Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Evangelle van de enge poort.

„Gaat in door de enge poort" heeft Jezus gezegd. (Matth. 7:13.) Ook dit waarachtige Woord Gods zullen wij onverzwakt laten staan. Neen, de Heiland heeft niet gezegd: Gaat eens in uw leven in door de enge poort. Dan was het betrekkelijk gemakkelijk. Immers in dit geval kon men zijn gehoor — in en buiten de kerk —- eenvoudig indeelen in bekeerden en onbekeerden (om van de bekeerders maar te zwijgen!). Was ik, naar eigen meening of naar het oordeel dter liefde, onder de eerste categorie te rangschikken, wel, dan was het angstige van het evangelie af. Het angstige, maar ook de actualiteit. De prediking werd dan voor ons retrospectief en de vraag rijst dan licht op — ze is in deze beschouwing ook volkomen gemotiveerd — waarom men dit eigenlijk iedferen Zondag tweemaal hooren moet'? Maar deze opvatting, die weleens „de zware" genoemd wordt, is ontstellend licht. Neen, de Heere ziet, als Hij onze kerkgangen gadeslaat, niet een schip vol bekeerden en een gaanderij onbekeerden! Hij ziet ons allen zitten, van den preekstoel en de ouderlingenbank af tot de achterste bank van de gaanderij toe, als onbekeerden! Tot óns spreekt Hij: Gaat in door de enge poort!

Hoewel het beeld van de enge poort op zichzelf genomen in meer dan één zin zou kunnen verklaard worden, schijnt uit het verband mij duidelijk, dat het hier gaat over het wandelen der geloovigen naar de Wet des Heeren. Christus had immers in de Bergrede de Wet doen schitteren in al haar schoonheid, Hij heeft het Godsrecht doen blinken boven het gewoonterecht. Hij heeft Zijn hoorders in de consciëntie gegrepen. Ondanks de trouwe Welsprediking, in onze kerken gebruikelijk, zijn wij aan deze heilige woorden gewend. Wij hooren het jaar aan jaar: dat alle onkuischheid van God vervloekt is, of: God verbiedt niet alleen dat stelen en rooven hetwelk de overheid straft, maar mèt dat al zakt onze levenstoon en verslordigt onze wandel op een bedenkelijke wijze. Als dan vraag 115 van den Catechismus komt met het bekende: waarom laat God ons dus scherpelijk de Tien Geboden prediken? zouden wij kunnen antwoorden: opdat wi] vromelijk er naar luisteren zouden, zeggende: jammer, dat wij daar niet naar leven kunnen en om voorts te wande len zoo goed en zoo kwaad als dat uitkomt Hoe is het mogehjk? Het is alleen mogelijk, omdat wij in de Wet God niet gehoord en gezien hebben. Omdat wij niet verstaan hebben dat achter de bekende vraag: waaruit kent gij uw ellende? een andere, diepere vraag ligt: Waaruit kent gij uw God? Uit Zijn heilige Wet! Wij hebben de Wiet maar al te veel opgevat als een soort reglement waaraan wij niet meer onderworpen waren. Maar Christus komt tot ons en zegt: Gaat in door de enge poort! De Heiland heeft ons geen weg gewezen, waarop een mensch zoo op zijn dooie gemakje zou kunnen zalig worden. Daar is soms een goedbedoelde evangelisatieprediking, die het ongeveer zoo voorstelt: Boeddha is streng, Confucius is streng, maar Jezus is O' zoo soepel! O, doe toch nooit mee aan die platvloersche en Godonteerende voorstelling der genade! De Heiland heeft ons niet voor den duivel verlost, maar om Gode een heerlijk eigendom te zijn. Hij heeft ons voor het leven naar Gods Wet verlost. Niet alleen dat ons hart zich vereenigen moet- met de belofte Ides evangelies. Tenzij ons hart zich vereenigd hebbe met den eisch der Wet, wij zullen in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan.

De poort is eng... maar de uitnoodiging is ruim! De Heiland heeft geen borden opgericht: Verboden Toegang! Eigen Weg! Gevaarlijke helling! Hij riep: Gaat in! Wie riep Hij? Ziet ze zitten: zeebonken, tollenaars, . Galileesche Jodeiï^ van-de-derde-gaanderij! Wat een stelletje, armen, treurigen, blinden, hongerigen! Gaat in! zegt de Gezegende Heiland. Hij staat er niet bij toe te zien: zie maar hoe gij dat klaarspeelt, maar Zijn Woord is met macht. Hij doet ons ingaan, gisteren, vandaag, morgen.

O, die breede weg, mijn broeder, dat is geen weg uit een andere stad, mijlen ver van u verwijderd, die breede weg staat ook in uw stratenplan. Ik zag u (^ gisteren nog op wandelen, zijn stof heeft vandaag weer mijn voeten bezoedeld. Wie kan dan zalig worden?

Ik, ellendig mensch... danke God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1938

De Reformatie | 8 Pagina's