Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot in het diepst zijner ziel ontroerd.

In een onzer kerkelijke bladen stond het volgende:

Prof. de Bruin schrijft in „de Wekker" (Chr. Gerei Weekblad) dat hij tot in het diepst zijner ziel ontroerd werd to«n hij in een Ghr. Geief. Kerkbode las dat de kloof tussohen de Qhr. Geref. en de Geref. Kerken niet 200 groot is, dat overbrugging onmogelijk is. Eerder geloofde deze schrijver dat de verschillen tussfthen hen en oias niet zoo fundamenteel zijn, dat een gescheiden leven op den duur noodzakelijk moet worden geacht.

Tot in het diepst aijner ziel werd Prof. de Bruin ontroerd zoo iets te lezen, want zoo de verschillen niet fundamenteel zijn, dan wordt het Wijven staan vajnj de mannen van 1892 een dwaling geacht. Dan wordt het geloofswerk van Ds Wiss© en Van Lingen en ook van Prof. de Bruin in den grond getrapt.

Het is jammer, dat de roep onx eenheid zóó wordt gesmoord.

'kZou den emeritus Prof. de Bruin wel een woord van zijn oud-collega, den emeritus Professor Wisse in overweging willen geven.

Die schreef eenmaal, beantwoordend de vraag of vereeniging tegen het beginsel van 1834 was, dit:

„Zeer onwaar, 't Is juist andersom. De onvervalsohte vierendertiger. Vader Van Velzen, was sterk voor vereeniging met de „doleerenden".

Vader Vam. Velzen (hoort, hoort!) heeft in zijn brochure „De vereeniging van alle Gereformeerden tegenover den afval van het geloof in Nederland", O'P blz. 69, als volgt geschreven:

„W ie daarom thans hiet anet al ziJn vermogen de samenwerking tracht te bevorderen van de Christelij'ke Gereformeerde Kerk en de doleerende, handelt in strijd met al de vroegere Gereform.eerde Kerken in ons land; in strijd zelfs met de Acte van Afscheiding der eerst uitgeleide gemeente i'nj ons land; in strijd met de eerste Synode der Christelijlfce Gereform.eerde Kerk in 1836; en wat oneind i 'g meer zegt, h ij handelt in strijld met het Woord van Go d."

Dat zegt Van Velzen. Is die soms ook al een afvallige geweest? Broeders en zusters, zonen en doohteren der Sdheiding, vralt ge u nog laten toespreken door een van God gezalfden strijder der Scheiding? Hoort dan nog even, wat Van Velzen op diezelfde bladzijde zegt; zegt ook voor onze dagen nog niet geheel zonder 'beteekenis, n.l.: „Zouden zijl alleen hem voor broeders houden, die met hunne gevoelens, hunne gedachten, meenimgein en plannen instemmen; en hoe kunnen z ij! den zegen verwachten, den zegen en de inwoning des Hoeren, zoolang zijl voor 'de samenwerking der geloovigem omverschillig zij n? "

En onder deze samenwerking verstond Van Velzen, naar zijn eigen getuigenis ook: de vereeniging m'et de 'Zoogenaamde „doleerenden".

Pleitende voor de eenheid, zegt Vader Vam Velzen letterlijk aldus: „Deze eenheid houdt imi, dat 'geengeloovige, noch plaatselijlke vergaring van geloovigen (ik spatieer weder) zich op zichzelven mag houden, zonder zich dus met de overige plaatselijke vergaderingen levereen i g e n."

Wie heeft nu den moed, om te zeggen: Van Velzen dwaalt? Kom, wie is de eerste? Hebt gij dien moed? Maar beroep u dan niet meer op de vaders der Scheiding.

Ja maar die veronderstelde wedergeboort e dan en die verschrikkelijke leer van liet verbond en de beslissingen van 1905? De dwaalleer van het verbondsmethodisme, enz.?

Ook daarover heeft Prof. Wisse een woord:

Dwaalleer, Maar men zij voorzichtig. Iemand, die leert dat de uitverkoren mensohen vroeg worden wedergeboren, (dit ligt in de leer der veronderstelde wedergeboorte), zal ik geen ketter noemen. I k leer het niet; maar wie het wel leert, en dam leert, 'dat God, de Heilige Geest, het ecihter doet door Zijn onwederstaainbare kracht, wordt door mij niet als ketter gebrandmerkt. Als men de broeders en zusters van '34 één voor één eens onderzocht in de leer op de fijne puntjes, als: Sacramenten, Kerk, Genadeverbond enz., ik denlk, het onderzoek zou ndet al te best voor velen afloopen. Moogt ge dan direct een lichtvaardig oordeel over anderen vellen? Eh nog eens: is de oplossing dan: niet-vereenigen? Of: 'Zuiver 'houden en tucht oefenen?

Ja, Ds Wisse kon het soms mirakel best zeggen. En, terwijl we bovenstaande uitlatingen van Prof. de Bruin lezen, beleven we een wonderlijk ding. Er is n.l. een boek verschenen over die „leerstukken", waarover' de groote twisting tusschen Gereformeerden en Chr. Gereformeerden ontstond en bleef bestaan. Een boek, geschreven door een Hervormd-Gereformeerde. En zie: C h r i s t e 1 ij k - Gereformeerden en — laat ik maar zeggen — gewoon- Gereformeerden roemen het om strijd. Alleen Hugo Visscher bromt wat over Arminianisme en zoo.

Ja, Ds V. d. Vegt van Goes en Ds van Dijk van Groningen en Prof. v. d. Schuit van Apeldoorn vormen een harmonieus trio, zingend den lof van Ds Woelderink's „Het Doopsformulier".

'k Geloof, dat we het best eens kunnen zijn met Prof. H. H. Kuyper, die eenmaal schreef: „Er is in heel de kerkhistorie ons geen tweede voorbeeld bekend van een schisma, dat op zoo lichtvaardige gronden is geschied als de afscheiding van dit Christelijk Gereformeerde Kerkgenootschap van de Gereformeerde Kerken". („Heraut" van 4 April 1915.)

Dit is een echt broeder woord.

Want hoe dichter men bij elkaar staat, hoe nauwer de gemeenschap is, des te ernstiger is het als men zich

afscheurt en des te scherper moet men zoo'n afscheiding afkeuren.

Het „Kerkelijk Overzicht" uit hei Jaarboek.

Er is een beetje rumoer geweest over het Kerkelij Ic overzicht, dat van de hand van Prof. Schilder in het Jiiarboek is verschenen.

We nemen een artikel over uit „De Wachter", waarin Ds Rietberg daarvan iets vertelt:

Het is niet altijd gewoonte geweest, dat zulk een Overzicht in ons Jaarboek werd opgenomen, 't Is betrekkelijk slechts kort geleden, dat hiertoe werd overgegaan. Voorheen gaf Ds Rullmann deze overzichten, vorig jaar en dit jaar zijn ze van de hand van Prof. Schilder.

Nu is het schrijven van zulk een Overzicht zeker geen gemakkelijke zaak. Ieder heeft zijn eigen kijk op het gebeurde in ons kerkelijk leven. Dit zal ook uitkomen in zijn Overzicht, al doet hij ook zijn best hierin zoo objectief mogelijk te zijn.

Toen Ds Rullmann de Overzicht-schrijver was, hebben wij wel eens aanmerkingen moeten maken, omdat hij niet zuiver objectief de dingen weergaf. Terwijl anderen, die denzelfden kijk hadden als Ds Rullmann, diens Overzicht hoog roemden.

Nu treft het mij hoe ditmaal in sommige kerkelijke bladen gereageerd wordt op het Overzicht, dat Prof. Schilder geschreven heeft.

In „De Heraut" van 22 Januari schreef Prof. Dr H. H. Kuyper: „Prof. Schilder leverde ook ditmaal het kerkelijk overzicht, dat inderdaad een interessant en vrij volledig overaicht geeft van wat in het afgeloopen jaar in ons kerkelijk leven en wat daarmede samenhangt, is voorgevallen en daarom ook voor den toekomstigen geschiedschrijver van ons kerkelijk • leven waarde heeft, al heeft men daarbij wel in het oog te houden, dat vooral bij een beschrijving en beoordeeling van de histoire contemporaine (geschiedenis van nu) de subjectieve factor moeilijk geheel buiten te sluiten is".

Deze recensie eert zoowel Prof. Kuyper als Prof. Schilder.

Daarom valt het op, dat Ds Doornbos, die in „De Heraut" de rubriek „In en om de Gereformeerde Kerken" verzorgt, nu reeds 2 weken achter elkander hen citeert, die over het Overzicht anders oordeelen.

In „De Heraut" van 29 Jan. haalt hij eerst aan Ds Veldkamp van Sneek, die, volgens zijn schrijven „heimwee heeft naar de objectieve overzichten van wijlen Dr Rullmann". Zooals ik boven reeds liet uitkomen, heb ik aan dit heimwee van Ds Veldkamp geen deel. Dit kan echter verschil van smaak zijn. Minder mooi wordt het echter, als Ds Veldkamp schrijft: „Het spijt me te moeten zeggen, dat dit overzicht een leelijke vlek op dit jaarboek is. Het is hartelijk te hopen, dat dit zoo niet doorgaat, omdat anders aanschaffing van dit nuttige boekje niet kan worden aanbevolen". Dergelijke dingen zijn nooit gezegd door hen, die aanmerkingen hadden op de „Overzichten" van Dr Rullmann, waarnaar Ds Veldkamp zoo'n heimwee heeft.

In „De Heraut" van 5 Febr. citeert Ds Doornbos de hoogleeraren Grosheide en Hepp. Vooral de laatste is fel. Hij schrijft o.m.: „De uitgevers zouden het eens niet den tweeden redacteur kunnen probeeren. Wellicht brengt die het er beter af (Fijn voor Ds Meijster! R.). Of anders zouden ze het jaaroverzicht kunnen schrappen. Niets is altijd nog beter dan wat hier wordt opgedischt". Dit zijn bijzonder hoogstaande opmerkingen!! Prof. Hepp ontziet zich zelfs niet met een dreigement te komen en te zeggen: „Kan het niet anders, dan moeten we tot den vi'oegeren — overigens allerminst gewenschten — toestand terugkeeren, dat twee Jaarboeken naast elkander verschijnen".

'kHeb weinig hoop, dat een rustige overweging van wat Prof. Kuyper schreef Prof. Hepp in zijn waardeering van het Overzicht tot bekeeiing zal brengen!

Er zal wel nooit iemand gevonden worden, die een geheel objectief overzicht zal kunnen schrijven van een jaar, dat juist afliep, dat hij zelf meemaakte, en waarin hij zelf een werkzaam aandeel aan het kerkelijk leven gehad heeft. Dit zou zelfs Prof. Hepp niet kunnen! Ds Boeijinga stelt voor het jaaroverzicht door een paar menscheh te laten samenstellen. Dit zou misschien iets vóór hebben wat de objectiviteit aangaat, maar het Overzicht zou zoo dor en kleurloos worden, vrees ik, dat wij spoedig de verzuchting zouden slaken: „Geef mij maar weer geschilderde overzichten!"

Op de critiek van Prof. Hepp reageerde Ds Boeijinga als volgt:

In „Credo" bespreekt Prof. Hepp het pas verschenen jaarboek onzer kerken. Over het daarin door Prof. Schilder geboden jaar-overzicht zegt hij onder andere:

„Zelfs Ds Boe ij inga kon er het oog niet voor sluiten, dat de bewerker bij alle objectiviteit — ik zou liever zeggen: bij alle poging tot objectiviteit — een subjectieven kijk geeft. Hij voelt er daarom wel iets voor „dat dit jaar-overzicht in ons officieel jaarboek, dat een brok kerkgeschiedenis geeft en waaraan liefst zoo weinig mogelijk persoonlijke kleur moet zitten, zou worden saamgesteld onder redactie van verschillende jaarkijkers".

Deze gedachte heeft mijn sympathie."

De door mij gespatiëerde zin klinkt niet erg vriendelijk. Ik kan hem toch, zuiver, zoo parafraseeren: „Wie zou dat nu van dien man verwacht hebben? Hij ziet immers in Prof. Schilder nooit eenig verkeerd ding.

Ja, hij ziet ze wel eens, doch dan doet hij er haastig zijn oogen voor dicht. Doch ditmaal was Prof. Schilder's fout zóó in het oog loopend, dat het zelfs hem niet gelukte het oog er voor te sluiten".

Ik zou Prof. Hepp willen vragen: Hoe zou u het vinden als ik op eenzelfde wijze schreef: „Zelfs Prof. Hepp is er toe gekomen, weerlegde beschuldigingen te herroepen"?

U zult me een genoegen doen door mij niet, ook niet op deze bedekte manier, te gaan rubriceeren.

Er is geklaagd over een zekere factie-vorming in onze kerken. Doch helpt uw enkel zinnetje daaraan niet sterk mee?

Geloof me, ik ben niet in te deelen bij een bepaalde groep. Ik ben geen Schilderiaan, noch eenige andere -aan. Maar enkel en alleen: Gereformeerd.

Onpartijdig Gereformeerd. Ook in ons kerkblad bijvoorbeeld. U zult daar van mij geen hoogst eenzijdige persschouw vinden, van welke al bij voorbaat vast staat wie er w e 1 en nog meer wie er niet in aangehaald zullen worden.

Wie dat doet, vervalt in dezelfde „eenzijdigheid" als het jaar-overzicht van ons jaarboek en heeft daardoor mijn inziens het recht tot klagen al verbeurd.

Het zal een zegen zijn als eindelijk eens met het maken van groepen en facties en fracties wordt opgehouden.

Nemini me mancipavi — aan niemand heb ik mij verkocht — was een spreuk van Groen. Men zegge en doe hem dat na.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's