Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Dr H. H. Euyper over bet karakter en de bevoegdheid der meerdere vergaderingen.

VII.

In No. 2357 nu nader op de macht der meerdere vergaderingen ingaande, wordt eerst g; ezegd:

de meerdere vergaderingen hebben geen eigen, zelfstandige macht

E'en zelfstandige, een eigen kerkelijke macht hebben onze meerdere vergaderingen dus niet. Er is in de Kerk geen andere macht dan die Christus heeft geschonken. Zouden de meerdere vergaderingen op zulk een macht aanspraak maken, dan zou uit Gods Woord moeten worden aangetoond, dat Christus deze macht aan de Synodes had gegeven. En waar hiervan in de Schrift geen woord te vinden is, zelfs het bestaan van zulke Synodes in onzen zin niet eens vermeld wordt, daar kan van zulk een inhaerente, hun inklevende kerkelijke macht, die ziji over de plaatselijke kerken zouden kunnen uitoefenen, ook geen sprake wezen. De kerkelijke macht berust biji de plaatselijke Kerk alleen.

Toch hebben de meerdere vergaderingen „macht".

Natuurlijk wil dit niet zeggen, dat deze meerdere vergaderingen daarom geen macht zouden hebben en dus ook geen besluiten zouden mogen nemen. Dit is de geheel onjuiste gevolgtrekking, die de Independenten daaruit hebben afgeleid. Want volgens hen, hebben deze meerdere vergaderingen alleen het recht om adviezen te geven, adviezen waaraan elke plaatselijke Kerk dan vrij' is zooveel waarde te hechten als ziji zelf wil. Ze kan zulk een advies opvolgen, wanneer zij het wenschelijk vindt, maar ze kan het advies ook ter zijlde leggen, wanneer zij het er niet mede eens is. En al hebben onze Gereformeerde Kerken, om eiken schijn te vermijden, alsof deze meerdere vergaderingen een soort hiërarchische macht zouden vormen, in hun Kerkenorde en besluiten wel meestal het woord advies gebruikt, ze verstonden onder dit woord advies toch" héél iets anders dan de Independenten. Er kunnen adviezen zJin, die de meerdere vergaderingen geven en die metterdaad niet anders dan raadgevingen en vermaningen zijn, waarbij elke plaatselijke Kerk heeft te beslissen, in hoeverre ziji dezen raad wil opvolgen. Maar er zijta ook adviezen, die een bindend karakter dragen en wanneer een plaatselijke Kerk zich aan zulk een advies niet storen zou, dan zou het gevolg daarvan wezen, dat zulk een Kerk buiten het kerkverband kwam te staan of haar daad voor andere Kerken geen geldigheid had. Maar dit vraagstuk kunnen we hier verder laten rusten; de vraag, waar het thans om gaat is, waaraan de meerdere vergaderingen deze macht ontleenen en hoever deze macht strekt. Eerst wanneer dit helder is ingezien, kunnen de praotische vraagstukken, waarop we het oog hebben, tot betamelijke oplossing worden gebracht.

Die „macht" ontleenen die vergaderingen niet aan de ambtsdragers, die er samenkomen, dit is de roomsche opvatting.

Wat nu de eerste vraag betreft, zoo moet daarop geantwoord worden, dat de meerdere vergaderingen deze macht niet daaraan ontleenen, dat hier ambtsdragers uit verschillende Kerken saamkomen. Op Roomsch standpunt is dit wel zoo. De macht die een Synode of Concilie uitoefent, berust daarop, dat in zulk een Synode of Concilie de bisschoppen vergaderen en deze bisschoppen met macht en gezag over de Kerken bekleed zijn. Maar een Gereformeerde kent in dezen zin geen anderen Bisschop dan, gelijk onze Belijdenis het zoo schoon zegt, Christus alleen. Alle ambtsdragers in de Gereformeerde Kerk zijn amhtsdragers van de plaatselijke gemeente, zij hebben , in hun gemeente de kerkelijke macht uit te oefenen, maar buiten die gemeente, de kudde hun toebetrouwd, hebben ziji geen de minste macht. Ook al kwamen uit een provincie alle predikanten samen in een Synode, dan zouden ze dus nog geen kerkelijke macht kunnen uitoefenen over de Kerken in het algemeen. In de kerkelijke macht, die in het ambt zelf schuilt, ligt de kerkelijke macht van deze meerdere vergaderingen dus niet. Zoo was het wel met de Apostelen, toen zij te Jeruzalem saamkwamen, omdat zij een generaal ambt hadden over heel de Kerk. Maar zoo is het met onze predikanten en ouderlingen niet. Hun ambt is plaatselijk en strekt zich niet verder dan de plaatselijk© kerk uit.

De macht der meerdere vergaderingen is een afgeleide macht, ontstaan, doordat de Kerken, die alle kerkelijke macht alleen bezitten, haar afgevaardigden machtigen om in haar naam te besluiten.

De macht van een Classis of Synode ligt dus niet in de ambtsdragers, die hier vergaderen, maar daarin, dat deze ambtsdragers door de Kerken worden afgevaardigd en met macht worden bekleed om uit naam hunner Kerk besluiten te nemen. Zelfs is het in strikten zin genomen, niet eens noodig, dat een Kerk daarvoor een ambtsdrager afvaardigt. In onze Kerkenorde wordt dit wel voorgeschreven en op zichzelf is dit ook wel wenschelijk, omdat de ambtsdragers het best zulk een Kerk vertegenwoordigen kunnen, maar noodzakelijk is het niet. En het zou zeer wel denkbaar wezen, dat een Kerk ook eens een niet-ambtsdrager tot afgevaardigde koos. Op de Dordsche Synode, waar door de buitenlandsche afgevaardigden Latijn gesproken werd, was het zeer moeilijk in elke provincie ouderlingen te vinden, die Latijn konden spreken en verstaan. Vandaar, dat een der Provinciale Synodes als afgevaardigde een man koos, die geen ouderling of diaken was en geen ambt in de Kerk bekleedde. En al zal dit natuurlijk altoos een hooge uitzondering blijven, het voorbeeld toont genoegzaam, dat niet het ambt, maar de afvaardiging door de Kerk hier het beslissende is. In zekeren zin wijst de Schrift zelf dit aan. Want toen te Antiochië het geschil rees, of ook de bekeerden uit de heidenen besneden moesten worden en de wet van Mozes moesten onderhouden, en men daarover de beslissing wilde inroepen van de Apostelen en de ouderlingen te Jeruzalem, zijn niet Paulus en Barnabas, die de ambtsdragers waren, op eigen gezag naar Jeruzalem gegaan, maar zijl zijn daartoe door de broeders verkozen en afgevaardigd, zooals in Hand. 15 : 2 uitdrukkelijk te lezen staat: Het zijn dus de afgevaardigden der Kerken, die op deze meerdere vergaderingen saamkomen en die nu krachtens hef mandaat door de plaatselijike Kerk hun verleend, want op dit laatste komt het natuurlijik aan, hun gezamenlijke besluiten nemen. En dat zulk een besluit of advies door de afgevaardigden der Kerken gemeenschappelijk genomen, dan door alle Kerken voor vast en bondig wordt gehouden, is alleen omdat Kerken zelf in hun instructie en mandaat, aan deze afgevaardigden meegegeven, zich daartoe van te voren hebben verbonden. De kerkelijke macht der m, eerdere vergaderingen is dus niet een zelfstandige, maar een afgeleide macht, een macht die ontstaat, doordat de Kerken zelf, die deze macht alleen bezitten, haar afgevaardigden machtigen om in haar naam te besluiten; en de onderwerping aan die macht berust niet op een van boven af aan de Kerken opgelegden dwang, maar daarop, dat zij zichzelf vrijwillig hebben verbonden aan die beslnlten zich te onderwerpen, voor zoover zulk een besluit niet in strijd is met het Woord van God.

De macht der meerdere vergaderingen is niet alleen een afgeleide, maar ook een beperkte; geringer dan die der Kerken wat haar omvang betreft.

'Maar ook hiermede is niet genoeg gezegd. Want de kerkelijke macht dezer meerdere vergaderingen is niet alleen een afgeleide macht, maar ze is ook een zeer beperkte macht. Want hoe vreemd dit ook moge schijnen, de macht van zulk een Classis of zelfs van de Generale Synode is volstrekt niet meerder en uitgebreider dan die van de plaatselijke Kerk, maar een geringer en beperkter, niet wat haar aard, maar wat haar om: vang betreft. De volheid der kerkelijke macht, zooals die door Christus aan de plaatselijke Kerk is geschonken en door de ambts­ dragers wordt uitgeoefend, kan' door de plaatselijke Kerk nooit per delegatie op de meerdere vergadering worden overgebracht, omdat de aard van deze macht zelf zulk een overdracht uitsluit. Wat men wel eens beweren hoort: op een meerdere vergadering zijn de Kerken zelf, door haar deputaten vertegenwoordigd, bijteen, en wat elke plaatselijke Kerk doen kan, kan dus ook de Classis of Synode doen, is ten eenenmale onjuist en toont, dat men van dit vraagstuk zich zelfs geen rekenschap heeft gegeven. Want niet de Kerken zelf, maar de afgeveiardigden der Kerken zijin hier bijeen en deze afgevaardigden ikunnen nooit dezelfde macht uitoefenen als de Kerken zelf. Zelfs kan van deze kerkelijke macht maar zeer weinig worden over» gedragen. Het eerste 'stuk van deze kerkelijke macht en het voornaamste bestaat in de bediening deg Woords en der Sacramenten. Maar in een Classis of Synode kunnen 't Woord en de Sacramenten niet bediend worden. Men was oudtijds wel gewoon, en zelfs werd dit in onze vroegere Kerkenordeningen voorgeschreven, dat bij elke Synodale samenkomst der Kerken Avondmaal moest gehouden worden, zooals dit dan ook tijdens de Nationale Synode te Dordt in 1618—'19 nog is geschied, maar dan geschiedde dit nooit in de samenkomst der Synode, maar in de samenkomst der plaatselijke gemeente, waar de Synode vergaderde. Evenzoo is het met het tweede stuk der kerkelijke macht: de verkiezing van amitsdragers in de Kerk. Dat een meerdere vergadering, vooral waar het betreft de verkiezing van een Dienaar des Woords, medezeggenschap heeft, omdat dit ambt niet alleen voor de plaatselij'ke Kerk beteekenis heeft, is juist en onze Kerkenorde schrijft dan ook wel degelijk voor dat èn bij de examinatie èn bij de approbatie de Classis moet gekend worden. Maar de eigenlijke daad, de verkiezing tot het ambt, moet naar Gods Woord door een plaatselijke gemeente geschieden. En noch een Classis, noch een Synode zou op een plaats de predikanten, ouderlingen of diakenen kuimen kiezen en in het ambl stellen. De Classis mag, wanneer er geen Kerkeraad is, bij de verkiezing leiding geven en door een predikant de gekozenen in het ambt bevestigen, maar de roeping tot het ambt moet van de plaatselijke Kerk uitgaan. En 't zelfde geldt evenzeer ten opzichte van 't derde stuk der kerkelijke macht: oefening der tucht. Dat ook hierbij', volgens de bepalingen onzer Kerkenorde, de meerdere vergaderingen zeer wel zeggenscliap uitoefenen kunnen, is juist. Zelfs een gemeentelid kan niet worden afgesneden zonder advies van de Glassi.? . En nog veel sterker geldt dit biji de schorsing of afzetting van de a; mhtsdragers, inzonderheid van de Dienaren des Woords. Maar hoe groot de macht der meerdere vergaderingen hierbij' ook zijin moge, de daad zelf van de excommunicatie, het sluiten van iemand buiten de gemeente en dus buiten het Koninkrijk der hemelen, is een daad, die niet door de Classis, zelfs niet door de Synode kan geschieden, maar die geschieden moet door de plaatselijke Kerk zelf en door de ambtsdragers aan wie de sleutelen desHemelrijks zijn toebetrouwd. Dat hierbij nu ingewikkelde en moeilijke vraagstukken kunnen voorkomen, vooral wanneer het een Dienaar des Woords geldt, dien de plaatselijke Kerkeraad niet censureeren wil, stemmen we toe. Maar dit zijn uitzonderingsgevallen. En niemand zal beweren, dat een Classis of Synode het recht zou hebben in hare vergadering met het formulier van den Ban iemand te excommuniceerea. De meerdere vergadering kan hiertoe wel den last geven, maar de uitvoering, dus de eigenlijke daad, moet door de plaatselijke Kerk geschieden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938

De Reformatie | 6 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1938

De Reformatie | 6 Pagina's