Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Honger . . . eten.

Ik verga van honger en laat ons eten. Liic. 15:17 en 23. Een bittere klacht.... en een vroolijk feestwoord!

Hooren die wel bij elkaar? Ja, want ze worden beluisterd uit eenzelfde gezinsverband, dat wel gehavend, maar niet losgescheurd is. De klacht is van den weggereisden zoon; en de noodiging tot den diach komt van den thuisgebleven vader. Ze waren door de zonde gescheiden, maar de roep van het bloed was ge« hoordi in het verre, vreemde land en werd gehoorzaamd; liefde bleef lokken en weVce wederkeer, met berouw en levensvemieuwing.

Herdersarmen gingen wijd open voor een afgedwaald schaap.

Die Herder is de hemelsdhe Vadef en Zijn zoekende kinderen roepen j, broeders".

De Kerk evangeliseert, ook bij^ zwijnentroggeu „tn ven-e landen", die missdiien dichtbij' blijken te liggen, in uw stad, in uw dorp.

Eens was die zoon heengetrokken, de wijde verleidelijke wereld in. Toen was hij weldoorvoed, keurig gekleed, en aan zijn gordel Mng een geldzak vol goud. Hij had het thuis best gehad; steeds overvloed!, nooit gebrek. Er was van alles, en hij] kreeg vaia alles. Maar dat laat liij achter. Hij is rijk met zijn uitbetaald erfdeel, hij wil eigen baas zijn, en eigen wegen gaan. Nu, hij heeft op zijn reizen óók geen gebrek geleden; dat hoefde niet; hij kon Ijetalen; hij leefde vroolijk en praditig, overdadig. Fijne maaltijden, keur van edele spijzen; schuimende bekers. Zijn leven was één feest. Zijn beurs was er goed voor, het kon er af, voor hem zelf en voor zijn genooden: pirettige vrienden, lachende vriendinnen, stralend wan schoonheid en jeugd. Het leven lokt; de vader is vèr; ook het vaderhuis; maar hij is nog niets tekort gekomen. Laat zijn saaie broer thuis maar ordelijk eten en de knechts commandeeren in bet grijze, eenvormige leven van-allen-dag-eender; hij houdt van smullen en snoeien, van fuiven en feesten, van lied en gezang, van vrienden en vrouwen, van dans en deining.

Hij kan nu eindelijk ademhalen, zwelgen in zijn vrijheid.

Doch spoedig werd alles anders: toen kwamen, nadat 't laatste goudstuk op was, de troostelooze gedachten en de troostelooze dagen: alles verteerd! Zijn goed! doorgebracht; de buidel leeg; en tot overmaat van ramp groote hongersnood! „in dit land"; hij begon gebrek te lijden; een burger heeft een baantje voor hem, maar welk een! Zwijnen hoeden, voor minder dan hongerioon. E enzaam is hij nu, de vrienden en de vriendinnen zijn wég; de leege buidel maakte sdieiding; niemand heeft medelijden; de zwijnen slobberen uit hun trog; hij, de vroeger deftige boerenzoon, is jaloersch op hun draf; hij' rekt zijn moe-gefeest, uitgemergeld, hongerig lichaam, hij' geeuwt van honger, hij schreeuwt van honger. Hij heeft niets meer. De knechts van mijn vader (ja, hij! heeft! nog een vader!) hebben overvloed van brood. Ik verga van honger!

Arm© jongen, waarom hebt ge uw geld uitgewogen voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan?

Die honger kwam op uit zijh lichaam. Of, moet ik zeggen: uit zijn ziel? Want aJs hij niet gezondigd had^ veel en lang, dan had hij' nu geen honger; want thuis bij Vader, daar was spijs; maar die heeft hij versmaad. Nu heeft hij er geen recht meer op, want hij heeft al zijn goed opgemaakt, doorgebracht. Zijn zonde staat als een muur tusschen den zwijnentrog en het vaderhuis.

Maar die zonde beweent hij nu met bittere tranen. Die wil hij gaan belijden aan zijn vader. Hij heeft honger, maar de Vader heeft spijs, en, als de zoon tot zichzelf komt, dan komt hij' ook tot den Vader. Wat zal hij geleden hebben onderweg: ik verga van honger!

Maar de Vader wachtte hem, was ook voor hem meer dan ooit vader, drukte hem aan zijn hart, vergaf zijn zonde, beval de knechten 't gemeste kalf te slachten; hij noodt den boetvaardigen, weergekeerden zoon: eet! en zij eten met hem, de vader en de knechten; hij eet wat hij in lang niet geproefd heeft, en maakt mee wat hij in lang niet heeft bijgewoond; feest, maaltijd, gezang, gerei; maar alles zoo anders dan op zijn reisfestijnen, zoo zuiver nu, zoo verheven, zoo rein, zoo echt!!

De Kerk is de moeder der geloovigen; en tevens heeft zij een taak namens den Vader uit de gelijkenis ten opzichte dergenen die van Hem en van haar wegtrokken, afvallig werden, de wereld kozen, de band met haar, met Hem doorsneden. Jongeren en ouderen die hun brief van scheiding vroegen, zich onttrokken, het vroolijike leven indartelden, terecht kwamen in een vergelegen land, ver van de Kerk. De Kerk wacht, waakt, roept; zij! heeft alles wat de wereld mist; want ach, de afvallige komt ten slotte, na al zijn vrijheid genoten te hebben, terecht in een land van hongersnood. zoo al niet voor zij'n lioha, am, dan toch voor zijn zid; en hij klaagt: ik verga van honger! De Kerk heeft brood, dat het arme hart kan voeden en verzadigen.

Als diehonger een ziel pijmigt en bij den zotidaaj- wekt: honger naar de gereöhtigheid, dan mag de Kerk in den naam van den hemelschen Vader aan dezulken prediken: tusschen uw honger en Gods spijs staat scheidend uw zonde; bekeert u, opdat ge niet eeuwig hongert; belij'd voor uw Vader: ik heb gezondigd; ik ben niet waard uw zoon genaamd te worden; keer weder tot het vaderhart en tot het vaderhuis.

Zalig, 'wie zoo hongeren en door de hand der zoekende, evangeliseerende kerk teruggeleid worden tot het broodhuis van Christus, waar de vreugd en het lied is over den zondaar die zictó bekeert, over den verloren zoon die gevonden werd; waar spijs is voor hongerigen en de blijde noodiging gehoord wordt: laat ons eten en vroolijk zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's