Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nihilistische Revolutie.

II.

Rauschning heeft zijn boek als titel gegeven: De nihilistische Revolutie. De omwenteling die zich in Duitschland voltrokken heeft na de overname van de macht door de nationaal-socialisten wordt door dezen auteur gekenschetst met het woord „nihilisme".

Rusland is het geboorteland van het nihilisme in de practijk. In de vorige eeuw heeft een revolutionaire beweging onder dezen naam in Rusland en tot ver daar buiten veel van zich doen spreken. De nihilisten meenden dat de wereld, waarin zij verkeerden, toch niet voor verbetering vatbaar was en dat al de pogingen om andere toestanden te scheppen door wijziging van de maatschappelijke verhoudingen tenslotte weer tot mislukldng gedoemd waren. Zij streefden er daarom naar, heel de bestaande maatschappelijke en staatkundige orde zoo radicaal mogelijk te vernietigen. De nihilisten kwamen tot een vaste organisatie en pleegden vele aanslagen op den Czaar en andere grootwaardigheidsbekleeders Op eigen geheime drukkerijen werden geregeld vlugschriften en pamfletten gedrukt, die dan onder het volk verspreid werden en overal binnengesmokkeld werden. Deze geschriften waren alle gesteld in een feilen toon en getuigden van groeten haat tegen het regeerbeleid.

De regcering trad met de uiterste strengheid tegen deze menschen op en het gevolg ervan was, dat velen de wijk moesten nemen naar het buitenland. De bolsjewiki, die na den val van het Czaristisch regime in Rusland aan de macht konden komen, hebben in de practijk van hun optreden veel overeenkomst met deze nihilisten uit de vorige eeuw. Het is typeerend dat Rauschning een naam, aan een oorspronkelijk Russische beweging ontleend, toepast op de door de Nazi's bewerkte omwenteling. Rauschning legt er in de toekenning van dien naam reeds den nadruk op, dat de actie der Sovjets in Rusland en die der Nazi's in Duitschland in den diepsten grond volkomen parallel loopen en dat het dus niets behoeft te verwonderen, dat deze' machten, die elkaar jarenlang met alle beschikbare middelen wilden bestrijden, op zekeren dag, elkaar nog eens zouden vinden.

De schrijver geeft een hreede uiteenzetting van de methoden van het nationaal-socialisme om te komen tot de radicale vernietiging van het vigeerende staatsbestel in Duitschland.

„Alle reusachtige organisaties van het nationaalsocialistisch systeem", zoo betoogt Rauschning, deels vóór, deels na 1934 ontstaan, die het volksbestaan tot in zijn fijnste en intiemste vertakkingen beheerschen, zijn technische hulpmiddelen in den strijd om de macht. Het zijh geen nieuwe lichamen, die zichzelf besturen, het zijn geen corporaties, geen voor het geheel noodzakelijke organen van staat of maatschappij, het zijn louter technische hulpmiddelen in dienst van de maclit, van de propaganda, van de spionnage, van het terrorisme; het zijn werktuigen om de stemming onder het volk te beïnvloeden, maar nooit organen voor het kweeken van zelfstandige persoonlijkheden. Deze werktuigen kennen maar één richling: van boven naar beneden; van het centrale punt naar de afzonderlijke gezinnen." (pag. 47).

Rauschning Iaat niets onbeproefd om bewijzen voor deze stelling bij te brengen en om de werking van het gansche systeem duidelijk te maken.

Toen de „elite" via de partij tenslotte de begeerde macht kreeg, gevoelde men aanstonds groote behoefte om deze macht zoo goed mogelijk voor de toekomst te waarborgen. Vandaar de nieuwe organisatie, die alles en allen omvatten moest. Al wat er aan vereenigingen en organisaties bestond moest worden gelijkgeschakeld, hoe onschuldig en vredig het optreden van deze organisaties ook zijn mocht. Het streven zat van den aanvang af voor, om lederen burger bij lederen stap dien hij deed met de partij in aanraking te brengen. Het persoonlijk initiatief moest verdwijnen; de partij-instanties namen de controle en de zorg over alles en nog wat op zich.

Een gevaar bij een dergelijken opzet is echterj dat de partij-functionarissen op hun gebied een groote mate van zelfstandigheid krijgen en wel eens een bedreiging kunnen vormen voor de heerschende groep. Om aan dit gevaar zooveel mogelijk te ontkomen, worden de diverse organisaties gedurig hervormd; afzetten en verplaatsen van de functionarissen is aan de orde van den dag.

Daarnaast beschikken de machthebbers over een groot aantal met zorg gekozen en beproefde middelen, die weer als hulp bij de machtsoefening gebruikt .kunnen worden. Men denke slechts aan de concentratiekampen, aan het schrikbewind der politie, aan de methoden van de geheime politie^ aan de iniddelen om schrik aan te jagen om een algemeenen angsttoestand te scheppen en om zelfstandige karakters te breken. Wij behoeven daarover nu niet afzonderlijk te gaan spreken. In de laatste jaren is er wel zooveel over al dergelijke methoden aan het licht gekomen en in de couranten ons voorgelegd, dat men zonder moeite zich over de doelmatigheid van één en ander met betrekking tot de bewaring van de machtspositie een voorstelling kan vormen.

Rauschning wijst er op, hoe de doorvoering van dit systeem van gelijkschakeling tenslotte alle verhoudingen op ieder gebied aantast. „Het resultaat van deze zes jaar is een zoo volkomen verval van alle normen en zoogenaamde normen, dat er tenslotte geen enkele kracht meer zal resten, die nog een hoogeren vorm van ordening zou kunnen waarborgen. Dit verval laat zich niet alleen gelden in de verhouding der menschen tot het nationaalsocialisme en ook niet uitsluitend in de kringen der nationaal-socialistische regeerders, maar het treedt overal op.

Als men de dingen hun gang laat gaan, dan zal er een totaal uitgeput, ongeloovig, sceptisch, verbrokkeld volk overblijven, dat voor afzienbaren tijd tot geen energie-ontplooiing meer in staat zal zijn." (pag. 98).

Het is een akelig visioen, dat Rauschning ons schildert van de positie van het Duitsohe volk. Dit volk wordt geringeloord door ambtenaren van de partij, geknecht, gekweld, tot slavernij gebracht. Het wordt op een zeer speciale manier voorgelicht over de ontwikkeling van den toestand. Het komt overal met de macht van de partij in aanraking. „Wie Duitschland kent, weet, dat dit volk tegenwoordig niet eens meer aan zijn eigen wilskracht gelooft, zoo diep is het in de jaren van de slavernij gezonken." (pag. 100).

En de „élite", de leiders, die al het mogelijke doen om de macht te behouden? Wat valt er van hen nog te zeggen? Is er kans op, dat er nog eens gedachten tot heerschappij komen in die kringen, die waarborgen met zich brengen^ dat er een blijvende verandering kan uitreden? Rauschning is er van overtuigd dat dit niet hét geval is. De élite kan zich slechts handhaven doordat zij het revolutionaire proces steeds aan den gang houdt; terwijl zij zich inspant om aan de macht te blijven, moet zij de oude orde in de gemeenschap tot ontbinding doen overgaan. „En als de orde in het binnenland volkomen gesloopt is, dan zal zij het oog richten op het buitenland, om ook daar de bestaande orde omver te werpen". Wij hebben er reeds op gewezen over welk een

, 48 enorm apparaat de nationaal-socialistische partij beschikt om de leidende positie zoo veilig mogelijk te stellen. Rauschning vestigt er daarnaast de aandacht op, dat karakterloosheid de grootste prestatie van 'het naüonaal-socialisme is. Tot dusver was het bij de bespreking van een nieuwe strooming of partij altoos gebruikelijk dat men deze beoordeelen kon aan de hand van de officiëele verklaringen en manifesten die gepubliceerd werden. Het gesproken woord van dezen of genen „leider" kon verwaarloosd worden, maar op de officiëele getuigenissen kon men zich tot het o ogen­

blik dat ze duidelijk herroepen werden, beroepen. Volgens Rauschning is dat bij de Nazi-partij in Duitschland niet meer mogelijk. Manifesten, besluiten, programs worden gerekend tot de hulph middelen van den dag. Hieraan kan verder geen waard© worden toegekend. De schrijver deelt mede, dat hij eens een onderhoud met Hitler had over de kwestie-Danzig, lang voordat deze kwestie in het brandpunt der belangstelling stond. Hitler sprak toen over de waarde van verdragen. „De Führer was bereid alles te onderteekenen, alle grenzen te garandeeren en niet-aanvalsverdragen te sluiten met jan-en-alle-man. Het was naief om zich niet van zulke middelen te bedienen, omdat men eens die plechtige beloften weer moest breken, want ieder verdrag was vroeger of later gebroken of niet gehouden; wie zoo kitteloorig was, dat hij zich eerst zorgvuldig moest afvragen, of - hij ieder verdrag ook onder alle omstandigheden gestand zou kunnen doen, was een idioot. Waarom zou men anderen niet het plezier doen en het zichzelf gemakkelijker maken, door een pact te ondei'teekenen, als die anderen meenden dat zij daarmede iets hadden gekregen en geregeld? Hij, Hitler, kon met ©en goed geweten vandaag een verdrag sluiten om morgen ijskoud bereid te zijn het te breken, als de toekomst van het Duitsche volk dat noodzakelijk maakte", (pag. 236).

Hiermee is dus duidelijk gemaakt, dat de partij niet beoordeeld kan worden naar haar officiëele program of iets dergelijks, maar enkel naar haalr optreden, haar tactiek! En deze handelwijze bestempelt Rauschning als nihilistisch, als een „verval van alle waarden".

Van het Bolsjewisme werd jaren geleden al gezegd', dat alle daden beschouwd moesten worden als „Mittel zum Zweck". Hoe vroom, hoe onschuldig deze partij zich ook mocht voordoen, al haar gedragingen moesten gezien worden in het licht van de komende wereldrevolutie. Wij herinneren hier ook aan het woord van Lenin: „Wij zullen op bepaalde momenten twee schreden achteruit moeten gaan om straks één stap voorwaarts te kunnen doen". Lenin — de nihilist van vroeger!

Naar de uitlatingen van Hermann Rauschning te oordeelen kan van het nationaal-socialisme moei-lijk iets anders gezegd worden. Alles kan benut worden om het doel te bereiken: de veiligheid van de machtspositie en de vermeerdering van de macht! Alles is: Mittel zum Zweck: verdragen en garanties en al wat daarbij hoort! Nu eens zal dit en dan weer dat aangewend worden om het gewenschte doel te bereiken.

Hitler — de nihilist van nu!?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's