, 's Heeren genade-heerschappij herstelt in Christus het echtverbond.

Wie nu in Hem gelooft behoort tot de Bruidskerk. Laat dan de bruid van Christus zich onbesmet van de wereld bewaren. Laat ons niet vergeten, dat Maria's Kind tot den troon geklommen is aan 's Vaders rechterhand. En dat Zijn genadeheerschappij voortduurt tot den jongsten dag. Laat Hem dan als Koning der genade heerschen in uw hart.

Zoo is Davids bede voor Salomo ten volle vervuld! „O God! geef den koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon des Konings. Zoo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid en Uw ellendigen met recht". Nu, deze Koning zal onze zielen bevrijden van list en geweld.

En zoo kan ook op dit Kerstfeest anno domini 1937 de jubel worden gehoord:

„Geloofd zij de HEERE God, de God Israels, Die alleen wonderen doet. En geloofd zij de naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de gansche aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's