Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Occupatie geen annexatie.

In „De Nieuwe Eeuw" (roomsch) schrijft prof. Ragout over den rechtstoestand in bezet gebied. We lezen o.m.:

Occupatie is geheel iets anders dan annexatie. Eupen en Malmedy, de gebieden, die voor 1919 bij Duitschland behoorden, zijn eenige weken geleden geannexeerd, ingelijfd bij het Duitsche Rijk; andere streken van België en Nederlandsch grondgebied zijn geoccupeerd, zijn bezet door de Duitsche vfeermacht.

In een geannexeerd gebied zal de wetgeving van den annexeerenden staat worden toegepast; de burgers worden onderdanen van dien staat; de annexatie wil een blijvenden toestand scheppen. Het bezet gebied daarentegen blijftzichzelfover de geheele lijn; de bewoners behouden hun nationaliteit; de eigen wetgeving blijft van kracht, op enkele beperkingen na; de bezetting is een t ij d e 1 ij k e toestand voor den duur van den oorlog.

Zoo blijft dus voor ons Nederlanders de Nederlandsche wetgeving: 't Nederlandsch burgerlijk recht enz. onveranderd gelden, evengoed als de verordeningen van staat, provincie, gemeente, enz.

Voorts:

Evengoed als de Nederlandsche wetgeving in werking blijft, zal ook het dagelijksche leven zijn normalen vorm moeten behouden of daar zoo spoedig mogelijk toe moeten terugkeeren. De verschillende vormen van activiteit, de bezigheden van iederen dag, de gebruiken met een ons eigen nationaal karakter, moeten voortgaan, zooals voor de bezetting gebruikelijk was.

Vervolgens:

Wij willen thans de vraag bespreken, wie in bezet gebied de gezagsdragers zijn. Is er geen innerlijke tegenspraak tussohen de loyaliteit, die wij tegenover onze eigen Vorstin willen bewaren, en de bereidheid de verordeningen der Duitsche bezettingsautoriteiten op te volgen?

Het antwoord is niet moeilijk. Volkenrechtelijk is de positie van de nationale overheid en die van de bezettingsautoriteiten duidelijk geregeld, en deze regeling is ook uit moreel oogpunt verantwoord.

De eerste woorden van art. 43 geven er de samenvatting van: „Daar het gezag van de wettige overheid in feite is overgegaan in handen van den bezetter, zal deze..." M.a.w. rechtens, de jure blijft het bezette gebied onderworpen aan den verdreven souverein; feitelijk, de facto, neemt de occupant, tijdens den duur van de bezetting, de plaats in van het wettig gezag, ter regeling van de zaken, die voor de militaire belangen van den bezetter, en voor orde en welzijn van het bezette gebied, noodig zijn. De souvereiniteit over ons volk is dus volkenrechtelijk gebleven bij de Koningin met haar regeering. Daar de Koningin met de regeering uit het bezette gebied van Nederland zijn heengegaan — evenals Koning Albert tijdens den wereldoorlog zijn land verliet en de zetel van de regeering in Le Havre vestigde — om niet in de macht der oprukkende Duitsche troepen te geraken en het contact met de overzeesche gebieden van het Rijk niet te verliezen, nu kan zij haar gezag over het bezette gebied feitelijk niet meer uitoefenen.

Niet uitoefenen is evenwel iets anders dan niet meer bezitten.

Schrijver citeert ook Heyland:

Een samenvatting van wat wij hierboven hebben gezegd over de souvereiniteit in bezet gebied geeft Heyland in „Wörterbuch des Völkerrechts", n, 156: „Slechts de uitoefening van de souvereiniteit in 't bezette gebied gaat over op den bezetter. D e souverein it eit zelve van den geoccupeerden Staat over het bezette gebied wordt door oorlogsbezetting niet vernietigd. De vijandelijke (d.i. voor den bezetter vijandelijke) souverein blijft souverein van het bezette gebied. Hij is, voor den duur van de bezetting, slechts in de uitoefening van zijn souvereiniteit f e 11 e 1 ij k verhinderd. De occupatio bellica beteekent geen gebiedswerving, geen occupatio imprii". (Het gespatiëerde van Heyland.)

Duidelijk staat hier, dat de souvereiniteit van Koningin Wilhelmina gehandhaafd blijft. Nog enkele voorbeelden:

In September 1870, tijdens den Fransch-Duitschen oorlog, was Keizer Napoleon m vervallen verklaard van den troon en de Fransche Republiek uitgeroepen. Het Hof van Appèl van Nancy, welke stad gelegen was binnen het door het Duitsche leger bezette gebied van Elzas-Lotharingen, ging er toe over zijn vonnissen uit te spreken „in naam van de Fransche Regeering en het Fransche Volk". Duitschland had echter de Fransche Republiek nog niet erkend en verbood deze formuleering. Het stelde van zijn kant voor de formule te gebruiken „in naam van de Duitsche Mogendheid in het bezette gebied van Elzas-Lotharingen", of, indien de Fransche rechters deze formule niet wilden aanvaarden, de woorden „in naam van den Keizer der Franschen". Men kwam niet tot een oplossing. Bluntschli heeft terecht opgemerkt, dat in dit verward geval de formule „in naam van het recht" of „in naam van de wet" het middel zou zijn geweest om uit de impasse te geraken. Tijdens den wereldoorlog is zonder bezwaar der Duitsche autoriteiten, in het bezette Belgische gebied geregeld recht gesproken „in naam van den Koning der Belgen".

Laat ons onze rechten kennen, en zoover het aan ons staat, handhaven.

Curator.

Nu èn „De Heraut" èn „Credo" zich bemoeien met het Kamper Curatorium, nü doen wij het ook. De heer H. Algra schrijft in „Leeuw. Kb." (classicaal):

De Gereformeerde Kerken in Friesland-Noord hebben een nieuwen curator benoemd voor de Theologische Hoogeschool te Kampen, n.l. Dr Kroeze te Dokkum. Bij hen, die met deze materie eenigermate op de hoogte zijn, zal er wel geen twijfel hebben bestaan, dat het aldus zou loopen.

Dr Kroeze is immers de aangewezen man. Hij is een wetenschappelijk man, die door zijn proefschrift bewezen heeft, thuis te zijn in het Hebreeuwsch en de daarmee verwante talen. Onlangs hebben wij in het „Friesch Dagblad" uitvoerig de aandacht gevestigd op zijn studie over Melchizedek, die er zich zoo goed toe leent om als bron te worden gebruikt voor een inleiding op de mannenvereeniging.

Dr Kroeze is bovendien een vriend van de Theologische Hoogeschool. Hij beschouwt het niet als zijn ideaal, dat de kerken het accoord van '92 ongedaan zullen maken. Ook is hij niet een man, om via een persbureau stukjes te lanceeren tegen het promotierecht, of tegen de benoeming van een zesden hoogleeraar. Van dat genre is hij heelemaal niet. Ditmaal hebben de kerken in Friesland-Noord zich niet vergist.

We zijn dankbaar óók voor de benoeming van dr Kroeze. Al was 't alleen maar reeds hierom, dat de figuur ongewenscht is, die dr v. Es heeft willen aanvaarden: Curator èn van Kampen èn van de V.U.

Zoowel in de kwestie der z.g. meeningsgeschillen als in die van het promotierecht en andere kwesties, is het beter, dat elke inrichting over menschen beschikt, die vrij staan tegenover de andere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1940

De Reformatie | 8 Pagina's