Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het schoone Pinksterproza,

Hel valt niet te ontkennen, dat de Pinksterteekenen allerminst te klagen hebben over gebrek aan belangstelling; zij zijn een voortdurend voorwerp van onderzoek geweest. Maar daarom is er tocli nog wel plaats voor een nadere bestudeering in verband met de voortschrijdende geschiedenis des heils. Het zal dan de aandacht moeten trekken, dat zij alle drie ten nauwste verband met elkander houden. Het werk ook op den Pinksterdag vertoont stijl, den stijl van Gods werken. Chaotisch ging het er niet toe op dezen dag, gelijk het nooit chaotisch toegaat op alle dagen van het werken des Heeren. Alleen maar, dat is ons geloofsvooroordeel. En bij nader onderzoek blijkt dan ook hoe juist dat is. In het messiaansche werk van den verhoogden Heiland vormen deze drie teekenen één geheel, waarin Hij Zidizelven openbaart aan Zijn kerk en door de kerk aan deze wereld.

Maar het zijn teekenen. De vraag rijst wat dan wel de beteekende zaak of persoon moet zijn? In de Schrift zijn de teekenen, die de Heere doet, alleen te verstaan bij het woord, dat Hij^ eraan toevoegt. De teekenen op zichzelf laten ons in den donker. Zoo ook op Pinkster. Waarom zou de Heere op dezen dag zulke duidelijk verstaanbare teekenen geven, die voor een ieder die er getuigie van was, terstond begrepen zouden zijn? Neen, de pinksterteekenen zijn voor den natuurlijken mensch onbegrijpelijk. Er moet noodig een verklarend woord bij. Want het wordt al wonderlijker met de taal van de teekenen Gods. Dat was op Kerstmis en op Paschen anders. Dat waren echte doeken, wiege- zoowel als graf-doeken. Maar op Pinkster is het een geluid ALS van een wind en tongen ALS van vuur. En daarom moet omgezien worden naar een verklarend woord. Nu, zie dan hoe goed de Heere Christus is geweest. Want de verklaring wordt gegeven üi de pinksterpredicatie van den apostel Petrus, die daar optreedt namens de kerk. Waarom deze woorddienst? Is dat nu wel zoo belangrijk dat er op Pinkster het woord bediend woirdt? Ja zeker. Want toen Christus nog op aarde was, was Hij in de-gelegenheid aan de belangstellende vragers een antwoord te geven, indien zij Hem vroegen naar de beteekenis van Zijn gegeven teelcenen. Maar dat gaat natuurlijk nu niet meer. Hij is ten hemel gevaren en niemand kan Hem vragen: Wat doet ge? Wat beteekent dit? Maar daarom moet de mensch, die het weten wil, de verklaring gaan vragen aan het adres door Christus zelf gegeven. En dan verwijst Hij' alle belangstellenden en heilbegeerigen naar de Kerk, naar de apostelen, die Hij daartoe aangesteld heeft. Zij zijn Zijn vertegenwoordigers. En zij zijn door Hem in staat gesteld om de eenigst betrouwbare verklaring te geven. Alleen maar, om deze apostelen te gaan raadplegen moet een ieder weten of zij daartoe wel bij machte zijn. En voorts, of zij wel daartoe genegen zijn. De taal der teekenen spreekt van al deze dingen en de prediking van Petrus verduidelijkt alles. Teeken en woord hooren ook op Pinkster onlosmakelijk bij elkaar. En dat is dan wel volkomen in stijl. In den stijl van Christus. Want, laat Lucas als thema van zijn tweede boek zien, Jezus gaat verder beide te doen (teekenen) en te leeren (woorddienst).

We zullen dus goed doen om te vragen, of de rede wat te zeggen heeft over de teekenen ter verklaring. Nu, dan laat de feestprediker hooren, dat Christus deze teekenen gegeven heeft. H ij heeft uitgestort wat gij nu ziet en hoort, vs 33. Hij is de centrale figuur, als altijd. Vroeger gaf Hïj' teekenen, en nu vandaag ook weer.

Maar dan wordt het zaak om nauwkeurig op die teekenen acht te geven. En het eerste teeken vestigt de aandacht op de stem van den verhoogden Heiland. Er is een geluid, een echo^ gehoord, vs 2, en later staat er, toen de stem geschied was, vs 6. Het geluid sterft weg, de echoi verklinkt. De hemelstem van den Christus is gehoord door gansch Jeruzalem. Dat verwondere nu echter niemand, dat Jezus hier spreekt. Want daarvan is wel meer sprake in dit tweede boek van Lucas. Lees de gebeurtenissen op den weg naar Damascus. Saulus hoort de stem van Jezus, die tot hem spreekt. Bovendien het evangelie laat ook al weten van hemelstemmen, Lucas 3 en Lucas 9 en Joh. 12. Cf. daan'oor prof. Schilder „Licht in den Rook". En dat de joden daarvan ook al niet vreemd op zagen, is ook al bekend uit een pinksterartikel van prof. Schilder. Maar dat de hemelstem van Jezus op déze wijze omschreven wordt, hangt samen met het feit van den dag, want het is Pinkster. De Heilige Geest is gekomen. Op de vraag of Jeruzalem de woorden verstaan heeft, moet het antwoord ontkennend luiden. Men kwam juist verbaasd toeloopen om te hooren wat er aan de hand was. Het geluid is wel vernomen, maar de woorden zijn niet verstaan. Ook dat is niets bevreemdends. Herinner u de situatie op den weg naar Damascus. Wie de studie van prof. Greijdanus gelezen heeft over Hand. 9 vergeleken met 22 en 26 weet wel, dat degenen, die met Saulus waren, wel de stem gehoord hebben, maar de woorden niet verstaan hebben. En voor het evangelieverhaal herinneren we aan Joh. 12, waar dei schare de stem voor een donderslag hield. Het eerste teeken duidt dus aan, dat Christus het woord genomen heeft en Zich tot Zijn kerk gericht heeft. Het eerste teeken stelt het WOORD centraal.

En zoo is het nu ook gesteld met het tweede teeken. Dit behoeft niet in den breede te worden aangetoond. Het is voor ieder duidelijk, dat de tongen als van vuur een teeken zijn, die naar het spreken verwijzen. Een tong dient om te spreken, om verstaanbare klanken te vormen, om woorden te laten hooren. Tongen als van vuur, om aan te geven, dat zij op wonderlijke wijze bekwaamd zijn tot spreken, dat de hemel er aan te pas moest komen om hen te leeren spreken. Het is vandaag Pinkster en dus moet dit teeken ook in verband staan met den Heiligen Geest. Petrus wijst er ook dadelijk op, wanneer hij de profetie van Joel vervuld weet. M.a.w.: Christus Zelf sprekende en het woord nemende, bekwaamt door den Heiligen Geest de apostelen om het woord te voeren; ook in dit tweede teeken is het woord centraal.

Dat geldt evenzeer van het derde teeken van den Pinksterdag. Ze spreken in vreemde talen, gelijk de Geest gaf om uit te spreken. Het woord is weer centraal. Er wordt in vreemde talen gesproken. Want let er wel op, dat hier geen zinlooze klanken gehoord zijn. Zoo, dat de menschen er geen syllabe van begrepen hebben. Integendeel. Wie spraken van dronkemansgelal deden dat uit haat. In verstaanbare klanken spreekt de kerk. En daarin nu wordt voldaan aan de opdracht van het eerste hoofdstuk. Zij moesten getuigen zijn. Wel, dat doen ze, want ze spreken. En ze leggen getuigenverklaringen af, want ze laten alleen hooren de groote werken Gods. En daarin geeft de kerk blijk van gehoorzaamheid. Zij geeft ant-woord op het woord van haar Heer en Koning.

Zoo is dan de eenheid der teekenen aangetoond. Het gaat op Pinkster om het geopenbaarde woord. Het woord is centraal. En we zien den stijl van het werk Gods. Het is geen chaos wat er te zien en te hooren valt. Maar het is schoon van harmonie.

En het gaat niet zoozeer om het geluid als ge- Itiid. Het is er niet om begonnen dat de menschen door de klankvolumes zullen worden verzwolgen. Het is geen verbijsterende geluidsstroom. Maar het is begonnen om de boodschap, om het alleszüis verstaanbare woord. En met die boodschap moet de kerk de wereld bereiken. En op die prediking wil de Geest Zijn zegen gebieden.

Maar dan mogen we nog verder gaan. Wanneer het den Christus behaagt om deze teekenen te geven, dan vragen we ons af, wat dat te zeggen heeft voor Hemzelf. Het eerste teeken laat ons weten, dat Hij alleen gerechtigd is om het woord te NEMEN. Hij spreekt eerst. Hij schenkt zelfopenbaring. Voorts zegt dan het tweede teeken, dat Hij het woord geeft aan Zijn kerk. Deze mag zoo maar niet uit zichzelf het woord gaan nemen. Trouwens, zij kan dat niet eens. Zij moet de kracht tot spreken van boven ontvangen, waar Christus is aan de rechterhand des hemelschen Vaders. Het derde teeken laat ons weten, dat Christus ant-woord van de kerk gehoord heeft. Op Zijn bevel voert zij het woord in deze wereld. In de taal van den dag, in voor ieder verstaanbare taal. De kerk kent geen aparte kerktaal, geen geheimtaal. Ze spreekt de taal van het gewone volk. Hoever, is Rome en de rest niet afgeweken van. de eenvoudigheid des geloofs.

En wat zouden deze teekenen voor de kerk zelf aan rijkdom geschonken hebben daarbij ? Drieërlei pinksterrijkdom. Het eerste teeken laat de kerk weten, dat zij KERK is, zij en zij alleen is de Qahal des Nieuwen Testaments, de saamgeroepen verbondsgemeenschap. Alleen zij is het volk Gods. Want de Messias richt het woord niet tot het Sanhedrin, tot de oversten van Zijn volk. Alleen de kerk hoort de stem van den Goeden Herder, van den Vorst der Kerk.

Het tweede teeken laat de kerk weten, dat zij publiek aangewezen is tot verldaring van wat er geschied is. De kerk heeft te spreken en zij kan het ook. En het derde teeken laat haar weten, dat haar Hoofd Zich van haar bedienen wil. En dat zij de haar geschonken kracht ook te gebruiken heeft.

Ook voor Israël hebben deze teekenen him eigen beteekenis. Het komen van den Geest is iets, dat geen mensch zien kan. Dat onttrekt zich eenvoudig aan ieders hooren en zien. Maar daarom komen er hoorbare en zichtbare teekenen aan te pas. Zoo wordt ter kennis van Israël gebracht dat de Geest gekomen is. En gezonden door den Christus. Zijn stem is gehoord door de gansche stad. Hij spreekt tot de hoofdstad des lands. En het tweede teeken leerde Israël verstaan, dat Hij, die sprak, niemand minder dan de Messias was. Het is Christus' vuur. Hij doopte dezen dag met vuur. Laat hen denken aan de woorden van den Dooper, die geprofeteerd had, dat degene, die na hem kwam met den Heiligen Geest en met vuur doopen zou. Het woord van dien Dooper is dan nu vervuld. Wie hier met vum* doopt, heeft ook den Geest uitgestort, met dien Geest gedoopt. Het tweede teeken verklaart het eerste nader. Wie dan hier met vuur doopt is dan niemand anders dan de beloofde Messias. Christus openbaart Zichzelf aan Israël op deze wijze als de Messias. Het derde teeken zegt aan het Joodsche volk, dat het Hem alleen dan gehoorzaamt als den Messias, wanneer het zich bij de kerk voegt, zich vergaderen laat in deze Qahal, zich buigt onder het ambtelijk gezag der apostelen. De kerk alleen kan de verklaring geven van wat er vandaag gebetu^d is. Wil iemand

weten wat die stem zei, ja, of het wel een stem was en van wien, dan moesten ze zicll vervoegen aan het door Christus aangegeven adres.

Zoo zagen we dus iets van den rijkdom der pinlcsterteelienen. De teelcenen zeggen alleen iets, ja, alles aan degenen, die geloovig en heilbegeerig om de verklaring vragen aan hen, die deze alleen geven kunnen en mogen. Er wordt geloof gevraagd. En wie weigert om de verklaring der teekenen te vragen? Die openbaart zijn verharding. Het is als in het leven van den Heiland, toen Hij in gelijkenissen tot hen spreken moest. Maar dat was niet best. Dat was bittere noodzaak. Zijn masjaal doet altijd pijn. Maar die is heilzaam voor wie geloovig de beteekenis van de raadselwoorden vragen gaat aan Hem, die ze sprak. Zoo is het ook met de raadselteekenen op den Pinksterdag. Zij doen pijn en dat moet ook. En wie de taal der raadselteekenen verstaan wil, richte zicli tot het adres der kerk. En ieder weet waar de kerk te vinden is, zij is zelf door een teeken aangewezen, want het teeken van de vurige tong is alleen bij de discipelen van Jezus den Nazarener. En het geluid vervulde het huiSj waar ZIJ zaten en niet het huis Gods, den tempel of weet ik van ander huis of palcis. En dan kan ieder, die wil aan de weet komen, dat Jezus is de Christus.

Alleen maar, de kerk is verloren als zij steeds maar vragen zou om herhaling van de teekenen. Gods teekenen zijn maar éénmaal. 'Niet voor herhaling vatbaar. Hier is geen grootsch opgezette reclame. Dan zou er alle reden zijn om de campagne te herhalen. Want de menschen raken aardig in de war met al die zoogenaamde kerken. Het ware wel gemakkelijk, wanneer de één of andere kerk zoo'n teeken kreeg ter demonstratie, dat zij alleen de ware kerk is, het eeuig wettige en gehoorzame instituut. Maar daar is geen sprake van. Hieraan is de kerk van Christus kenbaar in deze wereld, dat zij het Woord bedient. En dan zuiver. Want de notae der kerk zijn lang niet overal. In Jeruzalem waren ze alleen bij de apostelen. Daar is het kerkelijk instituut en niet m de synagoge of in den tempel. En zoo kan een ieder uitmaken, waar vandaag Christus Zijn kerk vergadert. Laat de menschen luisteren naar het woord. Het gaat op Pinkster om het Woord der Kerk, dat is om het Woord van den Christus. Zalig is hij, die daaraan niet geërgerd wordt.

Niet geërgerd. Want het is sinds dien eersten kerkdag steeds maar hetzelfde gebleven met die kerk van Christus. De werkmethode van Christus en van Zijn Geest is die van de gehoorzame Woordbediening, van de zuivere prediking. De Woorddienst is het allesbeheerschende in deze wereld. En dat troost ons. Voor allen arbeid der kerk. Wee der kerk, wanneer ze onverstaanbare klanken uitstooten gaat. Laat zij het Woord hardop en duidelijk laten hooren. Zij zwijge niet.

En voor de zending is het ook al een dag van goede boodschap. Klanken maken geen mensch zalig. Want heidenen van allerlei slag meenen door den klank der woorden de zaligheid te kunnen verkrijgen. Maar ze vergissen zich deerlijk. Het gaat om het Woord des geloofs. En daarom is dit de rijkdom van het Pinksterfeest, dat de teekenen niet herhaald behoeven te worden. Want de Geest is maar eenmaal gekomen, ja, wanneer Hij op en neder ging van de aarde naar den hemel en van den hemel naar de aarde, dan was het wel noodig, dat de leekenen herhaald werden. Maar nu niet, alle werk van Christus is niet voor herhaling vatbaar. En daarom zeg niet, dat uw Pinksterfeest van het jaar onzes Heeren en Zaligmakers Jezus Christus 1940 zoo arm is en ge zoo behoefte hebt aan een teeken. Bedroeft den Heiligen Geest niet. Want nabij u is het woord, in uwen mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, dat ook vandaag gepredikt is.

Loof Christus voor het schoone proza van Zijn Kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's