Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Duitsche Kerkstrijd.

Martin Niemöller, De laatste 28 preeken, uitgesprolcen in de jaren 1936 en 1937 te Berlijn- Dahlem. Uit het Duitsch vertaald onder leiding van Ds A. G. Barkey Wolf van 's-Gravenhage. — Uitgave van D. A. Daamen's Uitgevers Mij. N.V. te 's-Gravenhage.

I.

Is er wel een kerkstrijd in Duitschland? Zoo werd een tweetal jaren geleden nog door vele menschen gevraagd. Moeten we, zOiO zeiden zij, de wrijvingen, die in Duitschland tussclien de regeering en de kerk voorkomen, niet beschou-

wen als van zeer ondergeschikLe waarde? Sommigen waren dan geneigd te denken aan de onervarenheid van liet nieuwe regime als verwekster van de wrijvingen, anderen geloofden, dat het conservatisme van de kerk de schuldige was, weer anderen meenden, dat de kerk een toevluchtsoord geworden was van ontevreden polilici, die den godsdienst wilden gebrxiiken tot het ontstaan van verzethaarden tegen het nieuwe regime en nog anderen waren de gedachte toegedaan, dat er slechts sprake kon zijn van twisten in de kerk, waar de naüonaal-socialistische overheden zich veel liever buiten hielden en waarin zij dies, als zij het nog dfeden, slechts zeer tegen hun zin ingrepen.

Heden ten dage zullen maar weinigen de vraag van liierboven nog stellen. Men is nu door de bank wel overtuigd, dat er in Duitschland een kerkstrijd is, dat in Duitschland de kerk vecht om haar bestaan tegen een oppermachtige overheid, die haar bedreigt, dat, indien God het niet verhoede, in het land, waai" eens Lutlieir in werkte, de kerk nauwelijks nog een plaats heeft voor het hol van haar voet.

Hoe we het verklaren moeten, dat zoovelen zoo langen tijd niet hebben ingezien, en dat nog altijd sommigen het niet inzien, dat ia Duitschland de kerk voor haar leven vecht en vocht? Daartoe hebben onderscheidene factoren meegewerkt, waarvan wel een der voornaamste is, dat de overheid haar maatregelen tegen de kerk zooi geraffineerd wist te camoufleeren. Ik heb mijn verzameling persknipsels nog eens nagelezen. Telkens kwam ik opmerkingen tegen als: „Deze maatregel is niet tegen de kerk bedoeld, maar..."

„Zekere rehgieus-fanaüeke leringen in de Evangelische kerken hebben ... Daartegen moesten maatregelen genomen worden... Die maatregelen zijn genomen met goedvinden van alle evangelische kerkregeeringen" ... (Uit het officiëele bericht van het Duitsche Nieuwsbureau, toen disciplinaire maatregelen werden genomen, omdat predikanten van de Belijdeniskerk badstonden uitgeschreven hadden voor den vrede in de dagen van het Sudetenduitsche conflict.)

Als de 17de verordening wordt uitgevaardigd ter uitvoering van de wet inzake de Duitsche Evangelische Kerk, dan wordt nadrukkelijk verklaard, dat deze verordening alleen bedoelt het wettig kerkelijk gezag te beschermen tegen de onwettig gevormde lichamen als de broederraden.

Ik zou meer kunnen aanhalen, maar het is wel genoeg. De maatregelen van den staat willen altijd de kerk beschermen. „De nationaal-sooialistische staat zal de kerk geen schade toebrengen. Maar hij kan geen „staatsvrije ruimten" dulden. Hiji is echter wel voor een positief Christendom. Maar waar hij niet aan een bepaalden godsdienst gebonden is, kan hij óp den duiir afzonderlijke godsdiensten niet bevoorrechten." (Kerrl, Minister voor kerkelijke zaken.)

Zou de Staat de kerk schade aandoen? Dan wijst het orgaan der S.S. op de vrijheid, die de kerk bezit om zielen te winnen, op het feit, dat er geen kerken en kloosters zijn gesloten, geen priesters of dominees zijn geëxecuteerd of gearresr teerd', omdat zij hun religieuze plichten vervulden, dat de klokken voor de kerkdiensten luiden, dat processies zijn toegestaan, dat de dienst bij de Hitlerjugend zoo geregeld is, dat er tijd overblijft voor kerkbezoek, dat de staat allerlei christelijke maatregelen genomen heeft (verbod! van pornografie, van het kameraadschapshuwelijk" enz.), dal de staat ter beschikking der kerken is om belastingen te innen en atlieïsüsche propaganda te verbieden (volgens het Algem. Handelsblad van 28 April 1938) en dan wijst de „Angriff" er op', dat het aantal kloosters vermeerdert, dat er steeds meer priesters geordend worden etc. (N. R. C. 13 Jan. 1938).

Velen geloofden in de gunstige gezindheid van den nationaal-socialistischen staat tegenover de kerk. (Zie zelfs het belangrijke boek van Prof. Dr Tingslen over de Nationale Dictaturen^ in Nederlandsche vertaling uitgegeven in 1938, dat vaak aangehaald werd als een der beste boeken over bet nationaal-socialisme en dat zinnen bevat als deze: ... Ook in haar schoolpolitiek heeft het nationaalsocialisme zijn wil tot versterking van de kerk getoond! En deze hoogleeraar geldt als een zeer talentvol bestrijder van 'tfascismel) En daarom ontkenden velen het bestaan van een kerkstrijd. En voeg liicr nu nog bij, dat inderdaad in 1933 de staat aan de kerk groote voordeeleu aanbood, mits de kerk maar aanvaardde, dat „die Deutsche Stunde" (de revolutie van 1933) als „eine Goltes- !> egegnung zu dcuten sei", dat vele Evangelische Christenen zelf hun leiders aanvielen, omdat ze niet genoeg medewerkten met den staat en zij er geen voldoende oog voor hadden, dat God gesproken had tot de kerk in de nationale wedergeboorte en dat telkens officiëele verklaringen van Christelijke zijde in het licht gegeven werden, waarin dankbaai- gewag gemaakt werd van de vrijheid die de kerken in Duitschland hadden (triumfantelijk afgedrukt voor een deel in een uitgave van de Nederlandsche Nationaal Socialistische Uitgeverij over den Duitschen Kerkstrijd van Walter van Daalen) en men kan begrijpen, dat velen tot het ontkennen van een kerkstrijd in Duitsch­ land kwamen en geneigd waren, bij afwijzing overigens vaak van het stelsel, dankbaar, te zijn voor de redding der kerk uit de klauwen van het bolsjewisme.

Nu is dit andei-s geworden. Zeker, er zijn er nog, die op het standpmit staan, dat er geen kerkstrijd is. Men leze slechts „Volk en Vaderland", waar Niemöllersch-zijn een scheldwoord is voor tegenstanders. Maal- in den regel is men daar wel van overtuigd.

Hoe dat te verklaren is? Omdat er een slachtoffer is, n.l. Ds Niemöller. „Gottlob, man braucht Gewall", zoo zei men in 1837, toen dte aartsbisschop van Keulen gearresteerd werd om zijn vaslhoudendheid tegenover de Pruisische overheid, die dwang oefende op de Roomsche kerk. Het is een woord, dat tot uiling brengt, dat openlijke vervolging voor de kerk minder gevaarlijk is als bet probeeren op zachte, slinksche wijze de kerk aan den staat te onderwerpen.

Zoo zouden we geneigd kunnen zijn, om ook nu te zeggen: „Gottlob, man braucht Gewall". Ds Niemöller is gearresteerd'. Hij wordt na zijn vonnis, dat tot zijn invrijheidstelling hadi moeten leiden, niettemin vastgehouden en naar een oonoentraliekamp gevoerd. Ondanks alle pogingen, die men aanwendt, blijft hij gevangen en wordt zijn gevangenschap zelfs verzwaard. Nu is het schier voor de geheele wereld duidelijk, dat de Duitsche Kerkstrijd inderdaad een KERKstrijd is. Och ja, van vele anderen, die gevangen genomen werden, kon men nog aannemen, dat zij politiek bedreven. Dat zij ageerden tegen den nationaal-socialistischen staal. Dat zij vijandschap hadden tegen het regime. Maar dat aan te nemen van dezen man, dat gaat toch niet! Een der moedigste duildjootcommandanten van den wereldoorlog! Een, die reeds in 1924 op de candidaten der N. S. D. 'A. P. stemde! Een, die van ganscher harte God dankte, toen de nationale wedergeboorte tot stand kwam! "Een, die met volledig vertrouwen den nieuwen staat tegemoet kwam! Wie kan nu gelooven, dat zulk een man het regime wil ondermijnen! Dat hij staatsgevaarlijk is! Dat hij politieke motieven camoufleert onder godsdienslige termen! Dat hij zijn predikambt misbruiken zal om Ie fulmineeren tegen de politiek van de N. S. D. A. P.!

Neen, nu is het voor ieder klaarder dan de dag, dat het regime in Duitschland de kerk den mond wil snoeren. Dat het er om gaat, de Vrijheid van de kerk aan banden te leggen. Dat de Duitsche Staat geen evangelieprediking begeert, die opgrond van het Woord Gods zijn maalregeien afkeurt. Dat Hitler en de zijnen hoogstens alleen die kerken willen dulden, die den keizer geven, wat des keizers is, d.w.z., die goedvüiden, dat de staat alles te zeggen mag hebben in de dingen van wereldbeschouwing, opvoeding, cultuur, in al de dingen van het aardsche leven en die God wil geven, wat Gods is, d.w.z., slechts de dingen, die zich afspelen in het innerlijke leven der ziel en zich betrekken op het hiernamaals.

„Gottlob, man braucht Gewall." Kan nu nog iemand ontkennen, dat de totalitaire slaat de kerk dienstbaai* maakt aan zijn verlangens en dat hij daartoe voor geweld niet zal schromen, dat hij als in Rusland menschen gevangen nemen zal alleen om het feit, dat zij getrouwe getuigen zijn van Jezus Christus? De naam Ds Niemöller zegt genoeg.

Ja, het is geheel anders geworden na de gevangenneming van Ds Niemöller. Men weet hel: hij is gevangen, omdat hij 't evangelie onverkort en zuiver verkondigd heeft. Ieder wil nu welen, wat 'met hem geschieden zal. Heel de wereld is in spanning, als 7 Febi-uari nadert. Dan zal Ds Niemöller voor zijn rechters verschijnen na maandenlange gevangenschap. (1 Juh 1937 wordt hij gearresteerd). In vele kerken en huizen wordt steeds de voorbede gedaan. Gode zij dank, hij wordt wel veroordeeld wegens overtreding van de z.g.n. kanselparagraaf, maar het vonnis wijst duidelijk uil, dat de aangeklaagde niets gedaan heeft, dat oneervol is en niets ondemoinen heeft tegen de belangen van het rijk en de straftijd galdit als volbracht, gezien zijn langdurig voorarrest. Maar ach, nog moet hij in gevangenschap blijven. Ze wordt zelfs verzwaard. Als een gemeen misdadiger moet hij zelfs gevangeniskleeding dragen. Schrijven mag hij niet meer. Boeken worden hem ontnomen, slechts Bijbel en gezangboek worden hem gelaten. Slechts zeer zelden mag hij bezoek ontvangen. Waarom? Omdat hij niet beloven wil, zijn „aanvallen" te staken, zijn kansel niet langer te „misbruiken".

Wie kan het nog anders zien? De^ domineeszoon Chanlre verklaart in de staalspolitie: „een enkele afkondiging op den kansel door eei; paar dominees van de Belijdeniskerk, en dan is na een paar dagen het geval vergeten", maar het is juist andersom. De naam Niemöller is symbool geworden van de kerkvervolging in Duitschland en die naam wordt maar niet vergeten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's