Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Politieke bezinning.

Het is te vreezen, dat wat we nu bij de jeugd zien gebeuren, zich straks ook in het politieke leven zal gaan afspelen.

Op alle "mogelijke manier is men bezig de jeugd in te palmen en men 'wil de eenheid van Jongelingsbond en Meisjesbond, zoo eenigszins mogelijk handhaven. Men wil in vele gevallen het kerkelijk toezicht desnoods offeren. Men vreest voor de consequenties van de door de leiders zelf getrokken scheur. Slechts in enkele gevallen is men zoo , , consequent" dat men de strijd op het machtsterrein overbrengende onze jonge menschen vergaderruimte dreigt te ontnemen, indien ze niet voor het hoogheilig Synodaal gezag willen bukken. Maar wat K. S. van de jeugd gezegd heeft in zijn artikel; Een eigen Bond, in het blad: Gereformeerd Jeugdleven, dat zou ik ook boven dit artikel willen zetten: , , men heeft de scheur zoo diep getrokken en zoo doodelijk gekwetst ONDER VERZEKERING, DAT MEN DAARMEE GODS HEILIGEN WIL UITVOERDE, dat van samenwerking op principieele basis met deze verdoolde sectarische geesten alleen dan wederom sprake kan zijn, als zij radicaal zich bekeeren op alle fronten".

Het is wel heel sterk te vreezen, dat de leiders, die nu om Christus' wil en zoogenaamd met droefheid schorsen en afzetten, al openbaart dat alles zich ook telkens in een meten met twee maten (Christus schijnt in de Synodale kerk den éénen keer heel wat anders te eischen dan den anderen keer), straks zullen gaan verkondigen, dat we toch zooveel punten gemeen hebben om op die manier te pogen de nu uitgestootenen voor hun politieke karretje te spannen, omdat men bij verkiezing de stemmen zoo moeilijk kan missen. Dit zijn evenwel geen moeilijkheden, waarin ze door ons zijn gebracht, maar waarin ze zichzelf hebben verstrikt. We zullen hen dan ook aan hun eigen woorden en daden houden.

We zullen heel sterk hebben toe te zien, welke politieke leiders we de leiding van de rincipieele politiek zullen toevertrouwen.

Voorop staat, dat wie vandaag de kerk verraadt en wie vandaag op een onverantwoordelijke manier de eenheid van de kerk, die boven alles noodzakelijk is breekt, morgen in staat kan zijn land en volk eveneens te verraden en ook daar de eenheid niet zal vermogen te be-1 vorderen. Ons politieke leven is niet veilig bij , , „ .„ ^ , , c u i - •* - j j i i ^erkverxaders. En het IS met mmder dan kerk verraad, als men eerst kerkelijke papieren MAAKT om bepaalde lastige elementen kwijt te raken en als men daarna, als men de bedoelde elementen kwijt is met diezelfde door eigen hand gemaakte papieren gaat sjaggeren en knoeien. En, als men oordeelt, dat we tegen de machten van den afgrond EEN front hebben te vormen, om zoo niet numeriek, maar geestelijk sterk te zijn, dan zeggen ook wij: ja één front en dat hebben we dan ook bedoeld en begeerd in ons ageeren tegen het kerkelijk drijven van leiders, die leiders konden zijn, maar alleen aan eigen zaakje van theologie of universiteit dachten. Wij zijn in ons begeeren van en ons zoeken naar eenheid gedwarsboomd en men moet ons nu niet willen doen gelooven, dat zij, die kerkelijke eenheid van heel weinig beteekenis achten in staat zullen zijn om geestelijke eenheid in de politieke worsteling te openbaren en te handhaven. Wij willen staan in de politieke worsteling principieel, maar we gelooven, dat zulks niet kan achter leiders, die in de kerk niet principieel kunnen zijn.

Laat ons goed verstaan, dat kerkelijke en olitieke 'beginselen maar niet los van elkaar staan. Het niet zuiver zien van de plaats van het sacrament en met name van den doop in het leven van de kerk heeft zijn consequenties voor andere levensterreinen en levensverbanden. Wie daar scheef gaat, zal dat politiek en sociaal, op het terrein van wetenschap en kunst om niet meer te noemen ook laten zien. Een dogmatische bovenschriftuurlijke gebonden kerk leidt ook tot een op dezelfde manier gebonden politiek en sociaal leven. Die leiders kunnen zich daar toch zoo maar niet van hun beginselen in de kerk beleden, losmaken. Vooral, omdat die beginselen in hun visie van zoo ontzaglijke beteekenis zijn, dat ze daarom in den naam van Christus (al willen ze dat honderd keer camoufleeren) schorsen en afzetten, het ergste, wat men met een ambtsdrager in de kerk van Christus kan doen.

Het exclusieve streven, dat zich in de kerk openbaarde, zal straks ook in het politieke leven tot heerschappij willen komen. Het is eisch, dat zij, die in de kerk zoo exclusief zijn. dat men daar geen ruimte gunt aan hen, die niet mee buigen willen, en die zich niet krommen willen onder een bepaalde theologisch systeem, dat alleen in een bepaalde en dan nog wel de kleinste groep van de Gereformeerde kerk geldt zich nu ook sociaal en politiek isoleeren. Ze moeten straks niet gaan bedelen om de gunst van hen, die ze kerkelijk hebben uitgestooten, maar ze moeten dat ook niet gaan doen in de richting van Christelijk gereformeerden en vele Hervormde groepen, die ze mee hebben veroordeeld als menschen, met wie kerkelijk geen samenbinding mogelijk is. De Christelijk gereformeerden en vele Hervormden mogen zich dat gezegd weten. Ook zij zijn door fatale Synodebesluiten veroordeeld en gezet buiten de coniessioneele trouw aan de belijdenis van ook hun kerk. De synodale besluiten raken niet alleen een uitgestooten groep Gereformeerde belijders, maar hebben ook te maken met belijders in andere kerkgemeenschappen. Het gaat natuurlijk niet aan, dat wat men vandaag als motief voor schorsing en afzetting laat gelden men morgen laat vallen, als het gaat om aanraking met andere belijders in andere kerken. Daarvoor zijn schorsingen en afzettingen te ernstige zaken. Als wij zoeken naar samenbinding met belijders in andere kerken, dan vinden we daarvoor grond en aanleiding en mogelijkheid in de belijdenis; zij hebben het zoeken van die samenbinding met hun besluiten afgesneden. Wie kerkelijk niet bruikbaar is, moet men nooit politiek achter zijn karretje spannen.

Laat ons goed verstaan, dat de punten, waarop de strijd gestreden is, maar geen kleinigheden zijn, maar van fundamenteele beteekenis. Ze beheerschen geheel het leven. Wij zijn eerlijk bang voor de consequenties van de doopsopvatting ook op andere levensgebieden en als men dan die doopsopvatting tot een exclusieve heerschappij in de kerk wil brengen, dan dienen we politiek voorzichtig te zijn.

Het zou mogelijk kunnen zijn, dat we eerst een heel eind werden meegevoerd eer dat deze leiders ook politiek in hun ware gedaante te voorschijn traden. Laat ons niet de fout maken van onze vaderen in 1905, die ter goeder trouw aan een pacificatie hebben meegewerkt en die toen niet vermoeden konden, dat die pacificatie, waarin zij toonden niet te willen uitstooten aangeklaagde leden van Christus' kerk, veertig jaar later TEGEN hen zou worden gebruikt. Laat ons door die les geleerd de oogen open houden in het begin. Wie met deze leiders meegaat moet zich goed rekenschap geven van het punt, waar hij straks uitkomt. Onze vaderen hebben niet kunnen vermoeden, dat 1942 en 1943 het einde van den weg zou kunnen zijn, die in 1905 begon. Hadden ze dat kunnen overzien, dan waren ze dien weg NOOIT opgegaan. We hebben deze dingen niet voor niets beleefd.

Onder deze leiders gaat de geestelijke worsteling in het politieke leven noodzakelijk kapot. Achter hen strijden is eenvoudig verraad aan de zaak van land en volk. Het vaandel, dat kerkelijk besmeurd is kunnen we niet politiek heilig omhoog houden. We kunnen en zullen voortgaan met onzen principieelen politieken strijd, de antithese in zijn volle consequentie aanvaardend, maar dan het vaandel gehaald uit de handen van hen, die in de kerk getoond hebben de vaandelen des Heeren niet hoog te kunnen opsteken. Laat de les, die we hebben te trekken uit onverantwoordelijke kerkverwoesting ons politiek de oogen doen openzetten.

Daar komt iets bij: leiders, die geen inzicht hebben in de rechtsbeginselen, die in de kerk van Jezus Christus hebben te gelden, zullen ook niet in staat zijn zuiver de rechtsbeginselen in het volksleven te onderscheiden en uit te dragen.

Wie vandaag knoeien kan met het kerkrecht, kan het morgen ook met ander recht.

Wie vandaag zijn altijd geleerde kerkrecht verloochent, zijn kerkrecht, waarop hij vroegere kerkdaden grondde van reformatie en kerkherstel en wie zich dan verbaast, dat de leerlingen die zwaai maar niet zoo voetstoots meemaken, maar trouw blijven aan datgene, wat zij hebben geleerd, omdat ze daarin de grondslagen van het recht hebben leeren zien, die is in staat, als de omstandigheden dat zoo eischen en als men ook op politiek gebied zich

van bepaalde personen zou willen ontdoen, het op het volksleven betrekking hebbende recht maar eens willekeurig te veranderen, en dan tevens te eischen, dat alle volgelingen maar voetstoots zich achter die verandering zetten. Dit kerkelijk onrecht is van de grootste beteekenis ook in het politieke leven.

Wie kerkelijk knoeien kan met het recht, kan het ook op ander terrein. De tweeërlei weegsteen in de kerk zal zich ook elders wreken. En weer, terwijl men in de Hervormde kerk een pogen ziet om te gaan leven naar de beginselen van het echte kerkrecht, ziet men een gevaarlijke Synodale knechting zich in het leven van de Gereformeerde kerk voltrekken, die ook politiek de bangste consequenties moet meebrengen. Wie zich zoo veilig voelt op zijn kerkelijken troon, waarvan hij Christus verdrongen heeft, zal ook niet schromen politiële een troon voor zichzelf te bouwen. Dan wordt ook daar het opkomen voor de rechten van het koninkrijk van Jezus Christus niets anders dan holle frase.

Ook in onzen politieken strijd zullen we ons alleen door Christus laten binden en niet door een stelletje leiders, die ons binden daar, waar Christus ons vrijlaat.

Het is droevig deze dingen te moeten schrijven. Ik hoorde de verzuchting; moet dan alles kapot. Neen, antwoorden we, niets MOEST kapot. Zeker niet de kerk. Maar wie vandaag de kerk breekt, moet morgen niet zuchten, als hij de consequenties van zijn kerkverwoesting op andere levensgebieden moet beleven. Laat ons goed verstaan: Wij hebben niet uitgeworpen. Wij hebben eenheid gewild. Willen dat nog. Samen strijden om in den weg van discussie binnen kerkmuren tot het belijden van de waarheid te komen. We willen dat kerkelijk en politiek en sociaal. Maar dan moet dat ook door de leiders gewild worden in den vollen zin en anders zijn ze ons als leiders onbruikbaar. Wie zijn kerkelijke zonden laat zitten en niet goedmaakt, kan politiek niet heilzaam werken. Vergif is vergif in de kerk en er buiten.

Wij werpen de beschuldiging en het verwijt van kapot maken verre van ons. We staan voor de eenheid ook in de politieke worsteling. Het is nu noodig meer dan ooit, maar dan moet het ook kunnen. Wie de grondslagen van waarheid en recht in de kerk heeft losgelaten, kan politiek op die grondslagen niet bouwen. Het is niet alleen droevig deze dingen te moeten zeggen, het is ook noodzakelijk. De leiders zijn en worden op deze dingen gewezen. Maar nu de politieke strijd nog niet acuut aan de orde is meent men deze dingen te kunnen dood zwijgen. Men reageert niet. Het komt straks wel in orde, als we aan den strijd voor de stembus toe zijn, waant men.

Men meene niet, dat men vele eerlijke en trouwe belijders langer zand in de oogen kan strooien.

We vragen rechtsherstel in de kerk, dat wil dus zeggen RADICALE BEKEERING, het erkennen van zonde in kerkscheur (schorsingen en afzettingen zijn ons nog altijd ernstige zaken, omdat we trouw willen zijn aan wat het avondmaalsformulier daarvan zegt) het herstel van dat alles en zoo zullen we samen in den strijd tegen den geest dezer eeuw weer sterk staan op alle levensgebied. Wie het onrecht niet wil goedmaken, die handhave het ook op de andere terreinen en die jammere dan niet, dat hij in een ellendig isolement gekomen is. Het isolement van deze lieden is groot. Waar vindt men deze dogmatische belijdenis nog meer, misschien bij de groep van ds Kersten, goed men zoeke het daar dan, maar niet bij de uitgeworpenen en de veroordeelden in de kerk. Waar de avondmaalsgemeenschap gebroken is, daar kan niet een gemeenschappelijk optrekken zijn tot de godvruchtige daad van stemmen voor de politieke stembus.

Deze exclusieve leiders zullen zich moeten terugtrekken, willen zij de politieke strijd niet schaden en in den weg staan of, wat God geve ze moeten zich bekeeren en in de kerk door hun gebroken eenheid eerlijk en royaal in woord en daad herstellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1945

De Reformatie | 8 Pagina's