Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woorden van Groen.

(Bij het regeeringsjubileum van Koningin Wilheimina.)

„Vanwaar de opgetogenlieid dezer dagen... is die hulde gebragl aan het hoofd eener uitvoerende magt, aan een Koning of Constitutionelen Koning in 't algemeen? Aan den persoon, zonder een blik op vroegeren tijd, enkel aan den persoon, die nu de Kroon draagt? Neen, zij is aan... den afstammeling van het Nederlandsche Stamhuis gebragt. Het Huis van Oranje is onafscheidelijk verbonden aan de glorie van ons Volk: dit voorregt is onwaardeerbaar. Wij maakten niet, gelijk in België, eene Constitutie in b 1 anco, waarin naderhand de naam van den Koning ingevuldi werd. Vraagt men of het mogelijk is, bij de gevaren, die overal in Europa zich voordoien, uit d'e desorganisatie te geraken waarin ook Nederland verkeert, ik meen, dat het èn zeer moeijelijk èn niet onmogelijk is. Maar wij hebben een kompas noodig; de vereeniging van Oranje en Vrijheid; verkrijgbaar alleen door het handhaven ©ener Souvereiniteit bij de gratie Gods, welke in Nederland historisch, nationaal en constitutioneel is". ^)

„Vraagt men wat die Souvereiniteit is? geen geconcentreerde volkswil, geen revolutionaire autocratie, geen w^gcijfering van den Koning. Vraajgt men wat van die Souvereiniteit gemaakt is? men heeft er alles van gemaakt. Door de schuld van Ministers, Vorsten en Natie is dit geschied. Men heeft er een revolutionair absolutismus van gemaakt, eene omgekeerde Volkssouvereiniteit, zoodat de Vorst, naar de leer van Napoleon, eerste representant van het volk, krachtens deze theorie, op bijkans onvoorwaardeüjk alvermogen regt scheen te hebben; en idit revolutionaire koningschap heeft men in de herinneringen uit vroegere tijden gehuld; -den nieuwerwetschen troon gedrapeerd met de sieraden der legitimiteit. Dit systema heeft onberekenbaar nadeel aan het vorstelijk gezag gedaan; de terugwerking is gebleken... We moeten terug naar het historische denkbeeld van 1813 en 1815, naar de twee gedachten die Hoigendorp, Falck en Kemper bij de opdragt der Souvereiniteit voor den geest hebben gestaan. De eerste; er moet zijn eene onverdeelde, niet onbeperkte oppermagt; de getemperde Monarchie, de vroegere constitutie, ontwikkeld en gewijzigd naar de behoeften des tijds. De tweede; oppermagt des Konings wordt, blijkens de ervaring, vereischt tot handhaving der vrijheden en regten van het volk." 2)

„Het geachte lid uit Leiden (Thorbecke, K. S.) heeft de goedheid gehad mij te berigten dat mijne denkbeelden over Souvereiniteit die waren welke in de Duitsche Monarchiën vóór 1848 bestonden... Zes weken geleden heeft het lid uit Almelo (Van Hoevell, K. S.) beweerd', dat ik zestig jaren ten achteren was; nu ben ik één jaar ten achter (datum der rede: 27 Juli 1849, K. S.); er is derhalve voor mij nog mogelijkheid te geraken op de hoogte van den tijd., ."s)

„Ik zeg... dat het ondenkbaar is op den duur een land naar de eischen van een constitutioneel Gouvernement te bestieren, wanneer het Bewind den boventoon en het overwigt in de Kamers niet bezit Ik zal niet lang spreken over de regeeriiig van Willem 1. Het is eene erkende zaak, dat de Ministers niet anders waren dan commiesen en advocaten des Konings. De wil des Konin^gs was de eenige grond der homogeneïteit. Zal ik spreken over de Regering van Willem II ? ik wil... alleen met een enkel woord opmerken dat er in dien tijd veel gesproken is van een homogeen Ministerie: maar het is mij niet mogelijk geweest homogeneïteit, in den door mij opgegeven zin, te ontdekken. Ik heb hoogstens gezien overeenstemming in een negatief beginsel: wil men nu karakterloosheid ook karakter, kleurloosheid ook eene kleur, beginselloosheid ook een beginsel noemen, dan, ja, is er homogeneïteit geweest, niet degene welke ik bedoel als voorwaarde van eenheidi en kracht. Wanneer het homogeen Ministerie in werking raakt, zal zijn bestaan niet in twijfel worden getrokken ... Hoe zal' de Kroon invloed uitoefenen op de Kamer, indien er geen homogeen ministerie bestaat? Laat ons niet vergeten — ook de laatste jaren hebben het geleerd — dat de vastheid der troonen niet ligt in het goud, ook niet in het staal, alleen in zedelijke kracht. En nu kan de Koning, ik spreek niet van den Koning als individu, maar de Koning als vertegenwoordiger van het Koningschap, de Koning als persona mor a lis, als hoofd van het constitutioneel Bewind, kan geen zedelijke kracht uitoefenen zonder een homogeen ministerie. Het niet bestaan van een homogeen ministerie is aan de wegc ij faring van het Koningschap gel ij k". *)

„Wat de beginselen der 's Gravenhaagsche kiesvereeniging Nederland en Oranje, waarvan ik medelid' ben, aangaat is en blijft helt mijne overtuiging... dat alleen volgens die beginselen naleving en ontwikkeling der Grondwet mogelijk is".*)

„Men herinnert zich wat Koning Willem II vóór de grondwetherziening zeide over het moeijelijke van in dit kleine land over te brengen al de staatsinstellingen van groote Rijken. De heer Bosscha, in het uitmuntend Leven van dien Vorst, wijst op de gelijkenis van Vader Cats, van den man met het f lodder kleed, die zich in al te ruim omhangsel had gedoscht en er geen raad' mede wist". ^)

Wanneer in een Constitutioneel Gouvernement een homogeen Ministerie ontbreekt; wanneer dientengevolge — gelijk zoo ligt plaats zou kunnen hebben — de Koning op het drijven, door Ministers, die ter teekening bereid zijn, enkel van persoonlijk goedvinden bedacht is, zal het alternatief zijn; of dat de Koning, door gehoorzame dienaars van de Kroon en door volgzame vertegenwoordigers der Natie, inderdaad alleen regeert; èf dat • het regeren, door Ministers zonder zelfstandigheid en door een Koning zonder kracht, in handen van behendige leiders eener Kamer of van eergierige mannen eener bedriegelijke openbare meening geraakt."')

„Het is in den Nederlandschen Staat 'een eigen voorregt dat het grondwettige Koningschap eenzelvig met het historische Koningschap is. Hier is het Koningschap, meer welligt dan in eenig land, met republikeinschen zin en geest doorvoed, heeft een republikeinschen wortel, is geboren uit de geschiedenis van het Gemeenebest. De Koning is het eminente hoofd, hetgeen de Natie eeuwen lang begeerd heeft. In die eenvoudige waarheid ligt de waarborg tegen afwijkingen aan den eenen of aan den anderen kant. De Koning in Nederland is niet een Landsheer, maar ook niet een figurant: de Prinsen van Oranje hebben nooit in de volkshistorie voor figuranten te boek gestaan. De Koning is beschermheer, des noods tegen de meerderheid, des noods tegen eene tijdelijke opinie; beschermheer van de regten en vrijheden, des volks. Dit is het denkbeeld geweest in 1813, eri? daarom was het woord, op zichzelf misschien' gevaarlijk, Souverein, in ons land niet gevaarlijk, omdat hetgeen daarin gevaarlijk had kunnen zijn, in de volkshistorie een correctief had."»)

„Ik heb niet... tot de vleijers der Vorsten behoord; maar ik durf beweren, dat, wanneer in Nederland' de Koning, ik zeg niet zijn wil openbaart, maar in het openbaren van zijn wil getrouw is aan de antecedenten van zijn geslacht, die persoonlijke wil onberekenbare kracht heeft." ^)

. 1) Mr G. Groen van Prinsterer, Adviezen in de Tweede Kamer der Staten Generaal, I, Utredht, Kemink & Zonen, 1856, Mz. 206 (rede 22 Mei 1849).

2) a. w., I, 205 (22 Mei 1849).

3) a. w., I, 211 (27 Juli 1849).

4) a.w., I, 213, 214, 219, 212 (27 Juli 1849).

5) a. w., I, 238 (28 Sept 1852).

6) a.w., I, 240 (28 Sept. 1852).

7) a.w., I, 244 (November 1854), vgl. De Nederlander, 1378.

8) a.w., II, 193 (25 Sept. 1856).

9) a.w., II, 192 (22 Nov. 1856).

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's