Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELUKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELUKE SCHETSEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Kuyper's lün.

IX.

Sauvereinlteit in eigen wetskring.

Een van de meest bekende kenmerken van de wijsbegeerte" der wetsidee is, dat zij met sterke overtuiging naar voren schuift de 1 e e'r d er w e t s- kringen.

Wat die leer inlioudt kan misschien het eenvoudigst gedemonstreerd worden door te letten op •den door God geschapen mensch.

In een mensch — iedereen weet dat en doet dat — kunnen wij n.l. allerlei „leven", allerlei „levensuitingen" onderscheiden. We vinden in hem het „gevoelsleven", het „denkleven", het „aesthetisch leven", het „zedelijk leven", het „geloofsleven", het „biotisch leven" (d.w.z. het leven van eten, drinken, voortplanting) enz.

Behalve deze „levensuitingen" kunnen we nog andere „zijden" aan den mensch ontdekken. De •mensch heeft immers ook een stoffelijk bestaan : hij kan gewogen worden. Hij neemt r u i rate in: hij is een rui ra te-figuur. We kunnen ook aan hem tellen: hij is één individueel wezen, heeft twéé oogen enz.

Al deze soorten van „leven", al deze „zijden" van zijn bestaan nu zijn door God aan bepaalde wetten onderworpen. Overeenkomstig die wetten moeten die verschillende „levensuiüngen", die onderscheidene „zijden" function e eren. Voor iedere „zijde" is een aparte wettengroep gegeven, waaraan die „zijde", die „levensuiüng" onderworpen is. We spreken dan ook van: getalswetten, natuurwetten, schoonheidswetten, denkwetten, zedelijke wetten, wetten voor het leven des geloofs enz.

Deze verscliillende „levensuitingen", deze „zijden" van Gods geschapen wezens, met de voor iedere „zijde" geldende wetten, noemt dte wijsbegeerte der wetsidee: de wetskringen. Zoo. is er een wetskring van het denken, het zedelijke leven, het geloofsleven enz. En we kunnen nu zeggen, dat b.v. een mensdi een functie heeft, of fungeer t in den wetskring van bet denken, de zedelijkheid, het geloof. Korter gezegd: de mensch heeft een denkfunctie, een zedelijke functie, een geloofsfunctie enz.

Die verscliillende wetskringen nu zijn niet tot elkaar te herleiden, niet in elkaar op te smelten. Zeker zijn ze op allerlei manier aan elkaar verbonden en met elkaar vervlocliten. Maal" ten slotte zijn ze naar hun diepste kern onderling onherleidbaar. Denken is nu eenmaal wat anders dan voelen. En zedelijk leven is principieel wat anders dan geloofsleven. Die onderlinge onherleidbaarheid 'der wetskringen n"u drukt de wijsbegeerte der wetsidee uit door er van te spreken, dat de wetskringen souverein zijn in eigen kring. Er is d'us een souvereiniteit in 'eigen wetskring.«5)

Wanneer we nu alleen op het woord afgaan, dan kunnen we deze souvereiniteit in eigen w e t s- kring in Kuyper's machtig oeuvre niet vinden. Maar — we mogen niet bij woorden blijven staan, we moeten tot de zaken doordringen. En gaan we daartoe over, dan zullen we verrassende ontdekkingen doen.

We willen tot dat doordringen in de zaken een poging wagen.

Een van de machtigste beginselen, door Dr Kuyper er dan ook het diepst in de harten der broederen ingeslagen, is dit beginsel, dat er is en moet zijn in deze wereld een „souvereiniteit in eigen kring". In de wonder-mooie openingsrede 'der Vrije Universiteit heeft hij dat „oredo" m al zijn rijkdom ontwikkeld.

Deze „souvereiniteit in eigen kring" is een beginsel, dat heerschen moet bij den opbouw van de verschillende „levenskringen" (dit woord is van Dr Kuyper) der menschelijke samenleving. Kerk, staat, school, universiteit, gezin, bedïijf enz. hebben een eigen leve n, een 'eigen taak, en dus een eigen terrein. Ze zijn aan eigensoortige wetten onderworpen en mogen tot geen p'rijs in eikaars werkingssfeer indringen. De overheid in den staat mag zich niet bemoeien met de interne zaken van gezin, kerk, wetenschap enz. En wat van de overheid geldt, geldt voor iederen kring ten aanzien van alle overige kringen. Ald-us hebben de levenskringen een souvereiniteit in eigen kring, hun door God zelf krachtens scheppingsordinantie gegeven. - Ze liggen in deze wereld naast elkander en mogen elkaar niet verdringen of overwoekeren. En zoo naast elkander liggend, slaan ze alle o n d e r de Souvereiniteit Gods. Deze souvereiniteit in eigen kring betreft dus wat we wel eens noemen de samenlevingsverbanden, de raenschelijke gemeenschappen, die er naar den Goddelijken Schepperswil in de wereld van deze bedeeling moeten zijn. «*)

Wie nu zou meenen, dat hiermee in hoofdzaak alles van de „souvereiniteit in eigen kring", zooals die door Dr Kuyper is gezien en gepropageerd, is gezegd, zou alleen bewijzen, dat hij in Kuyper's gedachten ten aanzien van deze machtige werke^ lijkheid niet is doorgedrongen.

Zeker, Kuyper kent de souvereiniteit in eigen kring vóór alles toe aan de „levenskringen", de „samenlevings-verbanden" onder de menschen. Maar daaraan niet alleen!

We lezen, juist in zijn hoofdwerk over deze materie: „Zoo is er een gebied der natuur (!), waarin de Souverein op stof door kracht werkt naar vaste wet... Een gebied des denkens(!), waarop geen andere wet dan die der logica mag heersschen... Een gebied eindelijk des geloofs (!), bmnen welks oratrek alleen de persoon zelf Souverein is, die in het diepst zijns wezens door dat

geloof zich wijdt." < '') En die natuur, dat denken en dat geloof worden door Kuyper nadrukkelijk „kringen" genoemd en ze hebben ook een in eigen kring geldende souvereiniteit. Ja, de geloofssouvereiniteit wordt door Kuyper genoemd „de diepste spil waar alle Souveremiteit in eigen kring op rust." 66)

Hier gaat het niet meer over levenskringen in den zin van menschelijke gemeenschapsverbanden met een eigen aard en taak en terrein, maar over bepaalde functiën van den mensch, als denken en gelooven; ja zelfs over de „natuur"! En de „souvereiniteit in eigen kring" geldt ook daèr!

Wanneer dus de wijsbegeerte der wetsidee met het begrip „souvereiniteit in eigen kring" ook opereert ten aanzien van de verschillende menschelijke functiën en zelfs bij de natuur-zij den der geschapen werkelijkheid, dan doet ze niets, dan navolgen wat Kuyper haar voordeed.

Een paar maal noemde ik reeds het woord «functiën". Het is een woord van groote beteekenis in de wijsbegeerte der wetsidee, gelijk reeds genoegzaam bleek. Welnu ook dit woord is weer ontleend aan Kuyper's gedachtenwereld. Hij sprak, doelend op gevoel, denkleven, ethisch, aesthetiscli en geloofs-leven, als van „levensfunctiën". Het menschelijk leven, zoo betoogde hij, gedijt eerst dan in hoogere harmonie, als de ontwikkeling van deze levensfunctiën een evenredige }S-°') En met name noemde hij het geloof „de hoogere levensfunctie, die tot onze menschelijke natuur behoort." 68)

Wanneer we nu zien, dat Dr Kuyper „de souyereiniteit in eigen kring" van kracht acht óók ^ de „natuur" en de „levensfunctiën" van den ttiensch; en we houden dan vast, dat, naar Kuy- '^^'IJ^ ï'otsvaste overtuiging, alle geschapen leven ^nder eigen, dat leven in aard en bestaan en wer^ ^ng bepalende, wetten is gesteld; ja, dat de eigen- «ardigheid van dat leven juist door die vani God

gegeven en gehandhaafde wetten is bepaald en wordt bewaard — dan mogen we, blijvend in Kuyper's eigen gedachtenlijn, rustig beweren, dat deze souvereiniteit in eigen kring vanzelf moet leiden tot het aanvaarden van een souverelniteiC in eigen wets kring. Dat wil dan zeggen: een eigenso ortighei d en onderlinge onherleidbaarheid van die „natuur" en die „levensfunctiën" MET de watten, die die „natuur" en die „levensfunctiën" beheerschen.

Wetten en het door die wetten beheersdhte leven, passen immers op elkaar als de stempel op de medaille, die met dien stempel geslagen werd.

Maar met het bovenstaande is omtrent dit punt nog niet alles gezegd.

Nog op andere wijze moeten we tot het resultaat komen, dat Kuyper de souvereiniteit in eigen wetskring met groote klaarheid heeft gezien en geleerd.

Wanneer we hooren van het feit, dat kerk, staat, gezin, universiteit enz. souverein zijn in eigen kring, dan moet bij ieder de vraag rijzen: waarom zijn ze dat? Een dergelijke souvereiniteit kan toch maar niet willekeurig door menschen worden geponeerd!

Natuurlijk heeft ook Dr Kuyper deze vraag gesteld en beantwoord.

Dit antwoord vernemen ^we reeds, als we hem over die souvereine kringen hooren spreken als over levens kringen of ook levenssferen — woorden door hem voortdurend gebezigd. Maar nog duidelijker wordt het antwoord, als Kuyper ons komt zeggen, dat in die levenskringen, die zich naar eisch van Gods ordinantie vormen, die „m het wezen der dingen gegrond en dus van God geschapen" zijn, een eigensoortig „leven", een be^ paalde „1 e v e n s u i t i n g" wordt gevonden, In eiken kring „openbaart" zich een bepaald „leven". We vinden er in: „levensuitingen" der „maatschappij." 65) Er zijn „organen", „organisatiën", waarin

dit maatschappelijk „leven" zidr „uit". Dit zijn alle uitspraken van Kuyper zelf.

Kuyper verduidelijkt zijn bedoeling als hij er op wijst, dat de wetenschap, beoefend in de univerisiteit, „niets anders is dan de aanwending van het ons ingeschapen onderzoekings- en denkvermogen op den kosmos, en de kunst niet anders dan d© natuurlijke productiviteit van ons verbeeldingsleven." Een kerk is er, „wijl het God behaagd heelt den mensch behoefte aan godsvrucht en aanbidding in te scheppen."

De eigensoortigheid der souvereine kringen leidt dus tot het aannemen van de eigensoortigheid van het daarin werkende „leven"; of — anders gezegd — van de daarin zidh roerendte „lev ens ui tin gen". Ja, eigenlijk is het zelfs omgekeerd: omdat er in die kringen van kerk', staat, wetenscliap, kunst enz. een eigen levens'uiling van den mensch gevonden wordt, die daarin domineert en die eigensoortig en dus niet herleidbaar is tot andere levensuitingen — daarom zijn ze souverein t.o.v. elkaar. Die souvereiniteit rust op de eigensoorügheid van het in de kringen werkende leven.

Maar dit eigensoortige „leven" is weer gebonden aan bepaalde, door God daarvoor gestelde wetten. Het ééne (het eigensoortige „leven") is absoluut onbestaanbaar zonder het andere (de eigensoortige wetten).

En zoo komen we ook op deze wijze tot de conclusie, dat Dr Kuyper reeds de idee van souvereine wetskringen (kringen van eigensoortige wetten m è t het door die wetten bepaalde en beheerschte eigensoortige leven) heeft gegrepen.

En de wijsbegeerte der wetsidee — zij had alleen die idee over te nemen en uit te werken naar streng wetenschappelijke methode, rekening houdend met den stand van het huidige wijsgeerige en vakwetenschappelijke onderzoek, om aldus ook deze door en door Schriftuurlijke visie (om een geliefkoosde uitdrukking van Kuyper zelf te bezigen) „aan te passen aan het moderne bewustzijn." Natuurlijk met meedoogenlooze handhaving van de ééne albeheerschende antithese.


63) Zie: Dr H. Dooyeweerd, De Leer der Wetsidee, II, p. 1—.358; Dr D. H. Th. Vollenhoven, Het Catrinisffle'êhz., p. 25 v.v.; Ds J. M. Spier, Inleiding, p, 38 v.v.

64) Voor een meer volledige uiteenzetting van Kuyper s beschouwingen in dezen moge ik verwijzen naar het artike • „Souvereiniteit in eigen Kring" in het „Dr A. Kuyper Werdenkingsnummer" van „De Reformatie", 18de Jaargangi 29 Oct. 1935, No. 5. Niet nader aangeduide citaten ia nei volgende zijn daar te vinden.

S Souvereiniteit in eigen kring; p. 11/12. ? y Wem, p. 15. fiR ™t Calvinisme 2, p. 135, 137.- ''*" E Voto, II, p. 296

69) Kuyper vat hier onder „maatschappij" samen alle „leven", dat „zijn impuls niet van den Staat ontvangt: t.w. het huisgezin, de Kerk, de plaatselijke gemeente, handel, nijverheid, wetenschap, kunst en wat dies meer zij". Ons Program i, p. 300.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELUKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's