Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel, en breidde zich uit voorwaarts ter aarde; daarna leide hij zijn aangezicht tusschen zijne knieën. 1 Kon. 18: 42 b.

Het aanvullend gebed.

Het is na het offer op den Karmel door Elia en na het dooden van de Baai-priesters bij de beek Kison een wonderlijk ding. Eüa zegt wel tot Achab: trek op, eet en drink, want er is een geruisch van een overvloedigen i'egen; hij hoort dus wel profetisch in zijn geest de nadering van den regen, het beloofde verbondsgeschenk, maar de zon b 1 ij f t schijnen en de lucht verandert niet. Had die regen nu niet onmiddellijk moeten komen? Is de Heere niet betrouwbaar? Heeft Hij niet gezegd (1 Kon. 18:1) dat Hij regen geven zou op den aardbodem? Ja, dat is ons geloofsuilgangspunt: de Heer is zoo getrouw als sterk. Dus waarom komt de regen niet, nu de Heere weer als God erkend is, vers 39, en nu de gruwel onder Israël is weggedaan, de zondige baal-cultus, vers 40, waarom keert de Heere nu niet in gunst tot Zijn volk weder, en bezoekt Hij Zijn erfvolk niet met Zijn zegen?

Er heeft aan dit alles één ding ontbroken. Het erkennen van den Heere, het wegdoen van den gruwel der afgoderij is van de zijde van het volk een opus operatum geweest, een verbondsgehoorzaamheid, waarbij men gelooft, dat de verbondszegen er automatisch mee meekomt. Maar de verootmoediging des harten, het wederkeeren tot den Heere met schuldbelijdenis, dat is op den Karmel niet gezien. Zoover was Israël met zijn koning ontwend aan den omgang met den Heere, zoo weinig verstond het meer van de vreeze des Heeren, dat noch de koning, noch het volk zagen, wat hier nog ontbrak, wat hier nog den hemel gesloten hield, wat hier nog den vloek deed branden, namelijk het gebed der verootmoediging.

Alleen Elia, de man Gods, de ambtsdrager, die ziet het, die begrijpt het. Het werk is nog niet af, de wederkeer van Israël is nog niet n a a r het Woord Gods. Immers wij lezen in 2 Kron. 7 bij de inwijding van den tempelj- dat de Heere aan Salomo verscheen en tot hem zeide: Ik heb uw gebed verhoord, en heb Mij deze plaats verkoren tot een offerhuis. Zoo ik den hemel toesluit dat er geen regen zij... en al mijn volk, over dewelke Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigen zal, en bidden zal en Mijn aangezicht zoeken en zich bekecr e n zal van hun booze wegen zoo zal Ik uit den hemel hooren, en hun zonden vergeven, en hun land genezen. Maar dit heeft Israël nog niet gedaan. Zij hebben op den Karmel den Heere erkend, de afgoderij weggedaan, maar zij hebben niet in verootmoediging tot God gebeden, en zoo naar de geopenbaarde dingen den verbondszegen afgesmeekt van den Verbondsgod. En dit heeft Achab ook niet gedaan. Hij heeft er ook niets van begTepen, wat zijn theocratische roeping wel was op dit oogenblik. Hij heeft van David niets verstaan in diens verootmoediging op den dorschvloer van Arauna.

En zoo wordt ons Elia's handeling duidelijk. Hij gaat bidden. En zijn gebed is het aanvullend gebed om zóó den lande te verbidden, en den vloek te doen ophouden. Als dit gebed niet gebeden wordt, dan b 1 ij f t de zon stralen, en de vloek branden, dan keert God nog niet terug in gunst om de levensbronnen voor Zijn volk weer te openen.

En als wij van Elia lezen, dat hij zich voorwaarts ter aarde uitbreidde, dat hij dus op den grond ging zitten, zijn knieën optrok, en zijn hoofd tusschen zijn knieën legde, dan hebben wij hier den man Gods, die zich voor het geheele volk verootmoedigt voor den Heere, de man Gods, die hier bidt als één voor allen, en schuldbelijdenis doet, en zóó, conform het Woord Gods, de belofte Gods lossmeekt van den Heere. Nu Elia zich verootmoedigt voor geheel het volk, nu wordt alles gedaan, wat de Heere van Zijn volk vraagt: de erkenning van Zijn Naam, het wegdoen van den gruwel, en de verootmoediging des harten. Als Elia zal gebeden hebben, dan moet de Heere hooren, want zóó heeft Hij Zichzelf verplicht te luisteren naar Zijn volk.

Maar dit gebed der verootmoediging, dit aanvullend gebed moet volkomen zijn. De Heere laat Elia zeven maal bidden. De Heere laat hem dus een symbolische volkomenheid bereiken in zijn verootmoediging. Elia wordt dus niet verhoord omdat zijn verootmoediging volkomen is, maar omdat Elia aan Christus vooruit gaat, omdat Christus straks komen zal. Als Christus gekomen is, dan zal gezien worden, waarom het hier op den Karmel en over de velden van Israël begon te regenen, en het leven weer begon op te bloeien. Israël wordt aangezien in Hem. En Zijn werk zal volkomen zijn. De erkenning van den Naam des Heeren, de vervulling van alle gerechtigheid en de volkomen verootmoediging. En Zijn verootmoediging zal zóó-v o 1 k o m e n zijn, dat Hij Zich laat verbrij zelen door den Heere, om zóó als Verbondshoofd den verbondszegen los te werken voor al de Zijnen.

Omdat Christus komen zou, daarom wordt Elia's gebed op den Karmel verhoord. Dus die regen, die toen de velden verkwikt heeft, en weer leven vergund heeft aan het volk Israël, die regen was er om Christus' wil. En ons brood en water is er ook om Christus' wil. Elke dag is er vanwege de genade in Christus Jezus. Hoe zullen wij ons dan dagelijks bekeeren tot God, om eiken dag te doen den wil des Vaders, Die in de hemelen is! Alleen zoo is het waar: Zijn gunst alom verspreid, zal bestaan in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1938

De Reformatie | 8 Pagina's