Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een waarheidsvraag ook nu nog.

IV.

Het is denkbaar, dat meer dan een lezer vraagt of het wel goed Is, in den tegenwoordigen üjd over de verschillen met Rome te handelen. Zij' kimnen zich dan beroepen op het feit, dat we elkander zoo noodig hebben tegenover den afval, die zich steeds uitbreidt.

Aan schrijver dezer artikelen wil bet voorkomen, dat 't kruisen der degens op 't punt van de waarheidsvraag tusschen Rome en ons in 't geheel geen afbreuk behoeft te doen aan 't bieden van onder^ lingen steun waar dat geboden en tO'elaatbaar is. Integendeel zal de verheldering van de kennis op dit punt juist ten gevolge hebben, dat meer inzicht wordt verkregen ten aanzien van de motieven, 'die er voor samenstrijden tegen het ongeloof zijn aan te voeren.

Alle verheldering van kennis werkt zuiverend voor de juiste beoordeeling en waardeering van elkanders inzichten en kan het besef van verantwoordelijidieid tegenover de groote vijanden van het Christendom, van het Christelijk geloof sterken. Wanneer er werkelijk veel anti-papisme zoo nu ea dan aan 't licht komt, is dat ongetwijfeld mee (Jaarvan het gevolg, dat vele menschen een te simpele maatstaf van beoordeeling tegenover Rome gebiruiken. Een meer indringende keiuiisname van het wezen van het Roomsoh-Katholicisme zal er zich wel voor wachten mee te zingen in het koor van het onnadenkend anti-papisme.

En omgekeerd zou het gevolg van een zuiverdere kennisname van het geloovig Protestantisme bij' de ïoomsoho christenen tot vrucht kunnen hebben, dat ook zij wat gematigder zouden gaan spreken en schrijven over het wezen en de doeleinden van het oorspronkelijk Protestantisme.

Maar nu is hier een groote moeilijkheid. Deze, dat roomsche christenen daarvan geen kennis mogen nemen en dit brengt mee, dat de groote meerderheid dier roomsche christenen ook zoo ongeveer niets verstaat van dat oorspronkelijke Protestantisme. Daardoor is er ook anti-protestantisme. We bezigen dat woord zoo niet, maar dat het onder de roomsche christenen gevonden wordt IS evenzeer waar, als er onder de niet-roomsche hevolking anti-papisme wordt aangetroffen. In dit opzicht hebben roomsche en protestantsche christenen elkaar niets te verwijten.

JUist om dat nu weg te werken is het zoo goed, dat de waarheidsvraag open en eerlijk wordt behandeld, ook nu nog.

Het is een merkwaardig verschijhsel, dat het confessioneel Protestantisme en vooral het calviiHsme zich als regel er van onthoudt een scherp en onnadenkend oordeel over het Roomsch-Kathohcisme uit te spreken, al is het naar de meening •^'an schrijver dezer artikelen daarom nog niet ^'aar, dat, zooals sommigen meenen, de vraag wer de Paapsche Mis wel uit onzen catechismus ^ Worden verwijderd. Èn dat wel daarom niet. omdat we in die vraag met haar antwoord te doen hebben met een belangrijk stuk der waarheidsvraag.

Als de roomsdie christenen algemeen in dezen zin rustig werden onderwezen, dat Maarten Luther wel een felle bestrijder van de Kerk is geweest, doch niettemin door zijn optreden heeft getoond, dat de waarheid hem boven alles ging, dat hij naar het oordeel der Kerk wel heeft gedwaald, maar er zelf van overtuigd was om Gods wil niet anders te kimnen en te mogen, dat er voor de Roomsche Kerk ook veel zegen uit de Reformatie is voortgekomen en dat het geloovig Protestantisme nog iets tot Rome heeft te zeggen, dan zou daarmee reeds veel gewonnen zijü. Maar wanneer er over Luther en Calvijn geschreven en gesproken wordt op een wijze ais veelal wordt gedaan, dan kweekt dat, ondanks den schij'n van rechtvaardige behandeling dier mensclhen toch een verkeerden geest tegenover Rome. Wijl zijn niet gediend van bittere woorden over Luther, Calvijh en het Protestantisme in het algemeen, maar evenmin van een goedige vriendelijkheid en een toegevende mildlieid van beoordeeling, die lüt de hoogte van de Roomsche zelfverzekerdheid nederbuigend en lief-glim!achtend wordt oangeboden.

Wij, maar ook de roomsche christenen moeten het weten, dat het in de geestelijike arena niet om kleini^eden gaat, doch om niets minder dan om de waarheid.

Wie in 't Zuiden woont en alle dagen kennis maakt met een bevolking, die haar gemeenschapszin inzake het gewone leven waarlijik niet beperkt tot de roomsche geloofsgenooten, heeft er werk mee om altijd maar weer de waarheidsvraag te istellen. En het is dat dan ook alleeUj dat er hem toe brengt, op zich zelf te blijlven met hen, die evenals hij van dezelfde geloofsovertuiging zijn. Het is, omdat hij er diep van doordrongen is, dat bij' al het goede en schoone, dat de roomsche samenleving heeft en dat ook in verband staat met de roomsche overtuiging, Rome toch tegen de eenvoudige waarheid der Heilige Schrift ingaat. In een roomsch geschrift over de wereldbeschouwing van het Katholicisme wordt ergens met eenigen nadruk verzekerd^ dat de roomsche wereldbeschouwing over werkelijkheden handelt. Haar kenmerk is dan bovenal werkelijikheidszin. Nu is werkelijkheidszin een van de subjectieve vereischten voor de waarheidskennis. Maar de werkelijkheidszin is een van de subjectieve zlelsgesteldheden, die op beslissende oogenblikken vaak terugdeinst en dan een zwaai neemt.

Van Maarten I^uther wordt nu ook juist die werkelijkheidszin geroemd en geprezen. En dat is het rigoristische karakter van de werkelijkheidszin van Maarten Luther, dat hij' niet omboog en geen toevlucht zocht in een menschbeschouwing, die deze werkelijkheid trachtte te bedekken.

Het is niet het minst de beschouwing over den mensch, voor en na den val, die Rome en het geloovig Protestantisme van elkander scheidt.

Uit die menschbeschouwing volgt ook een geheel verschillende opvatting over de natuurlijke samenleving en het cultuurideaal.

Maarten Luther en Calvij'n en in navolging van hen de geloovige Protestanten, zijn op grond van de werkelijkheid en van Gods Woord, dat de verklaring van die werkelijkheid biedt, van overtuiging, dat de roomsche voorstelling van het wezen van den mensch, voor en na den zondeval, niet waar is. De roomsche propaganda moge spreken van een pessimistische beschouwing over den mensch bij Luther en Calvijn, wat zij dan meent terug te vinden in de levensopvatting bij de protestanten en vooral bij de calvinisten, daartegenover staat, dat wij van onze zijde bij Rome moeten aanwijzen een ongegrond optimisme. Wij zijn er daarbij van verzekerd, dat wij met onze beschöuwing staan op den bodem der werkelijkJieid, en dat daartegenover Rome met haar optimisme niet diep genoeg het bederf der zonde in mensch en imenschelijke samenleving peilt. En dat is dan voor ons des te merkwaardiger, naarmate we bij! roomsche schrijvers, zooals bijv. bij Dr Klug in zijn „Tiefen der Seele", een beschrijving aantreffen van wat er oj> den bodem van het menschelijke hart Ugt, zooals deze sterke auteur het doet.

Dat is ook de reden waaroim wij' het niet kunnen verklaren, dat de roomsche menschbeschouwing nog altijd vasthoudt aan de leer van den vrijen wil. We kunnen die vasthoudendheid alleen verstaan, als we de oorzaak daarvan zoeken ia een heilsbeschouwing en in ©en cultuurideaal^ waarin om dogmatische redenen de factor van den vrijen wil niet gemist worden kan.

Telkens blijkt het weer, dat de leer van den vrijen wil tusschen Rome en ons nog altijd een pxmt van verschil is.

En uit dat verschil vloeit ook nu nog voort, dat we in leer- en levensopvatting een eigen weg gaan en moeten gaan.

Hier is een waarheidsvraag, die steeds weer bij vernieuwing in discussie komt en wier b& antwoording in verband met en in verschil van elkanders standpunt alüjd opnieuw noodzakelijk is. Voor ons misschien meer dan voor Rome, omdat wij toelaten de bestudeering van dit vraagstuk en Rome alle onderrichting van uit ons gezichtspunt angstvallig weert.

De stroom van roomsche propagandalectuur bereikt de protestanten heel gemakkelijk, waartegenover staat dat de roomsche cliristenen, vooral in overwegend roomsche streken, van de zuivere geloovig-protestantsche lectuur zoo goed als nimmer iets in handen krijgen.

Voor een billijke beoordeeling van elkaar is het geboden, dat deze kennis aanwezig zij' omtrent die tweeërlei menschbeschouwing.

En omdat het onze overtuiging is, dat de roomsche waarheid over den mensch en den weg des heils voor den mensch niet in overeenstemming zijn met de Heilige Schrift is schrijver dezer artikelen van meening, dat er werk van moet worden gemaakt ook de roomsche bevolking in Nederland zooveel mogelijk in aanraking te brengen met de waarheid in dezen. Wij zijn dat als pelgrims op den levensweg aan elkaar verplicht. En het kan een bewijs zijn van oprechte liefde voor elkander. Ook zal het vanzelf er toe bij'dragen, dat alle onwaardige en liefdelooze beoordeeling van elkander meer en meer wordt teruggedrongen. Tevens kan het 't inzicht verhelderen, dat wij met Rome hebben stand te houden tegen de vloedgolf van het ongeloof in zijn velerlei vormen.

Deze artikelen bedoelen er toe aan te sporen, dat ernstig kennisgenomen wordt van de roomsclie propaganda en daartegenover worde gesteld een waarheidspropaganda van onze zijde in den geest der liefde en met het hooge doel alleen de waarheid te dienen. De waarheid zal U vrij maken.

Afzonderlijk volgt later een bespreking van het merkwaardige boek van Jacques Maritain over: „Naar een nieuwe Christenheid'', dat dan een bewijs kan leveren van de noodzakelijkheid van dezen oproep'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's