Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KONINKLIJKE TAAK.

Richt zich de profetische taak tot het verstand en tracht de priesterlijke functie het gevoelsleven te verzorgen, het koninklijk ambt spreekt den wil aan. Efen koning moet regeeren en 't gezag handhaven. Welnu, dat is ook de taak van den huisvader. Hij moet 2ajn huis regeeren. Daar is hij de drager van het gezag. Hij moet zorgen, dat de goddelijke ordinantiën in zijn gezin worden nageleefd. Dat beteckent strijd tegen de zonde van allerlei aard, want laten we er ons voor hoeden het christelijk gezin te ideaJiseeren, alsof het immuun zou zijn voor de zonde. Zou de duivel, waarvan we lezen, dat hij omgaat als een brieschende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden, het gezin ontzien? Zou hij niet weten, dat het welzijn en de uitbreiding van Gods koninkrijk ten nauwste samenhangt met het veiUg stellen van het gezin? Op het gezin, dat naar Gods geboden wil leven, zijn juist zijn felste aanvallen gericht en hij doet zijn uiterste best de grondslagen ervan te ondermijnen. De zaden van ontevredenheid, opstand tegen het gezag, onderlinge\ verdeeldheid, afgunst, jaloerschheid, enz. strooit hij daar met kwistige hand.

Als koning in zijn gezin heeft het gezinshoofd met zijn vrouw de zonde in allerlei vorm te, bestrijden, bij hen zelf en bij de kinderen. Allereerst bij henzelf. lederen dag opnieuw moeten ze zich heüigen, want zij moeten zijn leesbare brieven van Christus. Uit het leven van him • ouders moeten de kinderen kunnen aflezen, hoe de geboden des eeren in het leven moeten worden verwerkelijkt. rome woorden zonder een vrome levenswijze zijn een bespotting, wekken afkeer. Natuurlijk blijven de ouders, ook de allervroomste, zondige menschen, die dagehjks struikelen in vele, die in hun beste werken slechts een beginsel van gehoorzaamheid ertoonen. Maar — God wil zondig© menschen veraardigen tot een hooge en-verheven taak. Hij wil e gebruiken als medewerkers Gods om zoo Zijn koninkrijk te bouwen, niet alsof Hij ze noodig zou ebben. NatuurUjk niet, maar zoo is het naar Zijn wijs bestel en dan naar dezen regel, dat we beginnen zullen bij Jeruzalem, i.e. bij het gezin. Om u het koninklijk ambt te kimnen uitoefenen, oeten we op twee dingen bedacht zijn. In de eerste laats moeten vader en moeder één lijn trekken ij het uitoefenen van de tucht. Dat is heel belang-

rijk. Als vader iets verbiedt, moet moeder er niet de hand mee lichten. Zijn de inzichten in een bepaalde situatie verschillend — en dat zal herhaaldelijk voorkomen — dan kunnen die naderhand tegen elkaar worden afgewogen, als de kinderen er niet bij zijn, maar angstvallig wake men er voor, dat de een het gezag van den ander niet ondermijnt. In de tweede plaats moet onverbiddelijke gehoorzaamheid worden gevraagd. Dat klinkt niet erg modem. Paedagogen van naam willen daarvan niet weten. Al wie de zondige natuur van het kind niet erkent, kan daarmee ook niet accoord gaan. Dan moet men spreken van de majesteit van het kind. En die majesteit moet worden ontzien. Wie uitgaat van de oorspronkeHjke goedheid van de menschelijke natuur moet tot de consequentie komen, dat de opvoeder slechts toeschouwer mag zijn bij de kinderlijke ontwikkeling. Hij rnag _ ontwikkelingshulp verleenen, maar moet altijd op den achtergrond blijven.

Dienaar, geen koning, „opvoeden in vrijheid tot vrijheid", dat is een slagzin, die het doet in onzen tijd, die het „Spaart de roede niet", al lang uit de paedagogische handboeken heeft geschrapt. Wie echter rekening houdt met Gods Woord en dus uitgaat van het feit, dat een kind in zonden ontvangen en geboren wordt, weet dat het alleen door de poort van de gehoorzaamheid het land der vrijheid zal kunnen binnengaan. Wie geen gehoorzaamheid leerde in zijn jeugd, wordt een speelbal van zijn zondige neigingen en driften, wordt een slaaf der zonde, een ballast in de samenleving, een gevaar voor den Staat, een oneer voor God. Hoe zou een mensch, die niet leerde gehoorzaamheid te bewijzen aan zijn aardschen vader, dien hij kan zien, kunnen gehoorzamen aan den hemelschen Vader, dien hij niet kan zien?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 maart 1946

De Reformatie | 12 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 maart 1946

De Reformatie | 12 Pagina's