Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Melcbizedek, de Koning van Salem

IV.

IV. HOOFDSTUK III.

De tUd van Melchizedek.

§ 14. Wamieer leefde Melchizedek, de koning van Salem?

Een precies antwoord is op deze vraag niet te geven. Aangezien hier alle gegevens omtrent Melchizedeks eigen koninkrijk gehjeel ontbreken, moeten we vragen: wanneer leefden zijn tijdgenooten, die in Gen. 14 genoemd worden? Van de koningen der Pentapolis geldt hetzelfde als van Melchizedek zelf. Zoo blijven dus over de koningen uit het Oosten en Abraham.

Is er ten aanzien van Abrahams chronologie onzekerheid', ten aanzien van de koningen is er zelfs onzekerheid aangaande hun identiteit. Vandaar dat niet met zekerheid kan vastgesteld worden, wanneer Melchizedek leefde. We willen echter zien hoever we kunnen komen in de beantwoording van bovenstaande vraag en letten daarbij niet alleen op de dateering van Melchizedeks tijdgenooten individueel, maai- ook op het complex van ge^ beurtenissen en toestanden, dat uit Gen. 14 blijkt. Immers niet alleen personen, ook feiten of toestanden kunnen gegevens bieden ter fixeering van de chronologie.

§ lö.Door een aanraldngspunt te zoeken tusschen de geschiedenis van Assyrië en Israël zijn we in •staat feiten uit Israels geschiedenis te dateeren met behulp van onze christelijke jaartelling. De Assyrische-geschiedenis toch kan in jaren voor de geboorte van Christus gedateerd worden. Hiertoe worden we in staat gesteld door de z.g. eponymenlijsten. Naar vaste orde werden de AsiS5Tische koning en de hoogwaardigheidsbekleeders des rijks aangewezen hun naam te geven aan het loopende jaar, de z.g. limmu, d.w.z. het archontaatsjaar. De gevonden eponymenlijsten vermelden de namen dezer „eponymen" of vorsten gedurende den tijd Adad^Nirari II tot Assurbanipal. Allerlei g, ebeurtenissen werden gedateerd door op te geven in wiens limmu ze voorgevallen waren. Zoo is ook medegedeeld, dat gedurende de hmmu van Bur- Sagale een zonsverduistering plaats vondi in de maand Siwan. Volgens astronomische berekeningen moet deze zonsverduistering zijn voorgevallen 15 Juni 763 voor Chr. Dit is dus een datum uit het archontaatsjaar van 'Bur-Sagale.

Volgens de inscripties van Salmanasser III heeft deze koning van Assyrië in zijn zesde jaar bij Karkar slag geleverd' tegen een bond van koningen, onder wie zich ook Achab van Israël bevond. Later, in zijn achttiende jaar ontvangt hij tribuut van Jehu. Volgens de eponymenlijsten vond de slag bij Karkar plaats in 853 voor Chr. en de op de zwarte obelisk vermelde tribuutontvangst in 841. Hiermede is een jaartal uit de geschiedenis van Achab en een uit die van Jehu vastgelegd. Met het oog op de daartusschen liggende gebeurtenissen in Israël moet 853 het laatste jaar van Achab zijn en 841 het eerste van Jehu. Rekening houdend met de in Israël gebruikelijke vóór-dateerende methode^ heeft Prof. van Gelderen m de „Korte Verklairing" op II Kon. 3:1 aangetoond^ dat deze gebeurtenissen juist in genoemd' tijdsbestek passen. Het sterfjaar van Achab is dus 853 voor Chr.

Van hier uit kan met behulp der Bijbelsche gegevens . teruggerekend worden tot den tijd van Abraham.

De dood van Achab en de troonsbestijging van Ahazia vallen in het 78e jaar na de „Scheuring des Rijks"!), dus .anno 931 v. Chr. Salomo, die 40 jaar regeerde, is zijn tempelbouw begonnen in zijn xderde jaar (I Kon. 6:10), dus in 968. Volgens hetzelfde bericht was dat het 480e jaar na den uitgang der kinderen Israels uit Egypte. De Uittocht moet dus gesteld worden in 1448 voor Chr.

Bij de dateering der feiten vóór den Uittocht komen we te staan voor de vraag hoe sommige gegevens der Heilige Schrift moeten geïnterpreteerd worden, want met inachtneming der bijbelsche gegevens kan men toch tot verscliillende dateering komen.

Volgens Ex. 12:40 heeft Israël 430 jaar in Egypte gewoond. Jakob ging dan naar Egypte ongeveer in 1875 vóór Chr. En dat feit is volgens verschillende gegevens te stellen 215 jaar na de roeping van Abraham, want: volgens Gen. 12:4 werd Abraham uit Ur geroepen in zijn 75e levensjaar; volgens Gen. 21:5 werd Izak geboren toen Abraham '100 jaar was, dus 25 jaar na de roeping van Abraiiam; volgens Gen. 25:26 werd Jakob 60 jaar later geboren; en volgens Gen. 47:9 was deze 130 jaar bij zijn aankomst in Egypte. Dit geeft samen 215 jaar. Volgens deze gegevens is Abraham uit Ur geroepen in 2090 en is hij geboren in 2165.

Langs dezen weg kunnen we dus inderdaad komen tot een dateering van Abraham. En het is een dateering 'die bijv. door L. Woolley juist wordt geacht met het oog op de geschiedenis van Ur. Hij houdt Abrahams familie, het geslacht van Terah voor verwant aan de Habiru, die tusschen de Sumerische bevolking van Ur leefden. Het latere Ur der Ch aideën, was toen nog Ur der Sumeriërs. De auteur van het boek Genesis gebraikt de in zijn tijd gebruikelijke benaming. In hooge achting stonden deze Habiru niet bij de Sumeriërs. Het ideogram, waarmede ze hun naam schreven, beteekent ook vrijbuiters. Deze Habiru verkeerden dan ook in deze omgeving om den broode. Ze hadden transportbedrijven met kameelen, en vonden daarmede in den wijdvertakten handel der Sumeriërs een loonend emplooy. Na de wegvoering van Ibi-Sin, koning van Ur, werden de tijden slechter. Het was toen midden in de 22e eeuw voor Chr. In dezen tijd, zegt Woolley, vertrok Terah naar Haran. Zijn vertrek staat in verband met een meer algemeenen trek der Habiru naar het Noorden. Deze bevolking van „vrijbuiters" werd in Ur's moeilijke tijden minder goed geduld. Het was te verwachten dat Abrahams familie den invloed onderging van de Sumerische cultuur, temidden waarvan ze zoo lang vertoefd had. Woolley geeft vele voorbeelden, waaruit deze invloed ook inderdaad blijkt. Het gelukkigste voorbeeld is o.i. dat van Abrahams handelwijze met Hagar, welke geheel in overeenstemming met de Sumerische wetgeving zou zijn. De traditie in de Abrahamverhalen, zoo besluit hij, reflecteert zeer getrouw de cultuur van de stad Ur, zooals die uit de opgravingen bekend is geworden. 2)

Er zijn echter voor de dateering van Abraham nog enkele schriftgegevens, die met de boven gebruikte niet zoo gemakkelijk in overeenstemming zijn te brengen. Toch mogen ze niet verwaarloosd worden, ook al niet omdat ze op zulk een eijgenaardige wijze van de bovenvermelde verschillen. We hebben het oog op Galaten 3:17.

Paulus spreekt daar over de beloftenissen aan Abraham en zegt dan dat de wet na 430 jaar gekomen is. Dit getal is bekend uit Ex. 12. Maar daar is het de tijd van Israels verbMjf in Egypte. In den brief aan de Galaten de geheel© periode van Abraham tot den Uittocht. Het verblijf der aartsvaders Abraham, Izak en Jakob in Kanaan is dan in de 430 jaar opgenomen. Dit geeft een. verschil van 215 jaar. De roeping van Abraham valt dan in plm. 1875, het jaar, waarin volgens; bovengenoemde gegevens Jakob naar Eigypte ging. Waarschijnlijk duikt in rlen brief aan de Gal'^tf een historisch-chronologische opvatting der schriftgeleerden op. Daarvan kunnen we ons zoo maar niet afmaken, te minder omdat ze een merkwaardigen steun vindt in een zeer ouden teksbgetuige, n.l. den Samaritaanschen Pentateuch. DeZe leest niet het verblijf der kinderen Israels in Egypte, maar het verblijf der kinderen Israels en hunne vaderen in het land Kanaan en Egypte. Deze lezing wordt door de Septuagint, althans gedeeltelijk, gesteund.

Een ander nieuw-testamentisch getuigenis, dte rede van Stephanus schijnt echter weer onze eerstgenoemde berekening te steunen. Stephanus zegt dat Abrahams zaad zal dienstbaar gemaakt en kwalijk gehandeld worden in een vreemd land vierhonderd jaren.

Bij de keuze tusschen deze beide dateeringen zullen andere liiervan onafhankelijke gegevens den doorslag moeten geven.

§ 16. Er worden in Gen. 14 nog meer tijdgenooten van Melchizedek genoemd. De gegevens, die hieraan ontleend kunnen worden voor de dateering van Melchizedek zijn verschillend naar gelang het antwoord, dat gegeven wordt op de vraag, wie of deze tijdgenooten eigenlijk zijn.

De eerste der bedoelde tijdgenooten is Amrafel, de koning van Sinear. Schrader heeft hem geïdentificeerd met Hammurabi van Babel, den zesden koning van de z.g. Amurru-dynastie, welke voor het eerst Babel tot hoofdstad des rijks maakte. Deze opvatting heeft bijzonder grooten bijval gevonden. Met recht is ze vanwege den ijver, waarmede ze voorgestaan werd, vergeleken met een dogma.5) Toch is ze dit geenszins.

In aansluiting aan de identificeering van Amrafel met Hammurabi, worden de andere koningen geïdentificeerd' met tijdgenooten van Hammurabi, Arioch van Ellasar met Rim-Sin of met Arad-Sln van Larsa; en Kedor-Laomer met Kudur-Mabug, den vader der broeders Rim-Sin en Arad-Sin. In Tideal wordt wel terecht den Hethietischen naam Dudhalia vermoed. Er zijn echter wel vijf koningen van dien naam in verschillende tijden bekend.

Toch zijn tegen deze identificeeringen vele bezwaren in te brengen. De gelijkstelling van de namen .4mrafel en Hammurabi is niet aannemelijk. De consonant, waarmede de naam van den koning van Sinear begint is, de velare, die overeenkomt met de Arabische Ha, zou dan in het Hebreeuwsch weergegeven zijn met de laryngale Aleph. Dit is zeer onwaarschijnlijk. De dubbele m in den naam

Hammurabi wijst op een andei-e woordstructuur, dan waarnaar de naam Amrafel gevormd is. Ook vinden we in den naam Hammurabi geen aequivalent voor de laatste letter van den naam Amrafel.

De gelijkstelling van Arioch met Rim-Sin of met Arad-Sin moet aangetoond worden via de Sumerische vormen dezer namen. Dit geeft den indruk van gekunsteldheid.

Het cenige vaste punt in de mededeelingen van Gen. 14:1 is, dat een koning van Elam de leiding ihad in den tocht naar het Westen en dat Elam gebied veroverd had bij de Doode Zee. Inderdaad had Elam omstreeks den tijd van Hammurabi groot© macht. De val van de Sumerische dynastie van Ur werd door Elams macht bewerkt en Ibi- Sin, de koning van Ur, werd naar Elam in gevangenschap gevoerd. Daarna kreeg Elam ook macht over Isin en Larsa. Het is echter Hammurabi, die zich tegen den wassenden invloed van Elam heeft verzet. De toen reeds eeuwenoude rivaliteit tusschen Babylonië en Elam — reeds Sargon van Akkad was „met de wapenen in Elam geweest" — werd door Hammurabi krachtig voortgezet.

Nu Ic in u5 poutlcLx, ccnsl-^iiq'" • Jüc '> f'-^n. 14 geteekend wordt, Amrafel van Sinear vazal van Elam. In de politieke constellatie, zooals ons die uit de oude spijkerschriftoorkonden bekend is, is Hammurabi van Babel vijand van Elam. Ook dit doet de vraag rijzen: is Amrafel van Sinear inderdaad wel Hammurabi van Babel?

Ook chronologisch zijn er moeilijkheden. Voor de oudere geschiedenis van Babylonië heeft men een steunpunt, ook van astronomischen aard, in een ominatekst, die den stand van Venus vermeldt op een tijdstip uit de regeering van Ammizadugd, den op één na laatsten koning uit Hammurabi's dynastie. De verschillende berekeningen, hierop gebaseerd, zijn echter lang niet eenstemmig. Kugjer stelde eerst den aanvang der regeermg van Hammurabi in 2123 v. Chr. Weidner dateert 168 jaar later.

En ten aanzien van Abraliam en ten aanzien van Hammurabi zijn er dus verschillende dateeringen. Ze kunnen zoodanig gecombineerd worden dat Abraham en Hammurabi tijdgenooten zijn, maar ook zoo, dat er eeuwen tusschen hun beider leven verloopen zijn.


1) Men zie voor de berekening Prof. C. v. Gelderen in „De Korte Verklaring" op I Kon. 16:23 en 22:52.

2) Leonard Woolley. Abraham, recent discoveries and hebrew origions. Londen, 1935.

3) Böhl, Tijdperk der Aartsvaders, pag. 13.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's