Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DOLEANTIE MOREEL VEROORDEELD

Op één vèn zijn „voorlichtings"--avonden in Februari j.l. te Zuidhorn, deed Ds v. d. Zanden wel een zeer merkwaardige uitlating over de leidslieden der doleantie.

Door ondergeteekende werd hem een vraag gesteld over de frappante tegenstrijdigheid inzake den uitleg van art. 31 der Kerkordening vijftig jaar geleden en de exegese van dit artikel die we nu van synodale zijde ontvangen. Inuners aangaande het tweede lid van art. 31, tenzij dat het bewezen worde te strijden zegt Prof. Rutgers in „Rechtsbevoegdheid etc." pag. 34: „Ons dunkt dat de uitdrukking niets anders kan beteekenen dan dit; men is gebonden (n.I. aan besluiten van Kerkelijke vergaderingen) tenzij men voor zichzelf bewezen acht " met die uitleg hebben Prof. Rutgers en Dr A. Kuyper in de doleantiestrijd gestaan.

Nu echter worden de Kerkeraden van Kampen en Mussel, die zich richten naar precies dezelfde exegese, respectievelijk geschorst en geweigerd op de classis.

Dr van der Zanden antwoordde in dezen geest: , , Zeker zal men wel een theoloog kunnen aanhalen uit de geschiedenis, die iets dergelijks gezegd heeft. Maar al haalt men ook honderd theologen aan, ik zeg maar: Synodebesluiten moeten worden gehoorzaamd. Men kan bezwaren indienen maar zoolang die besluiten er nog liggen, moeten ze toch, ook door de bezwaarden, worden gehoorzaamd, want anders wordt het een chaos

Op de interruptie van ondergeteekende: „werd het dan ook een chaos in den tijd van Rutgers en Kuyper, toen die uitleg de heerschende opinie in de Kerken was? " antwoordde Dsv. d. Zanden, dat men niet te veel nadruk moet leggen op wat Kuyper en Rutgers zeiden in den tijd, dat ze de doleantie begonnen. Ze wilden toen uit dat massale, oude verband, een nieuw verband vormen en dan was het vanzelfsprekend, dat ze daarom den nadruk legden op de zelfstandigheid van de plaatselijke Kerken en van de afzonderlijke persoon, maar in een gevestigd verband kan men daar niets mee aanvangen

Het „heil" der Kerken is hier wel heel vlak tot norm van kerkelijk handelen verklaard, en zelfs voor een smet op den naam van vroegere Gereformeerde leidslieden deinst men dan niet terug!

H. J. DE VRIES.

GELEERDE HEEREN?

Volgens „Trouw" (Zwolle), 14 Juni '45, heeft Ds F. Slomp van Heemst te Ommen de jeugd opgewekt, „zich niet door de kerkelijke troebelen te laten beïnvloeden, maar in eensgezindheid een beschamend voorbeeld te zijn voor de geleerde heeren die hun tijd besteden met het bestrijden van elkaar".

Het verslag kan natuurlijk onjuist zijn. Is evenwel de weergave juist, dan lijkt me deze voorlichting verduisterend. Geleerde-heeren-kwesties? Ik dacht, dat op kerkelijke vergaderingen, waartoe volstrekt ongeleerde mannen behooren, ieder met een eigen stem tot bepaalde mannen zeiden: gij wordt geschorst, d.w.z. gij moet maar bakker of slager worden, inplaats van Gods Woord met Ds Slomp uit te dragen. En tot candidaten desgelijks.

Als Ds Slomp dat schorsen nu een dwaasheid vindt, dan moet hij dat maar ronduit zeggen. En positie kiezen. Doch hij moet niet de jeugd verhinderen, „met het oordeel des onderscheids de krijgslisten en de invasieplannen van de vijandelijke machten te onderkennen". Want kerkelijke rechtspraak-in-Gods-Naam bagatelliseeren, dat is de kerk de oogen sluiten voor den hoogen ernst van haar handelingen. Dit nu is net precies de ergste „krijgslist" van den Booze.

Zijn die tientallen geschorste ouderlingen nu ook allemaal geleerde twistzoekers?

Op het midden in de zee opgespoten eilandje van autarkie!

K. S.

EEN ZUIVER GELUID

Wij ontvingen en lazen met grooten dank volgend afschrift van een schrijven van Ds F. A. den Boeft, gericht aan den Kerkeraad der „Gereformeerde Kerk van Kralingen". Tot recht verstand diene, dat Ds den Boeft pas teruggekeerd is uit duitsche krijgsgevangenschap. In het verpolitiekte kerkelijk Rotterdam bracht hij, nauwelijks thuis, gelukkig aanstonds een geestelijk geluid. Aldus:

Rotterdam. 28 Mei 1945.

Waarde Heeren en Broeders,

Het doet mij zeer leed, dat ik de kerk, die ik in Januari 1944 verlaten heb, gedeeld heb teruggevonden, een leed, dat des te dieper is, wijl de scheur gekomen is in een tijd, die om de grootst mogelijke eenheid vraagt, een eenheid die niet gebroken mocht worden dan om de meest ernstige redenen.

De broeders kunnen niet bevroeden, welk een ellende en nood de kerkelijke twist in Holland onder de krijgsgevangenen en gedeporteerden naar Duitschland heeft teweeggebracht. Deze twist heeft meer dan één van de kerk vervreemd. Het is mij onbegrijpelijk, hoe de Synode door haar besluiten en de binding daaraan de eenheid van het lichaam van Christus heeft kunnen scheuren en hoe de broeders van den kerkeraad van Kralingen aan die scheuring hebben kunnen en willen meewerken door zich te conformeeren aan deze heillooze besluiten der Synode.

Ik wensch een kerk, waarin evenals bij mijn vertrek voor allen gelijkelijk een plaats is, die er plaats in hadden, voordat ik heenging. Het is dan ook daarom dat ik mij

niet wensch te conformeeres aan de besluiten door Uwe Synode genomen. Daarvoor is mij de eenheid van de kerk van Christus te Hef. Ik wil niet aan scheuring meewerken. Het is dan ook daarom, dat ik me voeg bij de kerk, die met den moed des geloofs zich heeft losgemaakt van een Synodale hiërarchie, die voor de kerk alleen maar ontbindend werkt. Ik wensch niets anders dan ambtsdrager en lid te blijven van de kerk, die ik in Januari 1944 verliet.

Natuurlijk wensch ik niet mee te doen met alle mogelijke knoeierijen om zoo een weg te vinden om toch te blijven in de door de Synode gebonden kerk. Wat de Synode veroordeelde is mijn innige overtuiging. Het is mij volkomen onbegrijpelijk, dat de Synode eenerzijds besluiten neemt en dat anderzijds allerlei wegen en middelen bedacht worden om hen die bezwaard zijn in de kerk te doen blijven. Dit is zonder eenige twijfel een houding, die in flagrante strijd is met den eisch van den Koning der Kerk, die zegt: , , Uw ja zij ja en Uw neen zij neen en wat boven deze is, is zonde". Aan dat onheilig spel kan ik niet meedoen. Of de besluiten zijn bindend en moeten gehandhaafd worden, maar dan ten opzichte van allen, ook van hen, die in vroegere publicaties met de door de Synode genomen besluiten in strijd komen, óf de besluiten moeten eerlijk en open worden herroepen en teruggenomen. Een tusschenweg is hier niet.

Daarbij komt, dat ik in geen enkel opzicht ook maar eenige verantwoordelijkheid wil en kan dragen voor schorsingen en afzettingen van trouwe Dienaren des Woords en andere kerkeraadsleden, schorsingen en afzettingen, die zeker in den hemel niet zijn geregistreerd. Ik ben er innig van overtuigd, dat vele door deze gang van zaken geschorsten door den Koning der Kerk, Wien de kerk alleen te dienen heeft, in hun ambt gehandhaafd zijn en blijven.

Het is mij ook hier onbegrijpelijk hoe de Kerkeraad van iCralingen aan deze handelingen heeft kimnen en willen meewerken en ik huiver als ik er aan denk, dat de broeders ook over deze zaak, zijn trouwe knechten aangedaan, eenmaal rekenschap zullen moeten afleggen tegenover den Koning der Kerk, die tevens Rechter is.

Als ik zoo afscheid neem van de broeders, wil ik niet nalaten hen zeer ernstig te wijzen op hun zonde van kerkscheuring. De Heere geve den broeders verlichte oogen door Zijnen Geest om hun zonde te kennen en te belijden en Hij voere door de kracht van Zijn genade de broeders op den weg van bekeering, opdat ze zoo met ons samen mogen strijden voor en arbeiden aan de eenheid van het lichaam van Christus, een eenheid, die ons voor alle dingen moet dierbaar zijn. Dan komt er ook de blijde mogelijkheid om binnen de muren van de kerk te discussieeren in Geestesgemeenschap over verschillende geschilpunten en zullen we samen strijden om te komen tot de waarheid, die in Christus Jezus is.

De Heere verlosse de broeders van de binding, waaronder ze zich hebben gesteld en Hij doe de broeders staan in de vrijheid, die daar is in Christus Jezus, onzen Heer.

De broeders zullen wel zoo welwillend zijn van dezen brief mededeeling te doen in de door de Synode gebonden kerk, terwijl ik mijnerzijds van dezen brief mededeeling hoopt te doen in den dienst, die D.V. a.s. Zondag door mij geleid zal worden in de van Synodale hiërarchie vrijgemaakte kerk van Kralingen.

Met broedergroeten Uw, w.g. F. A. DEN BOEFT.

Tot zoover Ds den Boeft. Hier wordt zonder omwegen gesproken — ook tegen het ergerlijke gekronkel, waarbij z.g. „rechts regelen" gladweg worden verloochend — als ze eenmaal dienst hebben gedaan tegen bepaalde personen. Zulk

„beleid" is een gruwel.

K. S.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1945

De Reformatie | 8 Pagina's